oefelen

Nog wat meer over de muziekles. Ik kreeg dat na afloop van school, op een bepaalde middag in de week. Ik hoefde er niet ver voor te lopen, nog geen 5 minuten achter ons huis was ‘t schooltje gelegen dat voor de muzieklessen gereserveerd was.
Ong 20 kinderen stonden op ‘t pleintje te wachten tot de leraar de voorgaande groep had uitgelaten. Hij deed dan de deur open, de leerlingen stormden naar buiten & wij mochten naar binnen.

We waren allemaal klein, in mijn herinnering. Ik geloof dat we in de 2e klas van de lagere school zaten, 8 jaar oud dus. ‘t Kan ook de 3e zijn geweest, & wij een jaar ouder. De stoeltjes waren klein, de tafeltjes, de wc’s. Alles was klein, behalve meneer van Oefelen.

Meneer van Oefelen straalde uit wat z’n naam leek te zeggen. Of ik heb vanaf dat moment die associatie bij de ‘oef’-klank gekregen. Hij slofte. Op z’n sloffen. Daar had-ie geitewollen sokken ingestoken. Hij slofte óf omdat z’n voeten de sloffen niet in bedwang konden houden, óf omdat z’n lichaam niet anders kon. Hij had een buik die af & toe tussen de knopen van z’n blouse te zien was. Zweetvlekken onder z’n oksels, rommelige kleding. & Een slepende lijzige stem. Net als z’n manier van lopen. Hij leek tijdens de les in slaap te zullen gaan vallen. Misschien kwam dat door z’n eigen lijzige stem. Daar hadden wij nl ook last van.

Hij legde aan een meisje uit dat ze haar ene oor moest dichthouden terwijl ze zong. Dan zou ze minder vals gaan zingen. Want haar eigen stem vervormde ‘t geluid voor haar. Waarna we ‘t lied weer van voren af aan probeerden. ‘t Meisje hield verbaasd & licht verontwaardigd haar rechter-oor dicht. Maar ze zong niet meer oorverdovend vals.

We zongen veel. Vooral aan ‘t einde van de les. Dat vond meneer van Oeffelen een mooie afsluiting. Maar ik als jongen zong zo min mogelijk mee. In de kerk vond ik ‘t ook maar niks dat ik mee moest zingen. Bij meneer van Oefelen al helemaal niks. Tussen al die meisjes die ik niet eens van school kende. Er was in de hele muziekklas maar 1 meisje die net als ik op de Alphons Ariënsschool zat. Daar wilde ik niet voor zingen. Zeker ook niet voor die andere rare meisjes van de muziekklas. Dat meisje met haar ene oor dicht had een vriendin. Die praatte veel meer. Ook niet leuk. Later ben ik er achter gekomen dat dat soort vrouwen kenaus zijn. Veel later, was dat.

Meneer van Oefelen had geen zin in muziekles. Ik ook niet. Maar ik dacht dat hij dat wel van mij zou begrijpen. Ik dacht dat aan z’n slepende tred te kunnen aflezen. & Toch legde hij ons elke keer meer over muzieknoten & -balken uit. Daarnaast gaf hij ons ook nog huiswerk mee. Als we niks aan de theorie zouden doen, vertelde hij, zou ‘t ook nooit wat worden als we een muziekinstrument wilden gaan bespelen. Terwijl hij dat zei, tekende hij nog wat noten op ‘t bord. Hij kon erg goed 5 horizontale lijntjes trekken & daartussenin wat noten. Allemaal met stokjes eraan. Want de ½e & dubbele noten kregen we pas in de volgende klassen van de muziekschool. Hij kon alleen niet zo goed geanimeerd over die stokjes op lijntjes vertellen. Daar leek-ie niet meer de puf voor te hebben.

Ik vond ‘t heel logisch, jaren later, dat in een reclame op tv meneer van Puffelen ontslagen werd (‘Meneer van Puffelen; u bent ontslagen!’ deden we na op ‘t schoolplein). Dat kon niet anders met zo’n naam.
Ik stond er ook niet van te kijken dat meneer van Oefelen ‘t jaar daarna geen les meer aan ons gaf. Hij was ziek, werd door z’n vervangster verteld. Niet lang daarna is de man overleden. Hij had vast geen zin meer.

Men beheerst ‘t in Zijperspace wat minder goed.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *