omkeren

Met ‘t Omgekeerd woordenboek kan je makkelijker woorden vinden, die je wél weet te omschrijven, maar die niet verder komen dan dat ene puntje voorin de mond.

Ik beschouw ‘t echter meer als een leuk speelgoedje, waaraan makkelijk kwasi-filosofische reakties ontlokt kan worden.
Zo heb ik ‘t woordenboek de vraag gesteld: waar ligt zijperspace. ‘t Resultaat liegt er niet om:
Ziektebed = bed waarin een zieke ligt; ziekte.
Hoofdschakelaar = schakelaar waardoor het hele net dat erachter ligt kan worden in- en uitgeschakeld.
Bakermat = de plaats waar iemand is geboren en opgegroeid, waar hij vandaan komt; plaats waar de oorsprong van iets ligt.
Filosofie = gedachtegang die aan iets ten grondslag ligt; wijsbegeerte; wijsgerig stelsel.

Op de vraag hoe laat is bedtijd in Zijperspace weet ‘t bovenintelligente machientje mij te antwoorden met:
Tijdtafel = lijst van jaartallen met historische gebeurtenissen; lijst waarop vermeld staat hoe laat het is op een zelfde ogenblik in verschillende plaatsen.

Dit instrument zal ‘t leven gemakkelijker maken in Zijperspace.
(Met dank aan Gijs).

archivering

Ik hoef helemaal niet te weten wie de persoon is geweest. Ik vind ‘t gewoon een mooi gegeven bij m’n teller te zien dat op 12:04 iemand van de Rijksarchiefdienst te Den Haag bij mij is langsgeweest.

Zodat later de kinders in Zijperspace….

onderhoud

Beste Klant,

In de nacht van zondag 17 op maandag 18 februari
zullen wij onderhoud aan ons netwerk plegen.

Uiteraard zullen wij proberen om de downtijd tot
een minimum te beperken.

Ok, ik geef toe: ik ben ook nog maar net wakker, dus bij mij duurde de nacht ook tot laat in de ochtend.
Dit was de 1e keer & misschien wel heel toevallig dat ‘t moest plaatsvinden zo kort na mijn start bij Protagonist.

Zijperspace is in ieder geval niet meer down.

10 ergernis, maar dan over div dingen die hun eigen ding doen

Plots geeft m’n comp ‘ding’ ipv ‘dingdong’ (dat heet officieel ‘notify’) bij ‘t binnenkomen van meel. Alle geluiden van windows 98, dat m’n comp voert, blijken in de war te zijn. Slechts ‘chord’ lijkt naast ‘ding’ oproepbaar, maar als je normaliter ‘chord’ hoort, duidt dat meestal op een foute handeling. Van dat geluid wil ik natuurlijk zo snel mogelijk af, want ondertussen zijn we al dermate gepavloviseerd, dat negatieve gevoelens vanzelfsprekend opkomen bij ‘t aanhoren ervan. Ik zal wel weer wat stoms uitgehaald hebben, bedenk ik me daardoor schuldbewust.

& Dan ook nog: elke keer als ik een nieuwe window wil openen, verschijnt ‘t precies in ‘t formaat dat ik niet wil. Laat ‘t maar meteen ‘t volledige scherm vullen, dan heb ik tenminste overzicht, is mijn uitgangspunt. & Als ‘t dan perse in een kleiner formaat moet, laat ‘t dan in ieder geval steeds op de te verwachten, dus steeds dezelfde, plek verschijnen.
Nee, alles moet zo onverwacht mogelijk, zoveel mogelijk muisarm-bevorderend. Dus elke keer weer verschijnend op een plek waar ik ‘t niet verwacht.

Ik heb de comp opnieuw moeten opstarten. De ‘ding’ is daarna weer vervangen door de geluiden die ik gewend was. Maar die stomme windows doen nog steeds hun eigen ding.

Tot zover over de dingen zoal gaande in Zijperspace

praters

M’n collega heeft me behoed voor een kennismaking met een zekere Otto. Volgens m’n collega is dat de grootste ouwehoer die hij ooit heeft meegemaakt. & Hij kon zich niet voorstellen dat ik daar lang tegen opgewassen zou zijn, als ik ze zou helpen bij ‘t opknappen van hun eigen studio. Dus heeft m’n collega me uiteindelijk toch maar niet gebeld voor ‘t inroepen van hulp. Waarschijnlijk heeft-ie daar wijs aan gedaan.

Ik was verliefd op Wemmeke, die zich regelmatig met haar beste vriendin rond ‘t zelfde tijdstip in de coffeeshop bevond. Ik blowde vrij veel, had altijd wel wat stuff bij me & maakte ‘t zodoende nog wat aangenamer vertoeven. Niet alleen voor mezelf, Wemmeke & haar vriendin namen ook altijd wel 1 of 2 haaltjes. Waardoor we totaal op dezelfde golflengte leken afgestemd & m’n verliefdheid volledig terecht leek.
De vriendin hadden we nodig als xcuus elkaar te ontmoeten: Wemmeke moest wel een geldige reden hebben om de stad in te gaan. Bovendien leek ze ‘t smeulend vuurtje alleen maar te willen aanwakkeren. Ze kwebbelde als ‘t ijs gebroken moest worden & trok zich terug als Wemmeke & ik meer aandacht voor elkaar nodig hadden. Dan maakte ze wel een gesprek met iemand die toevallig ook in de buurt zat.
Alleen dat jochie wilde niet alleen maar met de vriendin van Wemmeke praten, die wilde dat iedereen naar hem zat te luisteren. Hij trok alle aandacht naar zich toe, ging uit zichzelf bij je zitten. In z’n stonede gedrag had-ie waarschijnlijk niet door dat andere mensen niet gestoord wilden worden. Verhalen volgden over hoe goed de stuff wel niet was die hij net in handen had gekregen, hoe stoned hij was tijdens de lessen op school vanochtend, de hoeveelheid geld die hij dagelijks aan hash uitgaf, dat de stuff die hij op dit moment aan ‘t blowen was toch écht fantastisch was, want zo stoned was-ie nog nooit geweest, & of we wilden weten waar in Amsterdam hij dat had weggehaald.
Allemaal verhalen ter meerdere glorie van zichzelf, ten doel zijn kennis ten toon te spreiden van ‘t goedje waar iedereen in de zaak onder invloed van stond. Hij kon daar niet over ophouden. Z’n mond stond dan ook niet stil. & De aandacht die Wemmeke & ik voor elkaar bestemd hadden, werd afgeleid door z’n urendurende spraakwaterval.

Daar moest eens een eind aan komen. Ik had alleen niet verwacht dat ‘t zo abrupt zou gebeuren.
We verkeerden net in de roes van de opgestoken joint, toen ‘t jochie wederom ongevraagd tegenover ons kwam zitten. Hij wilde van wal gaan steken met weer een nieuw verhaal over ‘t oude onderwerp op een doordrammende kwetterende toon, maar ik onderbrak ‘m. Meestal drong ‘t niet tot ‘m door dat andere mensen wat zeiden, maar ditmaal bleef ik doordringend op ‘m inpraten.
Ik heb ‘m verteld dat ik genoeg had van z’n monologen, z’n stoere praatjes, z’n desinteresse voor andere mensen, z’n puberaal gedrag, dat zijn verhalen ‘t laatste was waar ik op zat te wachten. Heb ‘m gevraagd of-ie nou nooit doorhad dat we een gruwelijke hekel aan ‘m hadden, dat we elke keer probeerden van ‘m af te komen, dat Wemmeke & ik ‘t liefst de avond met z’n 2en doorbrachten & of-ie niet een verschrikkelijke hekel aan zichzelf zou krijgen nou ik dit allemaal tegen ‘m gezegd had. Maar dat ik ‘t laatste antwoord niet wilde weten; hij moest simpelweg begrijpen dat we niks met ‘m te maken wilden hebben. Of-ie vanavond & de avonden die zouden volgen niet meer bij ons wilde gaan zitten. Gewoon, omdat we ‘m niet konden uitstaan.

Ik heb ‘t jochie daarna nooit meer gezien.

1 van m’n collega’s vroeg of dat jochie misschien Otto heette.

Otto is waarschijnlijk ook niet welkom in Zijperspace.

verlanglijstje nr 21

De tijd van de verjaardagen naakt. Om de zoveel weken, of soms enkele malen per week, dient er de komende tijd familie gevisiteerd te worden. Dan wel de felicitaties telefonisch overgebracht. Volgende week maandag zal de 1e van ‘t nieuwe jaar plaatsvinden.

& Voordat ‘t goed & wel tot me doorgedrongen is (dat is natuurlijk niet waar), moet de organisatie van mijn verjaardag z’n aanvang hebben genomen. Voor die tijd moet ik wel wat te wensen hebben, zoals dat ook voor Sinterklaas noodzakelijk was.

Vandaar: ik wil m’n verzameling noodzakelijke naslagwerken uitbreiden met enkele uit de Van Dale-collectie. Zoals daar zijn: het Groot Synoniemenwoordenboek, het Idioomwoordenboek & het Etymologisch woordenboek.
‘Noodzakelijk?’ vraagt men zich af? Inderdaad: noodzakelijk. Ik heb nl sinds kort een 2e stoel naast m’n comp geplaatst & behalve de laatst verschenen daklozenkrant, ligt daar nog niets wat op de schijn van een nieuwe berg bedrukte inkt kan duiden.

Er dient weer chaos in de orde van Zijperspace te komen.

geheugen (6)

In die tijd had ik een niet al te grote krantenwijk, vervoerde ik me over ‘t algemeen op de fiets, zat ik op de lagere school & woonden we op de Marsdiepstraat. Dat betekent dat ik tussen de 10 & 12 jaar oud moet zijn geweest.

Als we op de fiets de deur uitgingen deden we dat altijd via de achterkant van ‘t huis, omdat alle fietsen in de garage stonden. Achter de huizen van ons rijtjeshuis, lag er een stille ruimte, ingesloten door de garages & de achterkanten van wat kleine kantoren & winkels, die slechts door de buurtkinderen gebruikt werd. Daar werd gevoetbald, tikkertje gespeeld, de muren bekladderd & op oudere leeftijd zelfs stiekem gerookt.
Maar voornamelijk diende ‘t als vertrekpunt met de fiets. Achter de garages langs, over ‘t voor jaren braakliggende terrein achter ‘t Shellstation, langs ‘t veldje waar later ‘t bejaardentehuis opgetrokken werd, met aan de andere zijde ‘t Mobilstation.

Gedurende een korte periode was ik gefascineerd door ‘t funktioneren van m’n geheugen. & Dan vooral ‘t visuele gedeelte ervan. Ik vroeg me af hoe ‘t kwam dat bepaalde beelden opgeslagen werden & anderen al snel verdwenen waren. & Of je je best kon doen beelden, hoe onzinnig ook, toch te bewaren in je hoofd, zonder dat ze van belang waren voor herinnering; of je je geheugen kon manipuleren in deze.

Ik fietste dus voorbij Mobil & zag vanuit de verte al dat de dienstdoende pompbediende bezig was de straat voor ‘t benzinestation schoon te spuiten. Gekleed in een blauw werkpak spoot-ie breeduit langs z’n wachthokje. Hij was nog volledig in ‘t bezit van al z’n zwarte haren & de zon scheen mat. Voorbijrijdend besloot ik te kijken hoelang dat beeld in m’n hoofd zou blijven bestaan, & sloeg ‘t zodoende als een soortemet foto op in m’n geheugen.

Om de zoveel tijd controleer ik of ‘t beeld nog bestaat. ‘t Is er nog steeds, hoewel waarschijnlijk vager & lichtelijk aangepast. ‘t Verdwijnt echter nooit geheel.

Die man zou nooit te weten komen dat-ie op dat moment een leven lang opgeslagen werd.

& Zodoende voor altijd deel zal uitmaken van Zijperspace.

bijna nooit

Bijna nooit zie je een vogel in de lucht
zich bedenken, zwenken, terug.

(Judith Herzberg)

Ik kwam dit gedicht vandaag na bijna 2 jaar opnieuw tegen bij Actiereactie, nadat ik ‘t toendertijd gebruikt heb om te verkondigen dat ik op ‘t punt stond m’n huis te verlaten voor m’n wandelvakantie in Groningen. Toen sloot ik m’n meeltjes al op een bepaalde wijze af:

Men doet nu verwoede pogingen een vogel te imiteren in Zijperspace.

Bij (natuurlijk wegens heimwee vervroegde) thuiskomst is onmiddelijk onderstaand stukje richting dezelfde mensen gegaan:

Ik heb gerend, m’n armen gespreid, gehoopt dat de winden me op zouden nemen, gefloten, getjilpt & gekoerd, in de verwachting dat mijn broeders zouden antwoorden.
Maar over het algemeen bleef het stil, slechts in de ochtenduren vingen de vogels als een zangkoor aan, terwijl ik mijn nachtrust nog niet beëndigd dacht te hebben.
Mijn volgende pogingen zal ik ‘t zonder rugzak gaan ondernemen, misschien dat ik dan tot grotere hoogtes stijg, doordat er minder aardse gedachten mij aan de grond houden.

Voorlopig staat men weer onder invloed van de zwenkende zwaartekracht in Zijperspace.

stil

Wat heeft ‘t voor zin om vandaag te schrijven als er toch geen hond langskomt. Dan kan ik m’n verhalen net zo goed uitstellen totdat de Loglijst mijn veranderingen weer registreert.

Tot die tijd pogen we stilte in Zijperspace.
Update: Om 12:05 uur heeft Robert-Reijnder de problemen blijkbaar op kunnen lossen. Ik was echter al te ongeduldig, zoals inmiddels hierboven valt te konstateren.

top

Men moet weten:
mocht men vrezen,
& streven toch
voor al die tijd,
immer zelf,
dezelfde neus
(punt op top,
zalvend slepend,
sluiers wekkend).
Mocht men
beseffen, stuipen
trekken, week
slapen & daags
ontwaken. Dan
is maken niet
van deze tijd.

We zien de halte niet in Zijperspace.
(En morgen haal ik de top weer weg).