Tuin (VI)

Er is afstand. Iedereen heeft zijn eigen ruimte, z’n eigen tuin.
Eigenlijk gebeurt ‘t daarnaast op een dag zelden dat je iemand voorbij ziet lopen. ‘t Is vaker een fiets. & Die zoeven wat sneller dan dat ik van ze gewend was hier.
‘t Voorbijkomen wordt ruim van tevoren aangekondigd. ‘t Grindpad is de tuinbel van iemand die onderweg is in beeld te komen van door de struiken heen. Ik kan ‘t dan niet laten op te kijken, want ik zal eens iets missen.
Stomme ADHD, ik begin ‘t nu door te krijgen: nooit eens rust voor jezelf, tenzij met gordijnen dicht. Maar die struiken sluiten niet. & De grindbel heeft geen uitknopje.

Maar goed, ze schuiven voorbij, al snel uit beeld. Alleen Ron, van de overkant van ‘t pad, komt af & toe kijken. Later voor een biertje aan ‘t eind van de dag. Die traditie hebben we er al snel in zitten. Bier verbindt voor hen die ‘t drinken. Hoewel ook dat gebonden is aan een afstand van 2 stoelen aan weerskanten van de tafel. Dat is ruimschoots met onze recente aanwinst.

Vandaag wat meer rumoer. Die van 2 tuinen rechts heeft visite. & Reuring zorgt voor nog meer reuring. De grindbel stopt met ‘krrrrkrrrkrrrr’ als mensen een praatje daar ontdekken.
Een gesprek dat niet bij mij aankomt, behalve dan dat ik weet dat-ie plaatsvindt. Ik ben bezig met spitten, graszoden verwijderen, ruimte voor planten creëren door gaten graven.
Iets van jezelf maken is de vorige bewoner in al z’n aanwezigheid vernietigen. Ik begin de containers met bouwafval in de wijken die ik richting tuin passeer steeds beter te begrijpen.
We hebben nog een boel te doen, we hebben de herkenbaarheid van haar van voor ons er nog niet helemaal afgesleten.

Ron staat op ‘t middenpad. Ik kijk op, zie hem staan. Hij kijkt met een blik alsof ik al weet wat. & Vervolgens wendt hij z’n blik naar de tuin van 2 verder.
Als ik daar beweging hoor, zegt Ron: ‘Ton, kom je ook?’
‘Ja, waarvoor?’
Iets met mensen op een tuin, komt ‘t uit ‘t groepje van de 5 die de struiken passeren.
Ik loop vervolgens 10 meter achter ze over ‘t pad richting iets waar actie wordt verwacht. Ron heeft zijn schep in de hand & dat er druk gepraat wordt is ook een aanwijzing. Een getuige-fietser die zich aansluit wijst aan om welke tuinen ‘t gaat.

Een uurtje later zitten Ron & ik aan ons bier. De gesprekken zijn verstomd. Alleen onze samenvattingen klinken. Wie er gebeld had & dat die gebeld was Ron gebeld had.
‘t Klokje is rond, de dag bijna voorbij.
‘Ik ga naar Linda,’ zegt Ron aan ‘t eind.
‘Ik ga nog even water geven,’ verleng ik m’n verblijf & m’n verkreukelend blikje vervang voor een laatste.

Ergens zijn we de afstand vergeten daarnet, gieten mijn gedachten nog even na, met ‘t gekrioel van 5 man van tuin tot tuin, jagend voor schimmen die er allang niet meer zijn.
Via een stuk hout in de sloot zou 1 man aan onze kant zijn gekomen. Niemand die iets zag. Maar zo zou er iets gebeurd moeten zijn op de tuin.

De planten werden natter & zouden ‘t wel zien in Zijperspace.

Eén reactie op “Tuin (VI)”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *