Ik heb een rare boom in m’n tuin. Ik heb ’t idee dat-ie er eigenlijk niet hoort. Zo’n japanse boom, denk ik vaak, want hij is veel te fijn.
De blaadjes bijv zijn veel kleiner dan die van bomen in andere tuinen. Heel teder traag komen ze laat in ’t voorjaar pas tevoorschijn. M’n buurvrouw vroeg nog of ’t wel goed ging met ‘m. Zij woont er nog maar net & kan niet beter weten. Als alle bomen al helemaal groen zijn, komen bij mijn boom de 1e knopjes pas. Heel verwend eigenlijk. Alsof-ie wil afwachten tot ’t zeker is dat ’t warm blijft.
De takken hangen. Veel in ieder geval. ’t Is net alsof ze vallen. Ik noem ze dan ook ‘vallende takken’, maar dat heb ik nog niemand verteld. Ze komen uit de stam, gaan een stukje rechtdoor & vallen dan naar beneden. Ze kunnen de weelde van de groei niet dragen. Sommige takken hebben helemaal geen blaadjes. Lijken een doods uiteinde van de boom te zijn. Daarom denk ik ook dat ’t een zware taak voor een tak moet zijn te hangen aan een japanse boom in een hollands klimaat.
Ik kijk vanuit mijn huis vooral naar de bast van de boom. Aan mijn kant van de boom willen de takken bijna niet groeien. & Indien wel, dan zijn ze inmiddels afgebroken. 1 Van die takken, voor mijn komst hier moet die toch tamelijk dik zijn geweest, is er vermoedelijk bij een storm afgebroken. ’t Restant zit nog aan de boom. Een buurman dacht dat ’t misschien beter was dat stuk er recht af te zagen. ’t Zag er uit als een ernstige verwonding, vond hij. De boom is al niet 1 van de sterkste. Aan een andere tak hangt ook al maanden een ander afgebroken takje. Dat lijken andere bomen niet te hebben.
Ik ben onmiddellijk na zijn opmerking op ’t hek ernaast geklommen om er een tak af te zagen, maar die bleek de buurman niet te bedoelen.
‘Bij die erboven kan ik niet komen,’ zei ik ‘m. Daarom hangt de verwonding er nog steeds.
Die fijne blaadjes zijn anders van kleur als die van de andere echte hollandse bomen. Veel helderder groen. Ze glinsteren ook in ’t zonlicht. Als je schilder zou zijn, zou je witte puntjes moeten gebruiken om die weerkaatsing van ’t zonlicht te illustreren. Nou ben ik geen schilder, maar ik kan wel zien dat ’t heel wit is, die weerkaatsing. Dan kijk ik naar de takken bovenaan & zie ik allemaal witte puntjes dansen op de wind. Temidden van groene blaadjes in een blauwe zee aan de hemel.
Deze boom is veel onrustiger dan de andere bomen. Ik voel me desondanks wel bij ‘m op m’n gemak. De takken schommelen, in tegenstelling tot ’t heen & weer zwiepen van z’n buren. Dan lijkt-ie meer te genieten van z’n gebonden vrijheid. Door haar vallende takken, lijkt-ie ook makkelijk gekwetst te kunnen worden, maar toch houdt-ie ’t vol. Dat mag ik graag zien.
De vogels zitten er ook graag in, vooral de wat grotere eksters & duiven. Dat is wel eens een nadeel voor mijn pas gewassen was. De t-shirtjes die daar slachtoffer van raken, stop ik echter gewoon bij de volgende beurt nogmaals in de wasmachine. Shirtjes zat.
De vogels vinden ’t geloof ik wel fijn dat de boom zo weinig bladeren, & dan nog fijne kleine, heeft. Hebben ze meer overzicht; kunnen ze beter de omgeving begluren. Misschien vinden ze ’t schommelen ook wel lekker. Zou ik zelf voor gaan.
Er staat een rare boom in Zijperspace.