Die struik, das mn moeder.
Wat natuurlijk onzin is.
Maar dat was haar bijdrage.
Mn vader had enkele dozen, tassen ook, volgestopt met kluiten plantjes. Kriskras uit zn eigen tuin gehaald. De schop in de aarde gezet & een vierkant uit een bed plantjes geschept.
Terwijl we t te voorschijn haalden, in de lentezon, probeerde hij weer te achterhalen wat t ook alweer allemaal was.
Weet je wat dit is?
& Als ik t niet wist vertelde hij er iets over. Niet of t zon of water nodig had. Nee, wat de naam wilde zeggen. Of waar t vroeger voor diende. Of dat t straks 2 bloemetjes vlak naast elkaar opleverde, in tegenstelling tot zn meest nabije soortgenoot.
Verhalen van lang voordat we bestonden vertelde hij.
Je zou zeggen dat een mens zich die toch wel zal blijven herinneren.
Mn moeder kwam met deze struik.
Struikje.
t Is alweer wat jaren geleden.
Ze is even verdwenen geweest.
Ik dacht: Hé, waar is mn moeder?
Om haar een jaar later terug te vinden.
Ik dacht dat zoiets niet mogelijk was met struiken, maar blijkbaar wel.
Mn vader kluiten. Mn moeder een potje. Rechtstreeks uit t tuincentrum.
Ik had er nog 1tje over, zei ze onverbloemd.
Later zag ik ook wat ze met de rest had gedaan.
In hun voortuin had ze een perkje ermee afgeschermd. t Was de grens. Dit is tuin, hier tussen ons struiken in; dat is pad.
De achtertuin, daar mocht mn vader alles laten groeien.
Zo zat hun huwelijk dus in elkaar, bedenk ik me nu.
Mn vader hield de toespraken, met een leuke anekdote er in. Mn moeder zorgde dat er thee & koffie klaar stond. Met een lekker koekje erbij.
Maar daar staat ze nu, die struik. Steeds een stukje groter gegroeid.
Die lichtgroene blaadjes, dat is wat er dit jaar nieuw aan is.
Ik dacht dat-ie niet zou passen, in een tuin zoals ik m wilde hebben. Een beetje zoals mn vader. Ik heb daar maar niets over tegen mn moeder gezegd.
Hij overleeft de rest wel van Zijperspace.