rook

‘’t Eten zal toch ondertussen wel klaar zijn,’ zei ik tegen m’n broer.
‘Dan bel je toch even op,’ zei Quint. ‘Als ’t nog lang duurt, dan kan je nog wat doen. Over 10 dagen moet ik open.’
Ik belde, want ik werd een beetje slap van de honger. We hadden al veel werk verzet. & De hamburger als tussendoortje, bouwvakkermaal, leek ondertussen al lang geleden.
M’n moeder nam snel op.
‘Ja,’ begon ze meteen, ‘er is witte rook gekomen.’
‘Oh, er is een nieuwe paus?’ begreep ik.
‘Ja, om ½ 7 maken ze bekend wie ’t wordt.’
‘Quint,’ riep ik naar m’n broer, tussen ’t zagen door, ‘er is een nieuwe paus.’
Hij had zich al de hele tijd lopen ergeren. Elke nieuwsbericht op de radio was gerelateerd aan de mogelijke nieuwe paus.
‘Hang ‘em high,’ reageerde hij.
Hij legde vermoeid de zaag opzij. ’t Gat in de bar, als ruimte voor de tap & spoelbak, was nog lang niet klaar.
Hij keek cynisch.
Ik lachte.
‘Ja, joh,’ zei ik, ‘van nu af aan hoef je niet elk uur ‘tzelfde nieuws op de radio te horen.’
‘Wat zei Quint?’ vroeg Ma die gemurmel op de achtergrond had gehoord.
‘Oh, Quint maakte een grapje,’ zei ik wijselijk.
‘Wat zei hij?’ vroeg ze door.
Ik probeerde de opmerking van Quint op te vangen door er omheen te draaien.
‘Dat-ie opgehangen moest worden,’ vulde Quint 1 van m’n leemtes van niet weten wat te zeggen hard in.
‘Nou,’ reageerde m’n moeder verontwaardigd, ‘hij weet nog helemaal niet wie ’t is geworden.’

In de auto luisterden we naar de radio. Een verslaggever stond op ’t St. Pieterplein.
‘’t Is een duitser geworden,’ meldde m’n moeder alvast.
‘Oh, gelukkig geen italiaan,’ zei ik.
‘Maar Marc hoopte eigenlijk al dat ’t juist hem niet zou worden. Een oerconservatief, zei Marc.’
We luisterden verder. Er werd uitgelegd wie Joseph Ratzinger was. Marc bleek gelijk te krijgen van de radio-expert.
‘Ik had ’t niet verwacht,’ zei deze. ‘Hij is oud. Hij is net zo conservatief als de vorige paus.’
‘Sommige mensen hadden ’t goed gevonden als ’t die donkere kardinaal was geworden,’ zei m’n moeder.
‘Ja, dat zei ik vorige week toch ook. Dat zou goed zijn voor de positie van de donkere wereldbevolking.’
‘Maar ik geloof eigenlijk,’ ging de expert van de radio verder, ‘dat ’t een tussenpaus is. De kardinalen willen niet plots allerlei veranderingen doorvoeren. Er moet 1st iemand komen die de weg voor zo iemand kan vrij maken. Hij zal waarschijnlijk toch niet al te lang meer leven. Zeker niet 26 jaar, zoals de vorige. Dan zou hij 104 moeten worden.’
‘Dat klinkt dan weer positief,’ zei 1 van ons.
‘Maar dat is dan ’t enige,’ zei de ander.

We kwamen binnen.
‘Kunnen we meteen aan tafel?’ vroeg ik onmiddellijk aan Marc.
‘Godverdomme,’ zei Marc alleen maar. ‘Is ’t toch die rot-duitser geworden. Godverdomme.’
‘Nou,’ probeerde ik uit te leggen, ‘op de radio hoorden we…’
‘Godverdomme, Ma,’ zei Marc weer. ‘Ik zei ’t nog: als ’t maar niet die duitser wordt. Dat stomme katholicisme ook.’
‘Nou, hou op!’ zei m’n moeder verontwaardigd. ‘Je beledigt mij óók als je zo praat!’
Marc ging weer de keuken in. Ik hoorde nog een vloek. Probeerde nog een keer, roepend naar de keuken, uit te leggen dat ’t waarschijnlijk een tussenpaus was. Moest daarbij denken aan ’t biertje dat je neemt als anderen te langzaam drinken. Maar ook naar zo’n tussenpaus wilde Marc niet luisteren.

In Zijperspace kregen we evengoed wel trek in een Benedictus.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *