nuh

Dennis lachte me toe.
‘Ha, je hebt ’t stukje gevonden?’ vroeg ik, begrijpend.
‘Ik ben 2½ uur met je weblog bezig geweest,’ zei hij, niet begrijpend.
‘Je hebt ’t niet gevonden? Over de spelregels?’
‘Nee, dat wel. Maar ik was daarna gaan zoeken of je nou gewonnen had.’
‘Ja, haha, dat soort details plaats ik natuurlijk niet op internet.’
Z’n lach trok voor een kort moment weg.
‘Maar ik weet nu in ieder geval wel waar je aandacht naar uitgaat.’
Hij wierp een schuine blik naar rechts. Glunderend.

Dat was Masja. Ik had net naar haar hand gewezen. ‘Ton’ stond er.
‘Ha!’ zei ik, m’n vinger op m’n eigen naam leggend.
Betrapt.

‘Hoe kan je al die namen onthouden?’ had ze even daarvoor gevraagd.
‘Oh, dat gaat gewoon.’
‘Dat lukt mij niet altijd met míjn werk.’
‘Nou ja, ik ben zelf ook niet zo goed in namen onthouden. Maar als mensen bij mij een bonnetje hebben laten schrijven gaat-ie er meestal niet meer uit. Blijft-ie vanzelf in m’n hoofd zitten.’
‘Heb je er trucjes voor?’
‘Soms, maar soms ook niet. Als iemand een naam heeft van een vroegere vriendin bijvoorbeeld, dan gaat ’t vanzelf. Als ik haar gezicht dan weer zie, dan denk ik automatisch aan die vriendin van vroeger.’
‘Ik heb te veel klanten om ze allemaal te onthouden.’
‘Bij mij gaat ’t vanzelf. Ik ken misschien wel 100-en namen van klanten.’
Dus had ze m’n naam gevraagd. Omdat ik haar wel aldoor met haar naam toesprak. Ook al was ze nog maar 2 keer eerder langs geweest.

‘Ha!’ zei ik dus, m’n vinger over de palm van haar hand wrijvend.
& Dat had Dennis gezien.

‘Ik kom er helemaal niet in voor,’ ging-ie verder.
‘Waarin?’
‘In je verhalen.’
‘Ja, je zegt net dat je er achter was gekomen waar m’n speciale aandacht naar uitgaat. Hoe groot zijn jouw borsten?’
‘Ja, Suzanne komt wel in een stukje voor.’
Die was er nog niet. Dennis zat nog in z’n 1tje te drinken. Maar hij had wel vast een biertje voor z’n vriendin besteld.
‘Oja? Dat wist ik niet. Kan ik me niet herinneren.’
‘Een stukje over nieuwjaarswensen. Met een meisje dat Kim heet. Is dat nog wat geworden?’
‘Nee, die heb ik al een hele tijd niet gezien. Daar heb je Suzan.’
Suzan keek me aan, vanonder haar wenkbrauwen.
‘Nuh!’ zei ik er snel achteraan. ‘Ik zei SuzanNUH!’

Zo, die hoor ik voorlopig niet meer klagen over Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *