Tante Geert was nog ouder dan m’n opa. & Die was al oud. Ze liep ook nog wat krommer als ze opstond om uit haar kastjes wat tevoorschijn te halen. Maar daar had ze niet, zoals haar jongere broer, een stok voor nodig. Later pas, toen ze echt stokoud was, was voor haar ondersteuning noodzakelijk, & die kreeg ze in de vorm van een korte stok. Maar nog geen wandelstok zoals mijn opa.
M’n opa was daadwerkelijk de jongere broer. De oudere broers & zussen hadden niet veel aan opleiding gedaan, verdienden hun geld, & stonden dat gedeeltelijk af, waardoor de 2 jongsten konden studeren. Moest ook wel, want vooral de manke poot van m’n opa zorgde ervoor dat-ie anders niet veel zou kunnen betekenen voor de arbeidsmarkt.
Tante Geert had haar leven lang met 2 broers & 1 zus samengewoond. Tot ze 1 voor 1 overleden. Zij bleef over. & Die 2 jongere broers, maar die hadden hun eigen behuizing.
Ze kwam in een aanleunwoning van ‘t bejaardentehuis Ten Anker te wonen. Toen ook de mobiliteit van m’n grootouders verminderde, betrokken zij een soortgelijke woning om de hoek van Tante Geert. Konden we wat makkelijker bij Tante Geert langswippen als we op bezoek bij Opa & Oma waren.
Dat laatste was zeer interessant. We wilden maar wat graag bij de oudtante langs. Daar hadden we wel een kopje thee, opgewarmde restanten van de ochtendthee, voor over. & Tuurlijk lustten we wel een koekje. Vooral als 1 van de broers je een elleboog in je zij drukte, lustte je wel een koekje.
Waar praatten we over? ‘t Zal wel over school gegaan zijn. Of we vriendjes hadden. Of we lekker buitengespeeld hadden. & Hoe ‘t met Pappa & Mamma ging.
Tante Geert was een zuinig mens. De gehele familie verheugde zich daarop. Vandaar de opgewarmde thee. De snoepjes die we in de snoeptrommel vonden kleefden aan hun verpakking van ouderdom (‘Neem nog maar een snoepje mee voor later,’ zei ze. Die gooiden we bij Opa & Oma stiekem in de prullenbak). De deur naar de voorkamer ging nooit open, tenzij ‘t niet uit te houden was in de zomer, want dat kostte maar energie. Ze leefde temidden van allemaal oude meubeltjes, zittingen versleten, want niks mocht zomaar weggegooid worden.
(M’n vader heeft na haar overlijden de boel geïnventariseerd, geselecteerd, laten opkopen, verdeeld onder de familie. Hij kwam in ‘t huis de gekste dingen tegen. Kapitalen aan oude snuisterijtjes, maar ook stapels plateautjes waar de slager de plakjes vleeswaar op legde. Van alles werd om wat voor reden ook bewaard.)
Telkens als er iemand overleed van degenen met wie ze samenwoonde, had ze alles geërfd, ze hoefde vanwege de samenlevingsvorm niets af te staan aan successierechten. Grote kapitalen had ze waarschijnlijk op de bank staan, had men in de familie al uitgerekend. Niemand die daar van profiteerde, ook zijzelf niet. Er moest niet onnodig geld uitgegeven worden. Behalve dan aan haar lieve achterneefjes die af & toe langs kwamen wippen.
We stonden te springen als m’n ouders zeiden dat we wel weer ‘ns bij Tante Geert langs konden. Lekker naar Tante Geert; daar wilden we allemaal wel heen. Elke week.
Maar dat vonden m’n ouders weer overdreven. ‘t Moest niet opvallen.
We belden aan bij Tante Geert. Zenuwachtig sprongen we heen & weer voor de deur, gluurden langs ‘t gordijntje of ze er wel was, stootten elkaar omstebeurt aan.
‘Jaja, ze komt er aan,’ siste 1 van ons dan opgewonden, waarna we netjes recht gingen staan.
We kregen allemaal een zoen. & Wij gaven er 1 terug, hoewel dat best wel eng was, vanwege de pukkel op haar wang. & Haar huid was erg oud.
Zoet dronken we onze thee op, aten we ons koekje, gezeten op de stoel die we zelf hadden mogen uitzoeken.
‘Zit je lekker in die stoel?’ vroeg Tante Geert dan, ‘Jij houdt wel van grote stoelen met leuningen, zie ik.’
En: ‘Lusten jullie nog een bakje thee?’
Nee, was ‘t dan. We moesten ook weer terug. Pappa & Mamma wachten misschien wel.
Dan moesten we met z’n allen in de gang gaan staan. Ze moest nog ff wat doen. Nog ff blijven wachten, zei ze dan vanuit ‘t huiskamertje.
We hoorden haar schuifelen, laatjes openen. We gniffelden naar elkaar, stootten elkaar aan, de oudste broer gebaarde dat we niet moesten lachen: serieus zijn.
Eindelijk kwam ze tevoorschijn uit ‘t kamertje. Stapje voor stapje kwam ze naar de oudste broer.
‘Hier, stop dat maar weg. Eerlijk verdelen.’
Maar soms kregen we allemaal afzonderlijk een briefje van 100. Die moesten we dan ff later inleveren bij Pa & Ma. Die wisten gelukkig niet dat we er allemaal 1tje hadden gehad.
Er moest wel wat bewaard worden voor later in Zijperspace.
Dit ihkv geleverde suggesties nav ‘t stukje wachten, waar overigens nog altijd meer aan toegevoegd mag worden. Dit schrijven is tot stand gekomen dankzij de suggestie van Theo. Wordt vervolgd zolang de voorraad strekt.