toiletpapier (10)

‘Ik zat op de wc de bijbel te lezen & toen….’
‘Is dat de plek waar jij de bijbel leest?’ onderbreekt Marjolijn semi-verontwaardigd.
‘Ja, eigenlijk is dat de enige plek waar ik de bijbel lees,’ antwoord ik evengoed serieus.
‘Ben jij zo opgevoed dat je op de wc de bijbel gaat zitten lezen?’ gaat Marjolijn verder. ‘Als god dat zou weten!’
‘Ik heb er voor de rest geen tijd voor. Bovendien is ’t best wel een zwaar boek. Dat ga ik niet zomaar even op de bank liggen lezen.’
‘Oh, je hebt de dikke versie. Heb je de katholieke?’
‘Nee, de literaire.’
Ik maak met m’n hand een gebaar hoe dik-ie is. De ruimte tussen duim & pink moeten ’t duiden.
‘Dat staat heel mooi hoor, in de kast.’
‘Jij bent zo iemand die alle noten & verwijzingen achterin er ook bij leest,’ constateert Marjolijn.
‘Nou, ik lees wel de toelichtingen bij de verschillende boeken van de bijbel. Daar hebben ze een apart deel van gemaakt bij deze literaire editie. Dat lukt dus niet als ik op de wc zit. Dan moet ik op gaan staan, met m’n broek naar beneden naar de boekenkast in de kamer lopen & dan weer terug. Dat kan niet, vind ik, als je net druk bezig bent. Dus aan de noten kom ik meestal niet toe.’
‘Je zou de bijbel, of de 3 delen van de bijbel natuurlijk ook op ’t toilet kunnen plaatsen.’
‘Nee, dat hoort niet.’
‘Dat hoort dan weer niet? Vindt god toch niet goed?’
‘Nee, dat is niet goed voor ’t boek. Op ’t toilet heerst een veel te vochtig klimaat. De douche zit daar ook.’
‘O ja, daar kan papier niet tegen.’
‘Precies. Dat zie je al aan toiletpapier. Dat hoef je maar een uur in ’t water te leggen & ’t valt al uit elkaar.’
‘Jij bestudeert toiletpapier?’
‘Nee, maar ik heb vroeger wel in een huis gewoond, waarbij de beerput achterin de tuin meermaals verstopt raakte. Dan moest je de afvoer weer openpoeren. Heerlijk gezicht om je wc-papier van nog geen uur daarvoor voorbij te zien komen.’
‘& Dan denk je dus aan de bijbel?’
‘Nee, andersom. Of nee, eigenlijk dat ook al niet. Jij begon er over. & Daardoor dacht ik aan wc-papier. Ik zou de bijbel nooit associëren met wc-papier.’
‘Je deed ’t anders wel.’
‘Ja, omdat jij begon over de bijbel op de wc.’
‘Jij leest de bijbel op de wc. Dat vertelde je ons net.’
‘Maar ik wil de bijbel niet opslaan op de wc, zei ik, want daar is ’t klimaat veel te vochtig voor.’
‘& Toen begon je over wc-papier.’
‘Ja, god wil nu 1maal dat we ook hygiënisch met ons lichaam omgaan. Ik ben nu bezig in Leviticus, waarin god de wetten doorgeeft aan ’t israëlische volk. Geen doorkomen aan, ik sla hele alinea’s over; heb nog niets over hygiëne gelezen in de wetten die god ons in Leviticus voorschrijft, maar ’t zou me niets verbazen dat hij straks iets zal zeggen over hoe je jezelf moet verzorgen.’
‘Dat je je bips moet afvegen nadat je hebt gepoept.’
‘& Dan in andere woorden, lijkt me. Want die woorden heb ik vroeger nooit in de kerk mogen horen. Tenzij m’n moeder naast me in de kerkbank zat & ik naar de wc moest.’
‘Voor jou zouden ze de bijbel eigenlijk op wc-papier moeten drukken. Elke dag 3 velletjes. De toiletversie. Houd je de literaire versie in je boekenkast.’
‘Nee, liever niet. Want dan moet ik ermee over straat. Ik ga toch niet aan mensen laten zien dat ik thuis wel eens naar de wc moet & dan nog bovendien de bijbel lees?’

Bovendien wensen we ons cultureel erfgoed niet te vernietigen in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *