tocht (dl 2)

‘Moe, ik ben vergeten te bellen,’ zeg ik door m’n mobiele telefoon. ‘Ik had Jan aan de lijn vlak voordat ik de trein instapte & toen kwam ik bekenden tegen. ‘t Ontschoot me helemaal dat ik beloofd had jou te bellen. Maar ik kom er nu aan.’
‘Zal ik je toch nog ophalen?’ vraagt m’n moeder.
‘Nee, ik loop wel.’
M’n gezelschap vraagt waar m’n ouders wonen. Ik wijs de straat achter die waarin we op dat moment lopen aan.
‘Wonen onze ouders eigenlijk nog steeds dicht bij elkaar.’
‘Of opnieuw.’

Ik bel aan. M’n moeder doet open. Ik zoen.
M’n vader staat in de huiskamer. Met slaperige ogen.
‘Hoi, Pa.’
Ik geef ook hem een paar zoenen.
‘Je lijkt wel dikker geworden,’ zeg ik. In ’t algemeen, omdat ik niet weet of m’n vader er op zal reageren.
‘Ja, hij is dikker geworden,’ zegt m’n moeder.
M’n vader kijkt lodderig uit z’n ogen. Z’n wangen hangen. Z’n armen dalen recht omlaag langs z’n lichaam. Vingers gekromd.
‘Hoe komt dat dan? Ligt ’t aan z’n nieuwe medicijnen?’
‘Dat weten we niet,’ zegt m’n moeder.
‘Er was een plek waar we ..’ & Langzaam dooft m’n vaders stem.
‘Wat zeg je, Pa?’
Hij kijkt vragend. Alsof er een mogelijkheid bestaat dat wij hem woorden kunnen geven.

We zitten in de auto. Onderweg naar ’t Zand, onderweg naar m’n broer. Pa achterin, ik naast m’n moeder. Net zoals Opa altijd achterin moest zitten van m’n vader, denk ik per ongeluk.
‘Sinds wanneer is-ie dan dikker geworden?’ vraag ik aan m’n moeder.
‘’t Begon zo rond ’t tijdstip dat we met de nieuwe medicijnen begonnen. Maar we zijn naar de specialist geweest. Ze keek naar de handen van Pa. ’t Kon in ieder geval geen ophoping van vocht zijn, zei ze.’
‘Maar dat wil niet zeggen dat ’t evengoed aan de medicijnen kan liggen.’
‘Alkmaar, Schoorl, Bergen,’ zegt m’n vader achterin.
‘Wat zeg je, Pa?’
Hij zwijgt. Weer diezelfde blik die iets wil zeggen, maar waarbij de woorden gehuld zijn in mist.
We moeten afslaan naar ’t Zand. M’n moeder is aan ’t voorsorteren.
‘’t Zand, Callantsoog, Groote Keeten,’ leest m’n vader weer voor. Nu zie ik ’t aanwijsbord ook. Ik had niet beseft dat-ie nog kon lezen. Hij leest de borden voor zoals ik dat tijdens vakanties in vreemde landen deed.

Men mag de weg niet kwijtraken in Zijperspace.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *