rust

Ik heb besloten weer aan ‘t werk te gaan. Ik heb m’n werkgever wel van te voren duidelijk gemaakt dat ik ‘t rustig aan zal moeten doen.

Buiten ‘t bezoek aan ‘t feestje van m’n ouders heb ik de afgelopen dagen vooral slenterend doorgebracht. Kms in ‘t centrum afgelegd, op zoek naar niks. Rust waarschijnlijk, afleiding voor m’n getob. Maar naarmate de tocht duurde, werd ‘t gepeins & de somberheid groter. Ik besloot elke keer nog 1 blokje om te gaan, alvorens huiswaarts te keren. Tijdens dat blokje om zou ik vast de mensen tegenkomen die me zouden afleiden, die me zouden terugvoeren naar vroeger tijden, bleef ik maar geloven.
Ondertussen liep ik al die kms in m’n 1tje, zat ik aan een vreemde bar in m’n 1tje, praatte met de barman in m’n 1tje. Niemand die rond dit tijdstip al klaar was met werk, niemand die bereid was me per ongeluk te ontmoeten.

Op m’n rug droeg ik m’n rugzak, voor de zekerheid altijd gevuld met 2 boeken. 1 Waar ik in bezig was, de ander voor als ik de 1e plots uit zou lezen. Totaal overbodig, dat reserve-xemplaar, & toch nam ik ‘m elke keer weer mee.
Als ik thuisgekomen de ene titel beëindigde, begon ik aan een nieuwe, liet degene die nog in de rugzak zat rusten voor de volgende wandeltocht.

Een bezoek aan de bieb leek ook noodzakelijk. Ik had immers boeken liggen die as woensdag teruggebracht moesten zijn. & Ik wilde wel weer wat nieuws in huis. De mogelijkheid hebben tot wat nieuws, moet ik zeggen. Want van de stapel die doorgaans 1 van m’n tafeltjes siert, wordt er meestal slechts 1 aangesproken, gedurende de uitleentermijn.
‘t Gaf me in ieder geval een doel, tijdens m’n rondgang door ‘t centrum. Ik had een reden om over de grachtjes te lopen, ditmaal richting Prinsengracht. De gezichten van dagjesmensen & toeristen begonnen me de 1e middag al danig te vervelen. Steeds weer diezelfde regenjassen, mensen vol goede moed (vanwaar die goede moed?), op een hun totaal vreemde fiets, klaar voor vertrek door donderbuien de stad & omgeving in. & Ontelbare hordes die slechts 1 ding leken te verlangen: met hun koker van ‘t Van Goghmuseum of ‘t Rijks banjeren over de bloemengracht, waarbij deze geschreven dient met een kleine letter. De gracht bij uitstek die gemeden diende te worden.

‘t Gaf me ook wat conversatie, ‘t bezoek aan de bieb. Een vraag waar boeken zich bevonden die volgens ‘t comp-systeem wel aanwezig zouden zijn, maar zich niet in de kast bevonden. De dame trok enkele planken boven de juiste plek onmiddellijk ‘t bewuste boek tevoorschijn.
‘In de jaren dat ik in de bieb werkte, plaatsten we ‘wien’ altijd achter ‘wieg’,’ kon ik niet laten op te merken, duidend op de 4 beginletters van de schrijver.

Ik had beter thuis kunnen blijven, me verdiepen in de boeken, me warmen aan de kachel, me geld besparen op drankgebruik. De rust is er echter nog steeds niet. Ook al was ‘t ‘tgeen waarnaar ik op zoek was.
Ik ga maar weer aan ‘t werk, werkloos toezien zal voor mij nog wel jaren duren.

Vele kms dienen nog afgelegd te worden in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *