rattenvangerinstructies

‘Als je ’t niet erg vindt dan ga ik nog even snel naar de wc,’ zeg ik tegen de rattenvanger. ‘Ik kom net uit bed.’
Zoiets vinden mensen nooit erg, dat iemand naar de wc moet. Iets natuurlijks. Men kan ’t nou 1maal niet ophouden.
‘Ik had me een beetje verslapen,’ schreeuw ik door de deur heen.
Lekker schreeuwen in ’t huis dat altijd stil is. Een mens heeft iemand nodig om lawaai te rechtvaardigen. Om ’t produceren van geluid te rechtvaardigen. Hoe vaak klinkt je lach schallend door de kamer waar niemand anders zich bevindt?
De rattenvanger murmelt iets terug. Die was hier nog niet gewoon. Dat komt straks wel als-ie wat te vertellen heeft. Hij weet over bepaalde dingen meer dan ik. Over ratten onder andere. Dan gaat hij zich zeker voelen.
Dat moet je ze ook gunnen. Dag in dag uit passeren ze drempels waar ze geen huur voor betalen. Worden ze in een interieur gezet dat vloekt bij hun kapsel. Dan is ’t zaak dat ze op hun eigen onderwerp kunnen terugvallen.
Mensen die aan de deur komen weten altijd iets wat jij niet weet.
‘Oh, dan was de vorige rattenvanger van GG&GD,’ concludeert deze rattenvanger. ‘Ik ben gestuurd door ’t Oosten.’
Ah, vandaar dat ik geen brommer aan hoorde komen snorren.
Hij begint me uit te leggen wat de verschillende instanties doen. Wat ze anders doen.
Geen kwaad woord over z’n collega met de brommer.
‘Ja, ik doe dit werk al 17 jaar,’ zegt-ie. ‘& Dan leer je die beestjes wel kennen hoor. Je moet hun intelligentie niet onderschatten.’
Nee, ’t waren geen ratten, is meteen z’n conclusie. Nadat ik uitgeplast, m’n rits dichtgetrokken, de gang weer betreden & de deur naar de kelder had opengegooid.
Dat zag-ie in 1 oogopslag.
Ik zie ’t nu zelf ook. Keutels blijken plukjes tapijt. Schimmel is ’t grijs met blauwe schijnsel ervan.
‘Nee, dan hadden hier wel keutels gelegen,’ zegt-ie.
Ik probeer uit te leggen dat ik ’t kapot geknaagd tapijt voor beschimmelde keutels had aangezien. Maar kom er niet aan toe. Niet verder dan de aanhef.
Muizen. Die hebben ’t koud. Er zit vast een opening naar de tuin. Die beesten moeten knagen. Ratten & muizen. Aan 1 stuk door. Ze eten niet. Nee, ze knagen. Anders worden hun tanden te lang. Die blijven doorgroeien. Dus hij voelde warmte vanonder de deur komen. Dan wil-ie ook die kant op. & Maar knagen.
‘Geen keutels,’ wijst de rattenvanger. ‘Dan was er ook niks te eten voor ‘m. Maar ik ga nog wel even verder kijken.’
Ja, kijk alsjeblieft nog even verder, denk ik. Overal. Ik wil dat m’n gehele huis doorgelicht wordt. Ik zal ’t niet zeggen, maar wel elke gelegenheid te baat nemen om ervoor te zorgen dat je nog een keertje goed kijkt. & Nog een keer. Gewoon een kwestie van onnozele vragen stellen.
‘Maar kan zo’n rat tussen de drempel & een deur door?’
Ik weet allang dat ’t geen rat kan zijn. Dat heeft-ie me net uitgelegd. Maar deze vraag resulteert in ’t grootste effect.
Hij heeft filmpjes gezien, vertelt-ie. Instructiefilmpjes. Ratten die eieren tegenkwamen. Vinden ze heerlijk. Maar ze eten nooit op de plek waar ze eten tegenkomen. Nee, ze nemen ’t mee richting nest. Zo’n ei dan, hè, die krult-ie dan in z’n staart. Hij legt z’n staart in een rondje & de andere rat rolt ’t ei erbovenop. Dan sleept-ie ‘m mee.
‘Daar sta je van te kijken, hoor, wat die beestjes allemaal kunnen. Muizen zijn veel minder intelligent. Die eten ’t voer meteen op waar ze ’t vinden.’
Dus pakt-ie bakjes & zakjes.
’t Is bloedverdunnend, dat gif. Kunnen zowel ratten als muizen niet tegen. De muis eet ’t hier op. De rat sleept dat zakje mee.
‘Ah, een boodschappenzakje,’ grap ik.
Wil nog wel verder gaan. Om de rattenvanger te laten merken dat ik wel een lafbek ben, maar ’t wel weet te relativeren.
’t Volgende grapje is dat er eigenlijk ook nog hengsels aan moeten komen, aan die zakjes, maar de rattenvanger praat door.
‘Kijk, ik leg 3 zakjes op duidelijk herkenbare plekken. Kijk maar even mee. Die bakjes die verstop ik. Dat vindt de muis dan weer prettig.’
Ik kijk ijverig mee. Ik begin de muis & de rat te begrijpen. De rattenvanger ook. Maar die was al mens. Die had al een voorsprong.
‘Als die zakjes nou verschoven zijn….’
Nu goed opletten. Ik hoor ’t aan z’n toon. Dit is mijn instructie. Rattenvangers kunnen niet alles zelf doen. Een beetje zelfwerkzaamheid van de bewoner is noodzakelijk. Ik weet ‘t, want daar komt ‘t.
‘…dan is er een rat.’
Ik had ’t kunnen raden.
‘Dan moet je maar weer een keertje bellen. Over een weekje of 4.’
4 Weken niet de kelder in, draag ik mezelf op.
‘& Dat muisje, die komt niet meer. Tenzij hij ’t koud heeft. Dan vreet-ie z’n buikje vol & dan zie je ‘m evengoed niet meer.’
Nooit meer muizen, droom ik weg.
‘Nou, ik hoor ’t wel. Over een week of 4. Maar waarschijnlijk zie ik je niet meer.’
Oh, wat lekker, die zelfverzekerdheid. Ik zou bijna zijn ratteninstructievideo willen bekijken. Maar in plaats van er naar te vragen zeg ik de man vriendelijk gedag.
Volgende keer krijgt-ie koffie.

Want dan ben ik zo oud dat er altijd koffie klaar staat voor mensen die langskomen in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *