post

Ik krijg nooit post. Niet van die post waarvan je denkt: dit heb ik nou altijd al willen lezen. Tuurlijk wel abonnementen op tijdschriften, ik moet me ergens mee vermaken tijdens m’n eenzaamheid, & bankafschriften, dat heeft ook zo z’n noodzakelijke reden. & Soms, een enkele keer, vooral niet te vaak, stel je voor dat de mensen, de postbodes bedoel ik dan vooral, die ik allemaal van naam ken & zij mij, er iets van gaan denken, dat ik bijv populair ben (dan groeten ze me vast niet meer ‘s ochtends vroeg); soms dus, krijg ik een uitnodiging voor een feest, of een partij. Maar dat weet ik vaak al ver van te voren. Dat heeft men mij mondeling al een eeuwigheid geleden aangekondigd. Ik krijg dus een schriftelijke bevestiging als ‘t ware in de bus.

Best wel lief, hoor, dat laatste. Zo kreeg ik dus die hele mooie uitnodiging van m’n ouders. Voor ‘t 45-jarige (hij kan niet vaak genoeg getoond worden). Wist ik al ver van te voren. Maar daarentegen dermate vaak ook weer vergeten, dat ‘t me moeite kostte vrij te krijgen van m’n werk.

Andere categorie is ‘t bedankwoordje achteraf. Ik ken echter nog te weinig mensen die overleden zijn. Wellicht dat ik dan wat meer van dergelijk gevulde enveloppes in m’n bus krijg. Misschien dat ik ook wat meer m’n best moet doen m’n sociale kontakten te onderhouden. Zodat ik uitgenodigd wordt op de begrafenis, & ‘t er op volgende bedankwoordje terecht aan mij gericht is. Niet omdat ik toevallig in ‘t adressenbestand van de overledene stond.
Verrassend was dan ook ‘t bedankje van Stella. Dat ze ‘t leuk vond dat ik aanwezig was op haar laatste avondje uit in Amsterdam. Voordat ze naar Culemborg vertrok. Lag 1 week later in m’n bus. Voor de rest was de deurmat leeg, maar dat ben ik wel gewend.

Op m’n brievenbus hangt ‘Nee/Nee’. Ik wil reclame noch huis-aan-huisbladen ontvangen. Deze mededeling wordt categorisch genegeerd door pizza-reclame-bezorgers. Ik ben wel ‘ns achter 1tje aangerend (snel de sleutel gepakt, zodat ik niet buitengesloten kon worden door een plotse windvlaag); heb ‘m ‘t foldertje teruggegeven, onderwijl uitleggend, in fatsoenlijk onverstaanbaar nederlands waarschijnlijk, waar die stickers voor dienden. Hij lachte lief naar me.

Daarom ben ik zo blij met m’n ‘gerichte post naar Zijperspace’. Krijg ik tenminste af & toe een persoonlijk meeltje. Niet gestencild, geen prefab folder/afschrift. Zegt men tegen me dat ik aardig ben, of dat ik in ieder geval zo overkom als ik schrijf. Soms stelt men mij een vraag. Vind ik ook wel leuk. Want Ton weet altijd raad. Zolang ‘t over mezelf gaat.

Soms vraagt men aldus of ik aandacht wil besteden aan hun. Maar dan vraag ik me af: waarom zou ik aandacht besteden? Aan iemand die geen aandacht voor mij heeft? Er wordt geen aandacht besteedt aan mij, nu moet ik ‘t plots wel voor anderen hebben. Terwijl ik amper tijd heb om mezelf te kunnen doorgronden. Aandacht te geven. Tenminste, zo voel ik dat dan.

Toch neem ik ‘t ze niet kwalijk, hoor. Ik ben blij dat ik wat ontvang. Ik kijk dagelijks bij thuiskomst verlangend naar de meelbox. M’n humeur is goed als ik er iets in heb mogen ontvangen. Dan kan ik de mensen wel kussen. Maar helaas zijn die er dan weer niet. Dus zet ik de kachel maar weer aan.

‘t Is een kleine koude kamer, Zijperspace.

Dit ihkv geleverde suggesties nav ‘t stukje wachten, waar overigens nog altijd meer aan toegevoegd mag worden. Dit schrijven is tot stand gekomen dankzij de suggestie van Website4all. Wordt vervolgd zolang de voorraad strekt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *