rondje

Ik controleer of ’t een perfecte cirkel vormt & lees dan weer snel verder. Zonder dat ik die veronderstelling in de gauwigheid van een vluchtige blik heb kunnen bevestigen.
Een licht schaamtegevoel speelt mee. Dat ik me met zo iets onzinnigs bezig houd als ’t vormen van een cirkel. Een rondje, gevormd door m’n linkerduim & -wijsvinger.
Dat is de reden dat ik niet te lang mag kijken.

Maar omdat ik me die dwang heb opgelegd (vooral verder lezen, vooral niet meer naar links kijken waar die vingers nog steeds gekromd elkaar aanwijzen) word ik binnen niet al te lange tijd weer naar ’t rondje van m’n vingers getrokken.
Ik kijk snel hoe groot ’t is. Zou m’n oog er in passen? Als een verrekijker, weet je nog wel?
Ik leg verdomme zelfs m’n boek kort opzij om ’t te checken. M’n 2 vingers schuiven voor m’n oog.
Jajaja, ’t rondje is groter dan de algehele oogkas.
Pff.

Na die conclusie besluit ik me niet meer af te laten leiden van m’n boek.
Ik pak ‘m weer beet. Probeer me weer te concentreren op ’t verhaal. Zoek de laatste zin. Zet m’n armen & handen weer in de meest comfortabele houding. & Dek met m’n 2 duimen de pagina-nrs af.

Dat laatste probeer ik altijd zo lang mogelijk vol te houden. Om niet te zien hoe ver ik ben.
Ze zitten ook altijd in zo’n afleidend hoekje van de pagina’s. Je ogen worden er als vanzelf naartoe getrokken.
’t Is zoiets als een blinde vlek, net buiten ’t bewuste beeld, maar afleidend duidelijk aanwezig schuift ’t mee met de leesrichting.
Nee, ’t schuift niet mee. Maar doordat ’t in ’t gezichtsveld steeds van positie verandert terwijl de pupillen hun positie aanpassen aan de leesrichting, lijken ook zij zich te verplaatsen.
Vingers er bovenop. Kijken wat de beste houding daarvoor is.

Maar weet ik eigenlijk wel hoe ver ik ben? Wanneer eindigt dit hoofdstuk? Hoeveel procent ligt achter de rug, hoeveel procent van ’t totale aantal bladzijdes is er nog te gaan?
Dus: duimen omhoog om de pagina’s ruim baan te geven. Of nee, slechts 1 duim. Dat moet genoeg zijn.
Pagina-nr toont zich.
Daar moet dan 8 van afgetrokken worden. Voor de bladzijden dat ’t duurde voordat ’t verhaal werkelijk aangevangen was.
Vervolgens naar de achterkant van ’t boek. De laatste pagina met tekst. Heel voorzichtig. Er mag vooral geen letter gelezen worden van dat slotakkoord.

Alsof je met je handen op je oren keihard staat te schreeuwen om vooral niet te horen wat voor verschrikkelijks iemand anders aan ’t vertellen is. De uitslag van een sportwedstrijd die je bij thuiskomst alsnog wil bekijken. Een vies verhaal met poep er in. Een verslag van hoe ’t kwam dat iemand z’n nagel gescheurd had.

Dán weet ik ’t.
& Bedenk ik me dat ik er niets aan heb.
Doorlezen. ’t Boek moet uit. Snel. Of net iets minder snel.
Ik leg m’n benen weer goed. Zodat ze prettig liggen.
Ik pak ’t boek met beide handen beet. M’n vingers in een rondje. Een cirkel zo men wil. Een cirkel net iets groter dan m’n oogkas.

Dat gaat straks nog een keer gemeten worden in Zijperspace.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *