sessie

‘’t Gaat niet,’ zei ik.
‘Wat gaat niet?’ vroeg Bert.
Ik noem ‘m maar Bert. Dat staat bovenaan m’n afsprakenkaart. Die ik bij elke afspraak weer vergeten ben mee te nemen.
‘Ach, we hebben er nog wel een paar,’ zegt Bert altijd aan ’t eind van een sessie, als we samen in de agenda’s kijken voor een andere afspraak.
& Ik voel me steeds slordiger worden. Terwijl ik dat niet ben, want alles heeft een vaste plaats. Tenzij ’t niet te vinden is. De afsprakenkaart van Bert vergeet ik gewoon steeds mee te nemen. Die ligt blijkbaar niet op een plek waar ik ‘m vanzelf vind als ik ‘m nodig heb.
Maar ’t gaat dus niet.
‘Er zit geen progressie in,’ lichtte ik toe.
Op die zin had ik me voorbereid. ’t Leek me de beste uitdrukking. Dit zou de lading dekken, had ik bedacht. Geen progressie.
‘Wat bedoel je?’ vroeg Bert.
Toch niet duidelijk. Jammer, daar doe je dan je best voor. Zit je een week lang te bedenken hoe je de boodschap moet overbrengen, ’t gaat om de 1e paar minuten, kort & bondig, alles samengeperst in 3 zinnen communicatie met elkaar bij binnenkomst & dan blijkt ’t woord ‘progressie’ niet te werken. Ik had ’t nog wel op vrienden uitgeprobeerd.
‘Hoe is ’t met je nek?’ had Marloes gevraagd.
‘Hm, er zit geen progressie in,’ had ik geantwoord.
Goed, daarbij had ik een moeilijk gezicht getrokken, maar dat deed ik bij Bert ook. & Bert heeft een opleiding gehad om moeilijke gezichten op hun waarde te kunnen schatten. Marloes begreep me onmiddellijk. Haar blik keek ’t volgende moment net zo moeilijk als dat ik de mate van samengeknepen billen in m’n gezicht had willen leggen.
‘Nou ja,’ ging ik verder met Bert, ‘2 weken geleden, weet je nog wel.’
Dan heb je in ieder geval een goede relatie met je fysio, als je ‘weet je nog wel’, desnoods zonder ‘nog’ ertussen, tegen elkaar kan zeggen. Dan voel je je op je gemak, dan kan je blijkbaar refereren aan iets wat je samen hebt meegemaakt & bovendien ga je er in zulk soort situaties vanuit dat de goede man (in dit geval, hè, in dit geval; volgende keer neem ik weer een dame) zich kan herinneren wát we dan samen hebben meegemaakt.
‘2 Weken geleden, weet je nog wel,’ zei ik dus, ‘dat was de 1e keer dat ik geen pil tegen de pijn had geslikt.’
‘Hm,’ knikte Bert bevestigend.
Hij vertoonde dezelfde glimlach als op ’t moment dat ik dat heuglijke feit toentertijd met veel enthousiasme had voorgelegd. Bert heeft z’n geheugen in z’n gezicht zitten.
‘Ik heb vanochtend voor ‘t 1st geen pil geslikt,’ had ik toen gezegd.
Z’n herinnering aan dat moment was werkelijk op z’n gezicht te lezen.
‘Sindsdien is ’t niet vooruit gegaan.’
Bert’s uitdrukking toonde vervolgens zorgen.
‘Ik heb mezelf zelfs ziek moeten melden, omdat ik een nacht niet slapen kon.’
Maar Bert’s gezicht kon al niet verder. Je hebt emotie, maar niet superemotie. Hij had betrokkenheid getoond, maar kon daar niet een overtreffende trap voor vinden.
‘Goed,’ zei Bert. ‘Ga maar zitten.’
Hij smeerde z’n handen in met massagespul. Ik weet niet wat voor massagespul, want ik zit altijd met m’n rug naar hem toe als we in die fase van onze sessies zijn beland. Voorhoofd tegen een kussen, armen ontspannen gestrekt ernaast gelegd, over de massagetafel. & Hij begint dan m’n nek & bovenrug te beroeren. ’t Enige waar ik dan nog op let is ’t heen & weer bewegen van de massagetafel. Tenminste, de mate waarin de massagetafel beweegt tov ’t beeld dat m’n ogen hebben gevangen. Want eigenlijk beweeg ik, schommel ik onder ’t regelmatige kneden van de spieren in m’n nek, & houdt massagetafel mijn lichaam zo veel mogelijk op dezelfde plek.
‘Daar lijkt wel een knoop te zitten,’ zei ik, toen Bert een bepaald gedeelte bij m’n schouderblad met z’n vingers passeerde.
‘Ja, daar zit ’t goed fout.’
‘Weet je,’ begon ik weer, terwijl de knoop eens duchtig onder handen genomen werd, & ik daardoor maar moeizaam de woorden uit m’n keel naar boven kon krijgen, ‘’t is eigenlijk allemaal planning, wat ik doe.’

Alsof men dat nog niet wist, buiten Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *