Twintig min elf

Daar heb ik zojuist besloten om toch nog maar even door te gaan. Een volgend bier, desnoods een film, maar liever nog een vervolg op m’n relaas van de dag ‘ervoor’.
‘t Zorgt er gelijk voor dat de powerbank die ‘t licht verzorgde voor de buitenvoorstelling van vlinders, in staat wordt gesteld zichzelf op te laden voor een volgend optreden morgenavond.
Wat me gelijk doet beseffen dat 12 teksten vol krassen met out-of-the-blue-toetsenschrijfsels omdat ik zonodig hecht aan cijfers & hun wederkerende zogenaamde betekenis, misschien wel een beetje overdreven & wellicht moeilijk haalbaar is.
Goed dat m’n keel aankondigde dat de geleste dorst nog meer dorst deed oproepen. Dat hoeft men mij maar 1 keer te zeggen.

Hoewel ik wel enigszins last had daarnet van de maaltijd die ik mezelf vanavond had bereid, buik- & inwendigborrelwijs.
Ik had ‘t vlinderlicht al vroeg aangezet, zodat ik ‘t zogenaamde roerbakken (die uitdrukking begint bij mij al bij ‘t met een pollepel omslaan van ‘t reeds gebakkene maar nog niet totaal gare) plezierig kon combineren met af & toe gluren of er al iets op ‘t doek gebeurde. Doorgaans betekent een dergelijke optie voor afwisseling tussen keuken & andere activiteiten dat ik een constante neiging tot controle krijg. Controle om te zien of ‘t al smaakt. Of controle of ‘t inmiddels net zo lekker is als de voorlaatste check.
De duimreflex die me in mijn jeugd is bijgebracht, puur menselijk instinct is me later wijs gemaakt, heb ik al decennia-lang vervangen voor de pollepel of de latere spatel. Speciaal waar deze nodig was voor ‘t rond, plat & lichtelijk gebruind verschijnen van een pannenkoek op ‘t bord. ‘t Maakte daarbij niet uit of de meelsoep, zoals ‘t mengsel er in mijn ogen uitzag, reeds in gestolde toestand in de steelpan lag of zich nog in de ongebakken voorfase in de beslagkom bevond: alles wat maar eetbaar kon zijn diende in mijn mond terecht te komen.
Op vroege leeftijd heb ik ergens gelezen dat de egyptenaren de duimreflex zagen als een teken van (voortschrijdende) wijsheid. Een innerlijk proces van reflectie & ‘t internaliseren van spontaan voorbij komende vragen.
Maar waarschijnlijk gebruikten zij andere woorden daarvoor. Ik beschouwde ‘t als een goed excuus om snel m’n mond open te doen als zich, naast pannenkoeken, frieten van patat zich dicht in de buurt van m’n mond bevonden.
Om dit beeld compleet te maken dient men zich daar een grote hoeveelheid saus in een prettige samenstelling van mayo, ketchup & sambal bij voorstellen.

En dit geschreven hebbende, bedenk ik dat niets zo vreugdevol morgen kan zijn dan mij morgen te trakteren op een rit over 1 van de bruggen van Amsterdam, een brug die strandt tussen Oost & Noord, om daar een dergelijk iets, zonder de ketchup tegenwoordig, in m’n mond te proppen, 2 of 3 frietstukjes tegelijk. Zoals sinds mijn pannenkoekenjeugd gebruikelijk.

Ik ben alleen bang dat ik daar niet aan toekom, want ook morgen wachten vlinders op mij. Plus nog 10 stukken tekst, zoals eerder beloofd.

Spijt nadert met rasse schreden in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *