t 1e Wat me opviel was dat ik voor mn 2e bakje moest betalen. Zuinig haalde ik mn zweedse kronen te voorschijn & reikte ze over de balie aan.
De meisjes deden nog steeds tzelfde. Ze haalden de kopjes op, zetten koffie, renden heen & weer. Maar je kreeg geen contact met ze.
Ze wisten me wel te vertellen dat er andere eigenaars waren. Ander personeel ook.
Of ze dan Tessan van vorig jaar kenden?
Nee, die kenden ze niet. Of misschien, zei er 1tje, ja, misschien, was dat t meisje dat ietsjes ouder was? Die was gaan studeren?
Ja, dat wist ik nog. Dat zei ik hen. Dat wist ik nog van vorig jaar.
Nee, zij had dat meisje al een jaar niet meer gezien. Die zat in een grote stad.
Ik dronk langzaam mn koffie op & las mn boek. Op 1 van de bankjes die er nog altijd stonden.
Ik kwam er niet zo vaak als t jaar ervoor. De mate waarin ik koffie nodig had als ik daar ging zitten was mij te duur. Liever had ik dan t bankje bij de receptie. Die stond er nog steeds. Met een flesje water erbij kwam ik de avond wel door.
Een nederlander nodigde me uit om wat bij zijn caravan te komen drinken, samen met zn vrouw. Ze hadden nog wel een extra stoel. & Anders zou 1 van de kinderen maar even elders moeten gaan spelen.
Koffie? Thee?
Ik nam koffie. Mn favoriete gratis drank. Voor bij mn tent kreeg ik na afloop een blik bier mee. Lättöl, met weinig alcohol. Normaal bier was niet te betalen, kon je als buitenlander ook niet makkelijk aan komen.
De volgende ochtend nam ik de 2 kinderen mee op een tocht door de bossen van t eiland, over smalle paadjes. Ik vertaalde de aanwijzingen langs de route. Over t kleine vikingrijk dat hier was gevestigd, over graven & heuvels, over uitkijkposten & over de oude taal. De jongens waren stil & liepen achter me aan.
Op de camping terug verkondigden ze luid dat ik zweeds sprak. Dat ze dat ook wilden leren.
Niet zo druk, niet zo druk, zei de vader. Dat kan altijd nog.
Ik dronk weer een bak koffie & ging vervolgens naar mn tent om eten te bereiden.
s Avonds nam ik mn boek mee naar t cafetaria. Ik passeerde stilletjes de caravan van de nederlanders, die bij de ingang van de camping stond, om ongezien aan de overkant te geraken. Ik haalde 1 bak koffie bij de zelfbediening & dronk die gedurende t lezen van een hoofdstuk. Tussen de regels door keek ik naar de meisjes die dit jaar de tent moesten runnen. Ze leken veel jonger.
Op mn wandeling richting centrum van Oxelösund passeerde ik t huis van Tessan. Ik kon ook een andere kortere route nemen, maar dat scheelde bijna niets. Ik telde de huizen, ging in mn herinnering na waar t huis zou moeten staan, welk nr t had. Ik overwoog aan te bellen, maar liep, weliswaar langzaam, door.
In t centrum leek t drukker. De hitte was niet zo verzengend. Men kon normaal boodschappen doen. Een koel zeebriesje maakte t aangenaam.
Ook op de terugweg nam ik dezelfde straat. Ik durfde zowaar naar binnen te kijken. Ik keerde me nog even om toen ik dacht dat ik geroepen werd. Maar t waren spelende kinderen die elkaar op fietsjes achterna zaten.
Een 10-tal meters van mijn plek verwijderd waren 2 meisjes bezig hun tent op te zetten. Ze haastten zich; t zou gaan regenen kon je aan de wolken zien.
De dapperste kwam op een gegeven moment op me af. Vertelde van haar 1e vakantie die nog maar net begonnen was. & Of ik zon plastic hoedje over had, voor bovenop de punt van de stok, waardoor er geen regen naar binnen zou kunnen lopen.
Ik zei nee, dat was de enige die ik had. Misschien op de receptie, stelde ik voor.
De 1e druppels vielen, dus ging t meisje haar vriendin snel weer helpen. Ik trok me terug onder mn voorluifel & maakte mezelf een maaltijd daar. Toen t bleef regenen besloot ik maar te gaan slapen, meteen er achteraan.
De volgende ochtend was t hoedje verdwenen, mn tent van binnen nat, de meisjes vertrokken.
Ik trok de haringen uit de grond, melde me af bij de receptie, pakte mn rugzak in. De nederlanders met hun kinderen zei ik kort gedag. Ik keek naar t cafetaria terwijl ik de camping verliet, keerde mn hoofd om & stak mn duim uit naar de 1e passerende auto.
t Was weer tijd voor Zijperspace.