terraspraat

Hier zat Dennis ook altijd als-ie z’n stuff kwam halen. Z’n handel voor in z’n zaak in Den Helder. Waarschijnlijk deed-ie er nog wel meer mee, maar dat wilde ik vroeger liever niet weten.
Maar hier wachtte hij altijd tot z’n compagnon kwam. Degene die de zaakjes leverde. Ik zag ‘m op een gegeven moment zitten op ’t bankje buiten. Maakte een praatje, tussen de snelle telefoongesprekjes door. Dennis was 1 van de 1e met een mobiel & maakte er in Amsterdam druk gebruik van. Maar evengoed had-ie aandacht voor mij. Dennis kon nl sinds jaar & dag meerdere dingen tegelijk. Door z’n armen snel te bewegen zei hij al wat. Dat betekende dat ik even naast ‘m moest gaan zitten. Ik bracht ‘m dan weer op de hoogte. Van mezelf. & Hij vertelde hoe ’t met de zaken in Den Helder ging. Ik kreeg soms verhalen te horen die ik vroeger niet kon bevroeden. & Dan snapte ik eindelijk hoe de vork in de steel zat. Maar ik had er niks meer aan, want ik woonde inmiddels hier, in Amsterdam.

Maar hier zat-ie altijd. Want die grote vent, dat was volgens mij z’n compagnon. Ik heb ‘m nog nooit gezien, maar hij leek precies op een man die compagnon van Dennis was. Een kop steekt-ie boven de rest uit. Een allemachtige borstkas, z’n kinderen zouden er in gewassen kunnen worden als ’t na z’n dood als tobbe zou gaan functioneren. Z’n mond staat niet stil of hij moet iemand de beurt tot praten hebben gegeven. Hij is amicaal, kent iedereen & heeft geld zat om nog ‘ns een rondje te bestellen. Bovendien heeft-ie een swingende zonnebril op, die geen ander op zijn leeftijd zou durven dragen.
Robin is hier ook. De huidige eigenaar van de Buuv, m’n nachtelijke stamkroeg van weleer. Krijgt een spa rood aangeboden van de compagnon. & Komt naast me op ’t terras zitten. Ik leg m’n boek opzij.
‘Hoe gaat ‘t?’
‘Goed, joh. Ik ben hier om m’n maat gedag te zeggen.’
Ik ben jaloers op mensen die makkelijk een verhaal kunnen vertellen. Je komt ze tegen & enkele tellen later hebben ze al een onderwerp. Met 2 zinnen hebben ze ’t aangesneden, rustig, kalm, met een afwachtende klemtoon aan ’t eind van de 2e zin zodat jij jouw gedachte kan invullen, & ze wenden zich ongemerkt af zogauw de aandacht bij een ander gesprek vereist is. Ik praat dan meestal door, maak m’n zin af, om in een leegte van geen reactie te eindigen.
Robin heeft ook de gave mij op zo’n manier achter te laten. Op een sympathieke manier. Bovendien ben ik ’t gewend.
‘Hij gaat 4 weken naar Afrika, maar hij moest op ’t laatst geopereerd worden aan z’n kaak & daardoor is-ie te laat voor z’n vliegtuig. Maar die had vertraging & nou ben ik hier om ‘m te ondersteunen.’
Ik zie geen maat. Maar ik kan me ‘m al voorstellen.
‘Gaat ’t goed met de Buuv?’
‘Ja, joh,’ & hij wendt zich tot de compagnon, die niet wist dat hij een eigen zaak had.
5 Minuten later pak ik m’n boek weer op.

’t Meisje voor me heeft bier voor 2 gehaald. Haar vriendin draait zich om haar glas aan te pakken, waardoor ik haar linkeroog zie. Een kuil, eigenlijk, met daarin iets wat niet kijkt als een oog. Van glas misschien.
Ik voel dat ze mij ziet kijken. Dus staar ik verder in de verte. Er fietst wat voorbij, hou ik de schijn op.
Ze wendt zich terug. ’t Volle bierglas op ’t tafeltje achter haar.
‘Wat voor sterrenbeeld ben jij?’ vraagt ze aan haar vriendin. ‘Je bent toch van 28 april?’
Met 1 oog leest ze voor uit ’t tijdschrift.

Naast me wil iemand bestellen. Hij kijkt door ’t open raam naar de bardame.
‘Hoe heet ze?’ vraagt-ie aan de compagnon.
‘Margreet,’ zegt de compagnon, maar begint meteen zelf naar haar te roepen. ‘Margreet!’
Hij keert zich om.
‘Weet je, Margreet,’ zegt-ie terwijl hij 2 kopjes van de vensterbank omstoot, ‘weet je, Margreet, dat je hier altijd moet oppassen als je je omdraait.’
De compagnon kan dit aan. Zonder te blozen raapt-ie de kopjes op. & Zegt ondertussen nog wel een puntje te lusten. Een puntje wodka.
‘Russia,’ imiteert-ie ‘t Eurovisiesongfestival ‘one point.’

Voor me hebben de vriendinnen de horoscoop doorgenomen.
‘Weet je wat me laatst gebeurde,’ zegt ’t meisje met de goede ogen. ‘Ik weet niet of ik ’t na kan vertellen.’
Haar vriendin gaat er belangstellend voor zitten, arm over de stoelleuning. Ze heeft in ieder geval aandacht met ’t oog dat ik kan zien.
‘Ik zat in de trein & tegenover me zat een jongen een blaadje te lezen. Ik las een boek. Op een gegeven moment vraagt-ie aan me wat ik vanavond ging doen. Verbaasd vertelde ik dat ik de stad in zou gaan. Toen liet-ie me ’t tijdschrift zien. De blz van de horoscopen. Hij las ’t voor: “Er komt een dame tegenover u te zitten, waarvan u onder de indruk raakt. Verlies geen contact. Probeer alles te doen om aandacht te krijgen. Stel een vraag, want ze kan belangrijk worden voor de loop van de rest van de dag.” Wij lagen helemaal blauw. Maar voor de rest van de dag heb ik ‘m niet meer gezien.’

Er kwam iemand voorbij die Robin groette. Robin stond op. Leunde voorover om een hand te geven.
”t Beste, maat.’
De jongen keek wat nors. Geconcentreerd.
‘Hij is nu op van de zenuwen,’ zei Robin toen hij weer zat. ”t Zal je maar gebeuren, vlak voordat je op safari in Afrika gaat een kaakoperatie.’
Z’n maat ging in een auto zitten. Een oude man achter ‘t stuur. Robin zwaaide. Maar niemand zwaaide terug. De jongen keek sjachrijnig voor zich uit.

We beleven 100 avonturen door slechts stilzitten in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *