2 Gingen er tellen. De rest liep langs de schappen.
We hadden t van tevoren geweten, Pa was er eerder geweest. Theo ook, met zn schoonfamilie, de ouders van Francoise. Grootse verhalen, die we wel moesten geloven, want ze stonden meteen als verbeelding op ons netvlies gebrand.
De aanblik overrompelde evengoed.
In de verte zag je t eind van een schap. Daarachter begon een volgende. Geheel gewijd aan een ander artikel.
Want je had een koelschap voor garnalen & een koelschap voor hompen tonijn. Volgend gedeelte was ingeruimd voor tonijn aan 1 stuk.
Zoiets kan je je niet voorstellen als je t niet met eigen ogen hebt gezien.
We hadden een boodschappenwagen meegenomen. Van bij de ingang. Wisten niet of t verplicht was, dus deden we t. Onze onzekerheid hierover zo snel mogelijk in korte zinnen wegdiscussiërend.
We nemen gewoon een kar, zei mn moeder. We kunnen m straks altijd nog terugzetten.
Een heel gezin aan kinderen paste in de kar. t Was berekend op boodschappen voor een maand. Of misschien wel een hele winter, voor t geval men in de bergen ingesneeuwd raakte. Of als men de gehele familie te eten kreeg, of t bestuur van de wielervereniging, waar de vader van Francoise vast lid van was.
De keuken van de fransen was uitgebreid, dus moest er ook uitgebreid kunnen worden ingekocht.
Ik probeerde verklaringen te vinden, terwijl mn ogen niet stopten van verwondering. Verwondering dient zo snel mogelijk weggeredeneerd te worden of in ieder geval tot aardse, te bevatten proporties gereduceerd te worden.
Carel & Quint vonden ons terug. Ze waren uitgeteld.
45, zei Carel.
Nee, t waren 48 kassas, verbeterde Quint.
Ach, man, jij moet nog leren tellen.
& Jij had een onvoldoende voor hoofdrekenen.
Mond houden allebei, zei mn moeder, die zich ondertussen vergaapte aan de slakken, de escargots. & Nu bij ons blijven. Straks raken we jullie kwijt & komen jullie aan t eind van de dag in de franse worst terecht.
Ik spurtte ongemerkt van achter mn moeder weg om te controleren wie er gelijk had. Maar bij de meterslange rijen cornflakes raakte ik afgeleid.
Mam, riep ik, Mam!
Maar Ma was elders.
Ik waande me in Luilekkerland. Gehuld in een laagje doorzichtig plastic.
Als je ergens aanzit, hak ik vanavond je handjes er af, had Ma voor vertrek aangekondigd.
We moeten eigenlijk wel iets kopen, zei mn moeder.
Maar we eten vanavond toch bij de ouders van Francoise? zei mn vader.
Altijd even praktisch ingesteld, zuinig ook, & bovendien schaamde hij zich nergens voor. Ook niet als-ie een uur met zn hele familie in een franse supermarkt had gebanjerd & met niets naar buiten liep. Hij vond t niet raar dat de bewaking m met vreemde ogen nakeek.
Hij stond plots aan de andere kant van de kassas. Carel naast zich. Hij zwaaide. & Wenkte waar hij langs de rijen was geglipt.
Nee, hoor, mompelde mn moeder. Dat doe ik niet.
Carel huppelde aan de andere kant van de grensovergang heen & weer. Zn vinger omhoog, in 1 beweging daarbij zn bril rechtschuivend. Ik zag m nu bezig met tellen hoeveel kassajuffrouwen er zaten.
Kopen we cornflakes, Mam? vroeg ik.
Nee, we hebben nog brinta voor de hele winter, zei mn moeder, ik bedoel: zomervakantie.
We rekenden de suiker af. t Karretje had mn moeder ergens op een kruispunt van schappen achtergelaten.
Mn vader wachtte ons op: Waarom heb je nou zoveel suiker gekocht?
Jij was t vergeten van huis mee te nemen, antwoordde mn moeder. Bovendien mag je blij zijn dat ik t deed, want ik gebruik voor de rest geen suiker.
Maar dit is voor een ½ jaar genoeg.
Wie neemt er altijd aan t eind van de vakantie allemaal stenen uit de bergen mee? Zogenaamd om weer wat balast in de caravan te hebben? We hebben ondertussen een zwitserse alp in onze tuin staan.
Mn vader wist dat-ie hier geen bezwaren tegen in kon brengen.
Als we cornflakes hadden gekocht, dan was de suiker zo opgeweest, morde ik.
38 Kassameisjes, zei iemand achter ons.
Nee, 35, ruziede iemand anders.
We wisten dat ze bij ons hoorden, want ze spraken de taal van Zijperspace.