motieven

Ik heb me onderweg meermaals afgevraagd wat de dieren nou beweegt om de dingen te doen die ze doen. Zijn ze zich bewust van hun beweging, dan wel stilstand? Is die beweging/stilstand een drang of een welbewuste keuze? Of instinkt wellicht? Zijn ze zich wel bewust van hun motieven? Is honger dan een motief? Of angst?

Een stoet vliegen die op ‘t heetst van de dag mij & m’n rugzak (ik weet natuurlijk dondersgoed dat ‘t hun om m’n zweet te doen is) achtervolgt, bovenop ‘t pad van de Downs. Kilometers lang zweeft er een zwerm vliegen tot een meter hoog boven me. Als ik m’n hoofd naar ze omkeer zie ik ze heen & weer schieten, balancerend in hun eigen snelheid, teneinde toch zo dicht mogelijk bij me te blijven.

Een koe blijft staan. Zo lang mogelijk. Slechts een nog lekkerder polletje gras kan de koe bewegen z’n standplaats te verlaten. Er zit geen sprankje verlangen in ‘t beest ‘t omheind stuk land te ontvluchten. Als ik ‘t hek openhoud om me toegang tot ‘t volgende weiland te verschaffen zie ik geen enkele neiging mij te volgen. Geen lust voor vrijheid.

Slakken bewegen zich ‘t liefst als de ondergrond vochtig is. Dat glijdt nou 1maal prettiger voor dat naakte slijmerige lichaam. Dus zie je ze in ‘t ochtenddauw dat over de paden ligt zichzelf een weg banen. Maar altijd staat hun neus dezelfde kant op gericht. Ze lijken allemaal díe kant op te moeten waar alle soortgenoten ook heen gaan.

& Nu zit er een pad in m’n kelder. Op de 1 na onderste tree zit er een pad. Groter dan de kleintjes die ik regelmatig uit ‘t tuinafval zag springen. Ook minder beweeglijk. Gisteravond bij thuiskomst zat-ie precies ‘tzelfde als vanochtend, toen ik z’n aanwezigheid wilde dubbelchecken. 12 Uur zaten er tussen. Zonder beweging.
Hij moet uit de tuin zijn gekomen, door de luchtgaten gekropen, & naar beneden gekukeld, bovenop de kratten Rochefort, & vervolgens nog een smak van 5 kratten omlaag hebben gemaakt. In ‘t donker heeft-ie zich toch een weg weten te banen richting de trap. Daar wacht-ie. Als meneer pad tenminste weet wat wachten is. Want als-ie dat verschijnsel niet kent, bestaat ‘t ook niet voor ‘m.

Ik zou me ertoe moeten zetten de pad te bevrijden. Met een emmer zou ik ‘m kunnen vangen. Ik weet echter van mezelf dat ik dat niet zo goed durf.

We laten de boel de boel in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *