speech

Ietwat onzeker liep ik richting ‘t podium. Een moment ervoor was er een schok door m’n lichaam gegaan, m’n rug had zich als door een elektrische puls stram gezet, m’n hoofd was spontaan gaan gloeien & m’n handen waren ineens dermate vochtig dat alles wat er in terecht zou komen onmiddellijk weg zou glippen. M’n naam was genoemd!
Ik was opgestaan, aangekeken door de verzamelde collega’s, stuk voor stuk gestoken in pak. Een enkele keer ontwaarde ik in de flits, waarin ik als automatisch m’n omgeving opnam, een blik van jaloezie, maar meestendeels zag ik dat de gezichten óf zoekende waren in hun herinnering of ze ooit wel ‘ns van mij gehoord hadden, óf zich afvroegen of mijn verschijning paste in ‘t beeld dat zij zich van een winnaar hadden gevormd.

Ik was onzeker, vanaf die ene seconde dat ‘t tot me doorgedrongen was dat ‘t mijn naam was die de ruimte voor even had gevuld. Galmend vanaf ‘t podium, weerkaatsend vanuit de geluidsversterking achterin de zaal. ‘t Papiertje dat ik in m’n handen had gehouden had ik al ongemerkt laten vallen. De leuning, die ik had willen gebruiken om mezelf op te drukken, kon ik niet vinden, waardoor ik ietwat ongemakkelijk 1st met m’n rechterschouder omhoog kwam, als een gebochelde. Maar ondanks dat ik zo’n beetje elke knie raakte die ik op mijn weg richting podium ontmoette, wist ik me in een recordtijd uit m’n rij te worstelen. De mensen bleven me genoeglijk glimlachend aankijken.

‘Mag ik nog even wat zeggen?’ vroeg ik aan VJ, maar voordat deze kon reageren had ik de microfoon al te pakken. Doordat ik echter m’n gezicht te snel die kant op bewoog ontstond er een snerpende piep. Geschokt trok ik een moment m’n hoofd terug. Toen ‘t gierende geluid verdwenen was, begon ik, op een zekere afstand nu, ik was waarschijnlijk nog net te verstaan voor de zaal, aan mijn dankwoord.

‘Ik had eigenlijk thuis al een klein papiertje gevuld met wat zinnetjes, voor ‘t geval dat dit mij zou gebeuren. Ik wilde niet met m’n mond vol tanden staan. & Ik wilde vooral niemand vergeten. Helaas, onderweg hierheen, ‘t kostte me nogal wat moeite om de knieën die ik op mijn weg richting podium tegenkwam niet levenslang te verminken, ben ik mijn aantekeningen in al mijn stunteligheid verloren. Ik zal uit mijn hoofd mijn speech moeten volbrengen. Nu ben ik al jaren niet al te zeer tevreden over ‘t functioneren van mijn geheugen, dus wil ik bij voorbaat mijn excuses overbrengen aan degenen die ik zal vergeten dank te zeggen. Daarom beslis ik bij deze alvast maar dat ik die dankzegging tot een minimum zal beperken; ik weet nu toch al dat ik de meeste zal vergeten, dan kan ik net zo goed zo’n beetje iedereen overslaan.
Maar, om toch nog iets te zeggen te hebben, ik ben niet voor niets richting microfoon getogen, wil ik evengoed van de gelegenheid gebruik maken om de organisatie van deze award-uitreiking hartelijk te danken voor dit geweldige initiatief. Ook zonder dat ik in de prijzen zou zijn gevallen, had ik deze woorden tot de heer VJ willen overbrengen. Zeker gezien ‘t feit dat er al zoveel in ‘t water was gevallen, had men mijns insziens eens behoefte aan iets gedegens, iets stevigs, waarbij er geen sprake kon zijn van enigerlei gesjoemel. Ik denk dat VJ hierin geslaagd is. Men zou kunnen zeggen dat de uitslag enigszins gekleurd is, maar ach, wordt niet elke uitslag van verkiezingen uitvoerig bediscussieerd?
Daarnaast kan ik u zeggen: ik sta hier met een award & dat voelt verdomd prettig. Ik ben hem dus wel dank verschuldigd.
Verder wil ik natuurlijk m’n moeder bedanken, voor ‘t niet aflatend lezen van mijn stukken. Mijn vader, die, elke keer als ik ergens in ‘t middelpunt van de belangstelling sta, mijn grote voorbeeld is. & Enkele mensen die ‘t elke keer weer voor elkaar krijgen toch nog spelfouten in mijn stukken te vinden & daarnaast nooit te vermoeid zijn om uitvoerig over de inhoud ervan te delibereren.
Oja, & natuurlijk die enkele lezer, die ‘t waagt zo af & toe op mijn schrijven te reageren. Vooral hem/haar moet ik dankbaar zijn, want dankzij die direkte respons krijg ik ‘t gevoel dat ik gelezen word & zodoende de motivatie om door te gaan.
Bij deze beloof ik plechtig dat ik ‘t komend jaar net zo hard m’n best zal blijven doen als ‘t afgelopene, want ik wil gaarne dit euforisch gevoel herbeleven temidden te staan van zulke groten in Weblogland.
Dank u allen, dat u mij wilt hebben aanhoren.’

Ergens achterin de zaal weerklonk applaus. Ik kon ondanks ‘t tegenlicht nog net zien dat ‘t de grote inspirator achter dit gebeuren was. Voor de rest klonk er een ongeduldige zucht door de groep aanwezigen. Op de voorste rij hoorde ik iemand fluisteren: ‘Bij hem duurt ‘t altijd lang.’
Ik berustte in dat zachte commentaar, dat eigenlijk niet voor mijn oren bestemd was.

Zijperspace neemt nou 1maal veel tijd in beslag.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *