tapenadelog

– Men neme een fiets.
Waarvan wel de banden zijn opgepompt, daar moet ik nog even rekening mee houden. Fiets is zwaar noodzakelijk, want de afstanden naar de bewuste specialiteitenwinkels zijn dermate groot, ook al is in Amsterdam van alles te vinden & hoef je meestal niet lang te zoeken, dat je toch gauw een ½ uur tot 3 kwartier onderweg bent om alles bij elkaar te vergaren.
Gelukkig duurt de bereiding van ’t gerecht niet al te lang. Dat maakt veel goed.
– Men neme een blender.
Ikzelf heb zo’n milkshakeding. Ook handig. Lekker fijn. Niet te grof. & Als je dat niet wil, dan laat je ’t er gewoon niet al te lang in zitten.
– Men neme een klein koekenpannetje.
Die heb ik al jaren. Waarschijnlijk voor sinterklaas gekregen al voordat ik ’t ouderlijk huis verlaten had. Hoe nadenkend & opjuttend ouders bij tijd & wijle kunnen zijn.

De rest volgt vanzelf wel gedurende ’t verslag van de bereiding.

Ten 1e heb je natuurlijk olijven nodig. Kostte me enige moeite om uit te vinden waar je die redelijk goedkoop, redelijke kwaliteit, au naturel, kon verkrijgen. Maar Theo zat op een gegeven moment aan de bar.
Theo houdt van praten. Van enthousiast iets aanprijzen. Hij heeft een kinderlijk naïef enthousiasme. Bewonderenswaardig, op zijn leeftijd. Hij blijft verwonderd de wereld in kijken, gecharmeerd van ’t feit dat ’t elke keer weer anders kan.
‘Zo heb ik laatst een Turk ontdekt,’ vertelde hij, we hadden ’t over ’t bereiden van maaltijden & wisselden elkaar tips uit, ‘echt fantastisch. Die heeft alles. Moet je natuurlijk niet doorvertellen, want dan gaat iedereen er heen. Maar je kan daar gewoon, als je er naar vraagt, anders zie je ’t nergens, grote zakken pepers kopen. Doe je jaren mee. & Pepers die bederven niet zo snel.’

Een Turk in de Pretoriusstraat. Voor mij om de hoek. De man achter de kassa kijkt altijd lichtelijk chagrijnig. ’t Heeft me 3 maanden gekost om ‘m mij terug te laten groeten.
Hij slaat altijd de boodschappen aan & stopt ze dan eigenhandig in een plastic zakje. Tenzij je zelf al initiatieven daartoe ontplooit. Dan schuift-ie ze nonchalant achterwaarts. Af & toe kijkend of je ‘m wel kan bijhouden.
Daar haal ik dus de olijven vandaan. Groene olijven moeten dat zijn. De laatste keer per ongeluk zwarte olijven. Had ik meteen geen zin meer om ’t te bereiden. Ik wist niet of ’t resultaat wel naar behoren zou zijn. & Ik was lui natuurlijk. Maar daar hoor je ’t niet over te hebben in een kookrubriek.
‘Entkernte Oliven’. Staat op ’t blik. ‘t Blik zwarte, die nu de hele tijd in de weg staat, vermeldt: ‘Olives noires dénoyautées’ & ‘Pitted black olives’, met respectieve ondertitels ‘confites en saummures’ & ‘in brine’.
Niet echt belangrijk natuurlijk, maar ik heb dat blik groene olijven om mijn verhaal beter te kunnen omlijsten nog niet in huis.

Bij de Turk haal ik ook de rucola. Een grote bak. Ik kan er desnoods 2 keer mee doen. Maar dan moet ik mezelf er aan dood eten. Visite helpt in deze.
Alsook de pijnboompitten. Waarbij aangetekend moet worden dat je ze niet te lang moet laten staan. Want zoals eerder via deze weg vermeld: ze gaan dan lopen, krioelen in ’t pannetje. Dan zit er zogezegd iets te veel leven in; zeer onsmakelijk.
Daarnaast de witte uien. Als ik dan toch specialistisch bezig ben, vind ik altijd, dan kan ik net zo goed bijzondere uien in huis halen. Ik gebruik er 2. Die bak ik glazig in ’tzelfde koekenpannetje als waarin ik de pijnboompitten heb laten bruinen. Ditmaal echter wél met olie. Gewone slaolie om mee te bakken.
Olijfolie komt ook bij de Turk vandaan. Extravirgine. Een paar goede scheuten in de blender. ’t Moet vet zien.
Knoflook. 2 Teentjes, niet uitknijpen, niet bakken, gewoon hele tenen. Ze worden vanzelf vermalen.
Basilicum. Een heerlijk potje nog groeiende basilicum, die je op de vensterbank kan laten staan, zodat de buren denken dat je toch nog wat groens in huis hebt. Waag ’t niet gedroogde basilicum te gebruiken. Gij zult vanwege heiligschennis de toppen van ’t paradijselijk genot nimmer bereiken.
Dat was de Turk. Hij zit in ’t begin van de Pretoriusstraat aan de rechterkant als je er vanaf de Linnaeusstraat in gaat.

Verder heb je ook nog kappertjes nodig. Die zou je ook bij de Turk kunnen halen, ware ’t niet dat kappertjes op zeezout stukken lekkerder zijn dan kappertjes uit zo’n glazen potje. Neem dat maar van mij aan. Dat geldt ‘tzelfde voor ansjovis, maar aangezien ’t dan wel héél erg zout zal gaan smaken, gebruik ik daarvoor een blikje uit de supermarkt. De kappertjes op zout haal ik weg bij Jeroen van Berkhout.
Die moest ik nog even noemen. Die heeft mij nl de inspiratie gegeven om tot dit recept te komen (ik ben er stukken populairder van geworden). & De kappertjes dus ook. Hoewel ik voor dat laatste natuurlijk wel heb moeten betalen. Berkhout zit in de Sumatrastraat (niet in de Molukkenstraat). In de Indische buurt. Neem niet alleen uw kappertjes daarvan weg. Dat zou zonde zijn.
Even ’t zout een beetje van de kappertjes afwassen. Dan kunnen zij in de blender worden gedumpt. Alsook 5-6 stukjes ansjovisfilet. & De rest. Een beetje naar eigen inzicht de hoeveelheden bepalen. Ook van de gemalen peper.

Blender aan & men heeft al snel tapenade á la Zijperspace.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *