slaapplaats

‘Waar wil je dan slapen?’ vroeg Lieke aan haar dochter.
’t Dochtertje met de piepende springschoenen. Ze hupste door ’t café heen om zoveel mogelijk de piep ten gehore te brengen. Bij elke stap een piep.
Nu wilde ze echter niet piepen, ze wilde liggen. Hangen misschien in de armen van 1 van haar ouders.
Lieke had al haar jas op de grond gelegd.
‘Hier dan?’ vroeg ze, terwijl ze haar jas als bedje open spreidde.
Onder de krukken aan de bar.
Dochter Merel schudde nee.
‘Of hier?’
Een meter verder. Nu midden in ’t pad.
Merel wees een plek aan bij de deur.
‘Nee,’ zei haar moeder. ‘Dat is voor de ingang.’
Ze schoven verder. Op zoektocht. Een slaapplaats voor een kind, midden in de kroeg.
Ze vonden ‘t. Naast de terrastafeltjes, die vanwege slecht weer binnen waren gebleven. 2 Meter verder konden de andere klanten hun bier aan de bar bestellen.
Merel legde zich neer. Drukte haar rugje tegen de muur. Duim in de mond. Een vriendin van Lieke legde haar jas over Merel heen.

‘Ik vind dat we iets tegen Sas moeten zeggen,’ zei ik tegen Mar.
We waren weliswaar niet in functie, maar we konden zoiets toch niet laten gebeuren.
Vond Mar ook. Sas had vanachter de bar ’t kind nog niet zien liggen. Mar liep richting bar, gebaarde naar Sas & nam haar mee naar achter voor een kort praatje.
Ik keek naar ’t kind dat op de grond lag. Tussen een 2-tal jassen. Klanten liepen voorbij, maakten een omtrekkende beweging terwijl ze ’t hoopje kind aanschouwden.

Mar kwam terug. Sas ook. Mar kwam weer bij ons zitten. Sas bleef achter de bar.
‘Gaat ze wat zeggen?’ vroeg ik.
‘Ja.’
Ik volgde de bewegingen van Sas.
Ze boog voorover, over de spoelbak, richting vader Wolf & moeder Lieke. Ik zag ‘r iets zeggen. Een handbeweging naar ’t kind op de grond. Haar blik die haar eigen hand volgde. De hand gaf vervolgens aan dat er ook andere mensen waren. Door opengevouwen een beetje rond te draaien, horizontale draaibewegingen. Ik zag de gezichten van de ouders. Van de zijkant. Geen emoties.

De vriendin van Lieke stond op van haar barkruk terwijl Sas verder bleef praten. Ze pakte een stoel weg bij een tafel. Plaatste die voor Merel. Ze sleepte er nog een stoel bij. & Een 3e. Een traliewerk van stoelpoten & stoelleuningen, verzameld om een slapend kind.
Klanten die ernaast stonden, net bier bij de bar hadden gehaald, hoorde ik zeggen: ‘Kom, laten we ergens anders gaan staan.’
Een meewarige blik richting kind.

Toen hoorde ik mezelf praten. Roepen misschien. Ik klonk boven alles uit.
Ik was stil geweest. Ik had alles opgezogen. ’t Voelde alsof alle lucht in ’t café in m’n longen was terecht gekomen. ’t Moest er nu zo snel mogelijk uit. Ik wist alleen niet dat dat ging plaatsvinden. Ik wist niet dat ik alles had opgezogen. Ik wist niet dat ik stil was geweest.

‘Wolf,’ zei ik. ‘Wolf, zo ga je niet met je kind om.’
Hij zocht naar wie hem aansprak. Ontmoette mijn blik. Herkende in mij de barman die niet in functie was. Hij draaide z’n hoofd onmiddellijk weer terug.
‘Wolf,’ zei ik nogmaals.
Maar tevergeefs.
M’n lichaam stond op van de barkruk. ’t Begaf zich naar de bar, waar Lieke & Wolf zaten. Rechtstreeks naar Wolf.
‘Wolf,’ zei ik op een ½e meter afstand. ‘Als je kind wil slapen, dan breng je ’t naar bed. Haar eigen bed. Dan ga je weg uit de kroeg.’
‘Ik heb geen zin om me met jou te bemoeien,’ zei Wolf.

Sas kwam naar me toe toen ik weer op de barkruk zat die ik zojuist had verlaten.
‘Als er gevraagd wordt of ik er iets van wil zeggen, dan moeten jullie je er niet alsnog mee inlaten,’ zei ze. ‘Ik handel ’t wel af.’

‘Je hebt gelijk,’ zei een ander ik.

Ik ging naar buiten. Op adem komen. Ik zag’t hondje van Lieke & Wolf met een korte lijn aan het hek vastgebonden staan. ’t Rukte & piepte om wat meer bewegingsvrijheid.
De schoentjes van Merel klinken net zo, dacht ik, & nam een slok van m’n bier.

Zijperspace kwam langzaam weer in z’n eigen constellatie terecht.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *