Schrijven op ’t terrein (de Slatuinen, nog geen eenduidige reden te horen gekregen waarom ’t zo heet) is voor mij misschien niet makkelijk mogelijk. Wat ik eerder schreef als poging aan een afgelegen tafel, heb ik gebackspaced. Hoewel ik rustig zat, was ik te opgelaten om ’t feit dat ik schreef waar anderen dicht in de buurt waren. 2 Mededeelnemers aan de Taxon-expeditie zaten niet al te storend met elkaar te praten, maar er was blijkbaar geen mogelijkheid om tot de essentie te komen.
’t Is ook maar de vraag of dat in zo’n kort tijdsbestek mogelijk is. Voor mij dan. Ik ben geen verslaggever. Hooguit van mezelf. Niet van een evenement waar te veel tegelijk afspeelt waarvan de details pas laat tot me doordringen.
Ze vroegen me op een gegeven moment waar ik dan over schreef. In veel te veel woorden uitgelegd. Terwijl ’t 1e antwoord al kloppend was: mezelf.
Ik suggereerde: soms insecten, of natuur. Maar zelfs daar stop ik een groot deel van mezelf in.
M’n vertraagde correctie was uiteindelijk: vooral over mezelf. Met zo’n ‘maar’ daaraan voorafgaand.
Heel veel van mijn uitgesproken zinnen beginnen met ‘maar’. Een ongemakkelijkheid voor de toehoorder, die ik in schrift kan voorkomen.
Laten we dan maar doorgaan op dat thema.
Uitleg was nodig waarom ik over mezelf schreef, hóe ik over mezelf schreef.
Niet alles is waar nl hier, niet helemaal waar. Legde ik uit in ’t engels.
M’n engels is goed; als ik over dit soort onderwerpen moet vertellen zijn de juiste woorden er niet. Hier kan ik echter nadenken, ’t enigszins verbeterd formuleren tijdens typen.
Ik ben uitvergroot, kreeg ik er met moeite uit. Waarbij ik niet mezelf wil ophemelen, zei ik, maar dat er eerder, omdat ’t leuk lezen moet zijn tegelijkertijd, om m’n gedrag & m’n manier van denken te lachen valt.
Vaak. Niet altijd. Grappig moet zijn. Geen schater.
Dat laatste niet verteld.
Tijdens de avondlezingen probeerde ik op een vraag van een ander groepslid uit te leggen waarom ik best wel wat wist van insecten ondertussen. Hoe mijn burn-out me vorig jaar noodzaakte de natuur in te gaan, m’n in de loop van enkele jaren nieuw ontstane hobby, m’n hyperfocus van ’t moment, probeerde te gebruiken voor een tijdelijke genezing.
Ik kwam in ’t Diemerbos, legde ik uit, & binnen enkele minuten was ik alles kwijt. Alles wat me zenuwachtig maakte, waar ik stress van kreeg; niets anders dan insecten bestond er nog. & Binnen een jaar waren de inmiddels officieel ontdekte soorten van ’t Diemerbos verdubbeld. & Snapte ik mijn plek in de wereld beter.
1 Stap per keer.
Ik ben de laatste tijd over de toekomst aan ’t nadenken.
Wellicht voor de toehoorder niet zo boeiend. In een omgeving als dit. In een verhaaltje over mijn verblijf in ’t Taxon Slatuinen-project.
Maar in Zijperspace een groot enzovoort.
Veel plezier en succes de komende dagen Ton! Ik hoop dat de die vier komende dagen net zo gedenkwaardig zullen zijn als die vier jaar!