toiletpapier (9)

Als ik de op 1 na laatste uit z’n verpakking moet halen, de verpakking van oorspronkelijk 4 over ’t algemeen, dan begint ’t weer voor mij. Opnieuw. Voorbereidingen treffen, denk ik dan. In m’n hoofd prenten dat ’t weer zover is. Plannen wanneer boodschappen te doen, hoever ’t op moet zijn, waar, of ik de tijd nog een beetje kan rekken, of ik nog visite ga krijgen de komende tijd. Ik word al moe van mezelf tijdens die bezigheden, terwijl ik toch eigenlijk heerlijk relaxed moet stilzitten. Geen inspanning, daar krijg je immers alleen maar problemen mee.

& Dan: 1 rol wc-papier kan je niet in ’t plastic laten zitten. Met 2 gaat dat nog net. Dat houdt ze samen, dan staan ze stevig op de plek waar ik over ’t algemeen m’n wc-papier bewaar (een niet opgehangen wc-rolhouder, want toch niet in de goede maat, sinds ze enkele decennia geleden besloten de wc-rollen een maatje groter te produceren; een ongekende revolutie op ’t huishoudelijk vlak, hoor ik m’n moeder nog verzuchten).
3 Is ideaal. Dan oogt ’t ook nog wat & kan je die bovenste 3e op een plek ten opzichte van de andere 2 manoeuvreren zodat ’t allemaal een degelijk evenwichtig geheel vormt.
Ik haat omvallend wc-papier, ook al woon ik dan op mezelf.

Ik moet ’t van achteren pakken. Van achter m’n rug. Hangt de closetrolhouder voor mij rechts, ik heb ’t in deze over de zitstand, ik hoef slechts m’n hand te heffen & ik heb ‘t 1e velletje te pakken, de voorraad van hooguit 3 (een familiepak van minstens een jaar houdbaarheid komt er over ’t algemeen bij mij niet in, gezien de onmogelijkheid die in een boodschappentas te proppen, & met een vuilniszak zie je mij de straat niet op gaan) staat links achter m’n rug.
Nadeel van de verpakking is dat je ’t uit moet pakken. Zit je te frummelen op de plee. Terwijl ik dan liever een boek lees. Wasmand als boekensteun, bij een dik boek ‘t flesje aftershavebalsem als zwaargewicht om de juiste bladzijde open te houden.
Frummelen dus: plastic los wriemelen, rol heen & weer bewegen, want de fabrikanten willen ze strak, tot er 1tje loskomt. Zodat je volledig vergeten gaat waarvoor je eigenlijk op die plek gekomen was.
Zit ik me meestal ook af te vragen waar ik de oude closetrol moet laten. & Ik moet ‘m wel ergens laten, want ik kan niet met dat ding in m’n hand zitten peuteren aan ’t plastic. Dat is alleen maar nog ongemakkelijker. Gooi ik ‘m maar snel in ’t wasbakje, wat ik dan in m’n hoofd moet prenten, want straks vergeet ik ’t als ik m’n handen moet wassen.
Iets wat ik nl ook niet prettig vind, is rondlopen in huis met een natte lege closetrol. Vooral als er nog zo’n alles-absorberend velletje aan zit, net niet te gebruiken, omdat er mogelijk lijm bij dat 1e velletje (voor de consument de laatste, maar de producent ziet ’t natuurlijk als 1e) is gebruikt. Hoe moet de rol anders om de closetrol blijven zitten?

Nu ik ’t dan toch over peuteren heb: die voorste velletjes moeten ook nog los. Die vind ik bovendien niet te gebruiken voor ’t doel waarvoor ze geschapen zijn. Omdat ze vooraan zitten. Weliswaar zit er plastic om de rollen tot ’t moment dat ik ze gebruiksklaar ga hangen, maar je weet evengoed nooit wat er allemaal aangehangen heeft vóór ’t werd ingepakt. Heeft zo’n lopende-band medewerker bijvoorbeeld wel plastic handschoenen aan.
Nee, hoor. Ik heb geen smetvrees. Maar wat dit onderwerp aangaat, sleept mijn fantasie me mijlenver weg. ’t Zijn onschuldige gedachtetjes, maar toch sleur ik liever die voorste velletjes los om ze weg te gooien.
Om dezelfde reden, maar dan iets ingewikkelder beredeneerd, vouw ik 2 vel bij ’t loskomen van de rol naar elkaar toe samen, de onderste binnenkant rol tegen de bovenste binnenkant rol, voordat ik ze ga consumeren. Zodat de buitenlucht er geen invloed op heeft gehad, zal ik maar zeggen. Ik moet dit verhaal niet onnodig complex maken.

Nou vanochtend dus de op 1 na laatste rol uit de verpakking gehaald. Dus kon ’t omhulsel net zo goed weggegooid, want 1 rol staat zo slordig in een omgeving van minstens 3. Als een ooit dikke man met bretels wiens dieet bleek aangeslagen. Ik ben niet supernetjes, maar ik voel er altijd wel voor om ’t esthetisch te laten kloppen. Dan hou ik overzicht, zogezegd.
Dus had ik plastic & een lege closetrol waarvan ik bang was dat-ie nat zou worden bij ’t handenwassen.
Ik heb toen maar ’t ene in ’t andere teruggepropt. Ik dacht: die kennen elkaar nog van vroeger, dat is wel vertrouwd. & Heb ’t vervolgens op de grond gegooid, voor de deur. Die stop ik straks wel in de prullenbak, dacht ik.

Toen kon ik geen woord meer lezen van m’n boek. Terwijl ik ’t toch zo comfortabel voor me had neergelegd. De concentratie was weg.
Ik bleef maar piekeren of ’t wel kón. Dat zou niemand moeten zien, dacht ik. Doe ik zo m’n best, alles overwogen, maar in de laatste handeling mag er toch geen foutje sluipen.
’t Zou toch geen gezicht zijn, dacht ik, als iemand bij mij thuis langskwam & bij ’t weggooien van een propje papier plots ’t plastic van de wc-rolverpakking in de prullenbak terugvindt. ’t Vrijgezellenpak van 4 rol, zou die persoon meteen herkennen.

We stonden voor een ontzagwekkend probleem in Zijperspace, die z’n weerga niet kende.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *