psychosis

The Eighties Matchbox B-Line Disaster - Safari Psychosis

Andere fietsers staan stil. Ik schiet portieken, geparkeerde auto’s, voetgangers voorbij. De taferelen op straat worden een surrealistisch schouwspel. Ik zie in m’n ooghoek een man achter een vrouw aan rennen, zwaaiend met haar handtas, lachen. Taxi-chauffeurs roken een peukje, verstild in hun portiek. Ik weet dat ’t er zo moet uitzien, heb ’t vaker gezien. Maar ze zijn niet meer dan openstaande deuren die nog net geregistreerd & ontweken worden. De Febo op ‘t Damrak wordt een flits van geel, aangevuld met enkele langgerekte bruine vlekken van de massa die de laatste trein wil halen. Ik kan nog net zien hoe schaars de dames gekleed zijn, maar eigenlijk heb ik meer belangstelling voor de slingerende beweging van de fietser een 100-tal meters verderop. Hij verstoort ’t ritme.
Achter m’n rug is ’t alsof iedereen mij met de blik volgt. Ik laat tonen naruisen over de meters die ik afleg. De straten weerklinken nog secondes na van mijn kortstondige aanwezigheid. Voor mij is ’t alleen niet te zien. Ik ga door. Slecht een bocht, op ’t ritme van de bas, sla ongemerkt m’n hoofd op & neer als de bekkens geraakt worden, open ogenschijnlijk m’n mond om adem te halen als ik de schreeuw van de zanger playback, ’t pompen van m’n benen wordt versneld door de noodzaak ’t dreunen bij te houden. Ik moet, ik moet, ik moet, zingt ’t gelijktijdig in m’n hoofd. Scheur de bocht om de Damstraat in.
Ik sta voor de deur, zoek ’t sleutelgat, maar kan ’t niet vinden. Binnen enkele secondes van stilstaan is m’n bril beslagen. Is niet belangrijk, als ik maar ’t gevoel heb dat ’t nog steeds snel gaat. Ik moet plassen. Ik voel ‘t nu ik van ’t zadel ben afgekomen. M’n discman geeft nog steeds ’t ritme aan, voert ’t tempo van m’n handelingen op. Ik haal m’n bril voor m’n ogen vandaan, trek ‘m uit beeld & sla daardoor onbedoeld de discman in m’n jaszak op pauze. Hij is shockproof, heeft z’n 1e test doorstaan, maar heeft wel knopjes.
De betovering is verdwenen. Geluid is weg. De nacht is koud. Donker. Slechts lantaarnpalen schijnen warm. Ook ’t zweet op m’n voorhoofd voelt opeens koel. Ik krijg ’t benauwd van de sleutel die niet in ’t gat wil. Benen wat dichter bij elkaar. Hel nog wat meer naar voren. Concentratie nu.
Pis bijna in m’n broek als ik ‘t toilet binnen stommel.

Zijperspace heeft weer z’n eigen kadans.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *