Sinterklaas bestaat. Zonder twijfel. Hij heeft altijd al bestaan. Ondanks dat de kinderen in de 3e & 4e groep beweren dat ‘t absoluut niet zo is. Vroeger, in mijn tijd, zeiden die zelfde teringkinderen dat soort onaardige ‘vroegwijsheden’ in de 2e & 3e klas. Kinderen hebben nou 1maal de neiging tot ‘t ontkennen van de waarheid. Kabouters bestaan bijv ook niet, zeggen ze, onder ‘t mom dat ze hun ouders op willen voeden. Met de lessen die hun zogenaamd wijzere klasgenoten, of kinderen ouder dan henzelf, hen geleerd hebben. Men moet maar denken: ze weten niet beter. Ze hebben nog maar net vieze woorden leren uitspreken.
Neuk. Pies. Poep. Hoer. Teringwijf. ‘t Ligt zo lekkerlijk makkelijk bij dit soort gedrochten in de mond.
Deze kinderen willen niet verder komen. Willen niet zien dat Sinterklaas meer is dan alleen maar die rode mijter, de witte schimmel, de pepernoten van Zwarte Piet, de volle maan.
Ze willen niet zien dat de goede man ‘t veel te druk heeft om verwoede pogingen te kunnen ondernemen z’n imago duidelijk over te brengen naar de jongere generatie. Goed, een enkel tv-optreden wil nog wel lukken tijdens z’n verblijf alhier in de Nederlanden. Dak voor dak de schoorstenen af gaan, vooral nog in de tijd van tv-antennes, slechte kwaliteit winterpeen, & beschikking tot een schrale hoeveelheid aan de donkere, vroegtijdige versie van de noord-europese padjakker, verhinderde de Goedheiligman tot een even efficiënte als doeltreffende bezorgwijze van de pakketjes zoals de koninklijke PTT heden ten dage ook kent.
Leg de kinders die toendertijd grootgebracht moesten worden dan maar uit dat Sint de daken afstruint op zoek naar schoorstenen om door te kruipen, een ontieglijke hoeveelheid hoeven slijt tijdens zijn veelvuldig betreden van slecht onderhouden dakpannen, & totaal geen zin heeft in een lekker spelletje als ‘Age of Empires’, juist op ‘t moment dat de massamedia ‘HET KIND’ probeert uit te leggen dat vóór de ochtend van 6 december ons aller goedzak klaar wil zijn met ‘t bezorgen van zijn presenten.
Wat bij mij resulteerde, reeds tijdens m’n vroege kinderjaren, in verwoede pogingen de jonge kinderen fanatiek & onaflatend te laten geloven in de goedertierendheid van elk persoon. Elk persoon naast de goeie zak himself. & Dat probeerde ik te bereiken door slechts allerlei onzin te verpakken in toevallig in dat seizoen ruim voor handen zijnde pakpapier. De kasten staken ervan uit. Staken uit van onzin & pakpapier tegelijkertijd, bedoel ik dan.
We pakten stenen in, fruit, chocolaatjes, prullenmanden, ondergoed van m’n ouders, knikkers, sigaren (vorige week uit de sigarendoos van m’n opa gejat; iedereen moest evenredig veel kado’s ontvangen), een stekje uit de tuin, speelgoedautootjes, ministeckstukjes, singles, eetwaar, theelepels, etc. Kortom: allerhande kleingoed wat men een week lang absoluut niet kon missen in ‘t dagelijks leven, maar waar men des te meer verblijd van om was als men ‘t tijdens pakjesavond weer aantrof door ‘t te ontdoen van feestelijk sinterklaaspapier.
Mocht men toendertijd in ons gezin twijfelen aan ‘t bestaan van onze Goedertierendheid: de avond van ‘t ontdoen van allerlei ingewikkelde versies verpakkingsmateriaal geloofde men naar mijn oprechte overtuiging, & met mij m’n 2 jaar jongere broer, assistent in deze queeste tot ‘t ontstellend versteld verrast doen staan van onze familie, des te meer in de noodzaak van een centraal orgaan ten faveure van ‘t bevoegd verpakken & bezorgen van échte leuke kadootjes.
Met deze wijsheid in onze zak hebben wij onze aktiviteiten na 1 jaar reeds opgegeven.
Sinterklaas bestaat nl in Zijperspace, wisten we.
Dit ihkv geleverde suggesties nav ‘t stukje wachten, waar overigens nog altijd meer aan toegevoegd mag worden. Dit schrijven is tot stand gekomen dankzij de suggestie van Ikke. Wordt vervolgd zolang de voorraad strekt.