‘t lied van m’n moeder

Hij had z’n moeder van de trein gehaald, haar meegetroond de Jordaan in. Daar hadden ze een kopje thee gedronken, of nee, zij een cappuccino.
‘Doe er ook maar een glaasje water bij,’ had z’n moeder gezegd.
‘& Een glaasje water voor m’n moeder,’ had hij herhaald, wijzend naar ‘t ½e pilletje dat ze uit haar tas had opgediept.
‘Ik had zelf even een paracetamolletje moeten meenemen van huis,’ zei hij toen de serveerster de bestelling ging halen.
Maar moeders tas zat vol met onverwachte geheimen, zodat hij ’t glaasje water met z’n moeder kon delen.
Zo ook de taart (‘Ik heb net ontbeten,’ luidde ’t excuus), waarover ze enthousiast rapporteerden naar de serveerster toen ze kwam vragen of ’t had gesmaakt.

Hij keek onopvallend, ongemerkt, naar de borsten van passerende jongedames in ’t net te koude weer, zich er bijna niet van bewust dat hij dit deed in z’n moeders aanwezigheid, & luisterde ondertussen naar de vertrouwde stem, die weer een kraakje ouder geworden was, verhalend over familie, bruiloften, kinderen & ziektes. Zodat hij niet kon zeggen dat-ie niet op de hoogte was.
‘Wanneer ga je op vakantie?’
‘Hoeveelste is ’t vandaag?’
Waarop een discussie volgde of ’t nu al 1 dag óf 2 dagen zomer was.
Toen de datum bepaald was, zei ze: ‘Dan mis je m’n 70e verjaardag.’
‘Zoals bijna altijd, omdat je midden in de zomer jarig bent.’
‘Ik weet nog niet hoe ik ’t moet gaan vieren. Ik heb nog niemand uitgenodigd.’

Thuisgekomen bakte hij een lunch van eitjes & groenten. Ze liepen door de tuin & gaven de bloemen namen.
& Hij verzuchtte: ‘Ik heb een nieuwe tent besteld. Die zou ik vroeger 1st met Pa in elkaar hebben gezet.’
‘Ja, met dat soort kleinigheidjes mis je ‘m dan.’

Zij legde zich op de bank neer, terwijl hij probeerde stil te zijn.
‘Nee, hoor. Ik wil alleen maar even liggen.’
Haar hoofd op de kussentjes (2 dagen later zou hij pas haar geur terug ontdekken), haar benen languit, & ondertussen gingen ze gewoon door met ’t bespreken van de dingen.

‘Marc zei dat ik maar ‘ns een keertje met jou uit eten moest gaan,’ zei z’n moeder.
Waarop hij een moeilijk gezicht trok.
‘Nee, voor mij hoeft dat niet, hoor, Moe,’ zei hij, met ’t gezicht dat uitlegde dat hij nou 1maal niet makkelijk was, dat zij dat vast wel wist. ‘Ik voel me nooit zo op m’n gemak als ik uit eten ga.’
Ze lachte de lach die zei dat ze haar zoon begon te begrijpen. Ze legde er de geruststelling in die zei dat ’t helemaal niks uitmaakte.
De écht belangrijke zaken werden inmiddels niet meer in woorden gevat.

‘Zal ik dan maar de trein gaan nemen?’ stelde ze voor tijdens de middagse rondwandeling.
De kilometers stad begonnen te tellen. Hoewel ze dat ontkende.
‘Dan bel ik Marc wel even dat-ie toch eten voor je maakt.’
Ze liepen ’t station in & gaven elkaar een zoen.
‘Ik vond ’t een leuke dag,’ zei z’n moeder.
‘Ik ook.’

’s Avonds zongen er op tv mensen liedjes over moeders. In verschillende talen, uit verschillende culturen. 1 Man kon slechts 2 coupletten zingen, want anders, zo meldde de aftiteling, zou hij in huilen zijn uitgebarsten, want hij had z’n moeder 30 jaar niet gezien.
Hij lag op de bank te kijken. Hij wist dat niemand naar hem keek.

Niemand die lette op wat gebeurde in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *