smaak

Wild gaan m’n kaken op & neer. Ze onderhouden een moordend tempo. Gelukkig is ‘t vlees al eerder ‘t leven ontnomen. Ze lijken de haast hebben toegestuurd gekregen van m’n centraal zenuwgestel. ‘Genieten, genieten, genieten,’ klinkt er als boodschap door ‘t gangen/buizenstelsel dat ze gebruikt om ‘t over te brengen. M’n kaken laten dat geen 2e keer zeggen.

Hoe lang blijft smaak in de dingen zitten? Waarbij ‘t ding dat momenteel van zich doet smaken beenham, voortreffelijke beenham, afkomstig van Berkhout, is. Waarom ga ik automatisch sneller kauwen als ik in de beenham van Berkhout bijt? Waarom poog ik de smaak ras uit de delicatesse te ventileren, door m’n kiezen ‘t vernielend werk van openrijten, kapotscheuren, lossnijden, platmalen, te laten doen? Zou de smaak langer blijven hangen, zou ik ‘t moment van genot langer kunnen vasthouden, als ik de kaken langzamer liet walsen?

De hostie in de kerk, die we aangereikt kregen bij de communie, liet ik liefst zolang mogelijk op m’n tong liggen. Vooral bij de dunne uitvoeringen. ‘t Moesten niet van die krokante nepkoekjes zijn. Nee, dunne, platte schijfjes. Met soms een soort van een stempel in ‘t midden, in m’n herinnering een kruis.
Ik voelde ‘m langzaam deel worden van m’n tong, zich er in vastzuigen. Tot-ie zo zacht was dat-ie eigenlijk niks meer was, dan een wasachtig, bijna vloeibaar sponsje. Hap, slik, weg.
Smaakte naar niks. Misschien licht zout, misschien licht zoet. Niet noemenswaardig genoeg om te onthouden blijkbaar.

De thee gaat ook in 1 moeite door richting keel. Nog gloeiend heet maakt-ie de tocht. Da’s ‘t lekkerst.
Ik weet niet waar ik meer van geniet, van de temperatuur van de thee, of van de smaak. Ik laat slechts af & toe de thee door m’n mond spoelen. Maar drink daarentegen dermate veel ‘s ochtends, dat ik ‘t zeker ook voor de smaak zal doen. Waarom zou ik ‘t anders zonder suiker niet te pruimen vinden?
Maar wat kunnen die smaakpapillen registreren? Benut ik ze wel ten volle?

Ik had vroeger haast tijdens ‘t eten. Vooral op zaterdag. Patatdag. Achter elkaar bewoog ik de patatten m’n mond in, onderweg nog snel een lik mayonaise meeslepend. M’n ouders probeerden me te bewegen wat rustiger aan te eten. Dat duurde 2 happen lang. Daarna schoten de patatten weer als kogels uit een mitrailleur richting mond.
‘t Was de heerlijkste maaltijd in de week.

Ik sprak de jongen van Berkhout kort, terwijl hij m’n boodschappen afsneed, inpakte, opstapelde. Hij had me een stukje hongaarse worst laten proeven.
‘Da’s lekker ‘s ochtends vroeg, zo heet,’ zei hij.
‘Dat vind ik altijd ‘t lekkerst, op m’n nuchtere maag.’
Hij gnuifde, zoals alleen de jongen van Berkhout kan gnuiven.
‘Ja, dan staan alle smaakpapillen nog helemaal open.’
‘Dat zou je eigenlijk ook met bier moeten doen,’ zeg ik, met m’n gedachten bij m’n vak, ”s Ochtends kan je veel beter bier proeven.’
‘Tijdens m’n vakantie drink ik altijd ‘s ochtends bier. In Venezuela. Maar dat doe ik vooral vanwege de grote dorst.’

Er wordt zeker niet getwist in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *