tapje

‘Ik zal je even laten zien waar de drank & ’t eten staat,’ zegt Josje.
Ze neemt me mee naar de keuken. Opeens is ze veel kleiner, met al die visite om haar heen. Grote mannen heeft ze uitgenodigd. Ze lijkt nu in haar chique jurk voor me uit te dribbelen.
‘Goed zo,’ zeg ik, ‘dan ben ik niet van jou afhankelijk.’
In de keuken heeft ze een tapje staan. Een Heinekentap.
‘Ik hoop dat je ’t niet erg vindt,’ zegt ze verontschuldigend tegen mij.
‘Nee, hoor. Ik hoef niet altijd kwaliteitsbier te drinken. Op een feest heb je ’t toch niet door.’
Ik bekijk ’t tapje. Neemt niet te veel ruimte in, zie ik, & de fustjes zijn ook niet te groot.
‘Je hoefde geen water toe te voegen?’ vraag ik.
‘Nee?’
Josje kijkt alsof ze daar nog nooit van gehoord heeft.
‘Wij verhuren nl tapjes waarbij je dat wel moet doen. Dat scheelt, want dan is ’t tapje niet zo zwaar als je ’t moet vervoeren.’
Ik voel hoe zwaar de tap is. Ik krijg ‘m niet opgetild.
‘Ik denk dat-ie ongeveer 40 kilo weegt,’ zegt Josje.
‘& Die heb jij helemaal naar boven moeten tillen?’
‘Ja, ’t ging wel, hoor. Gewoon tree voor tree.’

Er staat een man naast de tap als ik een biertje voor mezelf wil tappen.
‘Misschien moeten we Josje halen,’ zegt-ie tegen haar moeder, die bij de aanrecht wat glazen staat schoon te maken.
Hij heeft een leeg glas in z’n hand. Alleen wat schuim zit er onderin.
‘Is ’t fust leeg?’ vraag ik.
‘Ja. We moeten even wachten.’
‘Oh, dan vervang ik ‘m wel. ’t Is m’n vak tenslotte.’
Terwijl ik bezig ben, komt er een andere vrouw de keuken binnen.
‘Zo, & hoe ken jij Josje?’ vraagt ze onmiddellijk aan de man die op z’n bier staat te wachten.
‘Waarom wil jij dat weten?’ is zijn wedervraag.
‘Gewoon, ik ken hier niemand. & Ik wil wel ‘ns weten hoe ze andere mensen heeft leren kennen. Waar kom je bijvoorbeeld vandaan?’
‘Uit Utrecht.’
‘Dan kan je toch meteen wat meer vertellen? Nu krijg ik totaal geen informatie.’
‘Maar je hebt toch de informatie waar je om vroeg?’
‘Hoe kwam je haar tegen.’
‘Op straat.’
‘Met jou schiet ik ook niks op.’
Ik heb mezelf ondertussen een pilsje getapt uit ’t nieuwe fust.
‘Jullie kunnen tappen, hoor,’ zeg ik tegen de 2 & verlaat de conversatie.

‘’t Nadeel van die kleine glaasjes is dat je zo vaak naar de keuken moet,’ zegt de jongen tegen me.
Een oud klasgenoot van haar, had Josje me verteld.
‘Dan leer je onderweg tenminste veel mensen kennen,’ zeg ik.
‘Da’s waar,’ zegt-ie, om vervolgens met een vol glas de keuken te verlaten.
Er staat nog een stel in de keuken. De jongen legt aan z’n vriendin uit hoe ze moet tappen. Zij probeert z’n adviezen op te volgen & krijgt slechts schuim. Ik neem de tap over. Ik laat ’t bier langzaam in m’n glas stromen.
‘Wat je vooral niet moet doen is je glas bij ’t tuitje van de tap blijven houden. Zodat-ie op een gegeven moment ondergedompeld wordt in ’t bier.’
‘Ach, echt kwaad kan ’t niet,’ zeg ik. ‘’t Is alleen dat door slecht gespoelde glazen de meeste ziektes overgebracht worden.’
Ik pak ondertussen ’t mislukte glas.
‘Zal ik een nieuw biertje tappen?’ vraag ik.
Ik geef ’t meisje ’t nieuwe glas bier. Schenk mezelf wat bij met ’t schuim uit ’t andere glas.
‘Dat moet je dus nooit doen,’ zegt de jongen weer.
‘Nee, dat wil jij niet, hè?’ zegt z’n vriendin.
‘Daar is toch niets mis mee,’ zeg ik.
‘Jawel,’ zegt hij, ‘dan gaat ’t gas uit ’t ene glas zich vermengen met ’t bier in ’t andere glas.’
‘& Enige gas dat in ’t bier zit is koolzuurgas. In allebei de glazen.’
‘& Dat is niet goed.’
‘Onzin.’
‘Da’s helemaal geen onzin.’
‘Sorry, ik weet toevallig wel waar ik over praat. Ik zit nl in ’t bier.’
’t Is er uit voor ik ’t door heb. Ik ga een beetje etaleren dat ik er verstand van heb. Maar ik kan mezelf al niet meer stoppen.
‘& Ik heb ook jaren in ’t bier gezeten,’ zegt de jongen.
Ik was er al bang voor. Schamper lach ik. Ik kan niet tegen onuitroeibare bierverhalen die de wereld ingebracht zijn door mensen met een dikke duim. Ik hou m’n mond. Neem een slok van m’n bier. Ik schenk nog even wat uit ’t mislukte glas bij om weer een vol glas te hebben. Dan keer ik me uit de keuken.
‘Tsja,’ verzucht ik, ‘ik werk per ongeluk in een brouwerij & een bierwinkel. Dan is ’t vaak zo dat andere mensen meer verstand van bier hebben dan ik.’

We zouden vaker niet moeten luisteren in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *