verandering

‘Maar hoe gaat ’t nu met je?’ vroeg Rachel.
‘Ach, gaat goed,’ zei ik. ‘Ik voel er niks van. Dat zei ik ook tegen de internist. Dat ik er niks van merk. & Ik vroeg aan haar of dat wel vaker voorkwam, dat mensen er niks van merkten.’
‘Voel je er ook echt niks van?’
‘Ja, dat vraag ik me dus af. Ik wilde tegen die internist dus zeggen dat Pes afgelopen zaterdag had gezegd dat ik stukken rustiger leek. Die zei dat ik niet zo onrustig om me heen keek als voorheen. Maar ik zei dat dat kwam doordat ’t zo verschrikkelijk rustig was. Er was niemand die me lastig viel, die m’n aandacht opeiste.’
‘’t Zou toch leuk zijn als je rustiger werd. Zou ik helemaal niet erg vinden.’
‘Nee, juist helemaal niet. Ik wil gewoon blijven wie ik ben.’
‘Nou, ik zou ’t helemaal niet erg vinden als je wat meer rust in je lichaam had.’
‘Ja, dat snap ik wel, maar ik wil niet dat ik verander. Stel dat ik ’t inderdaad al vanaf m’n puberteit heb, dan ben ik meer dan de helft van m’n leven zo. Meer dan 20 jaar. Ik wil niet zomaar afstand nemen van de persoon die ik ’t grootste gedeelte van m’n leven ben geweest. Daar was ik gewend aan.’
‘Maar ’t is toch prettig als je wat rustiger in je hoofd bijvoorbeeld wordt?’
‘Dat zal best. Maar ik wil ’t niet. Als ik ADHD had gehad, zoals ik een tijdlang dacht, dan was ik ook niet aan de ritolin begonnen. Ik wil zijn zoals ik ben. Of was, eigenlijk.’
‘Maar ’t betekent dus dat je eigenlijk wel wat merkt van een verandering?’
‘Nou, ik word dikker.’
‘Hoeveel dikker?’
‘3 Of 4 kilo zwaarder.’
‘Hm, zie je niet. Nou, je bent wat voller in je gezicht geworden. Maar er kon best wel wat bij, bij jou. Word je er ook trager van?’
‘Dat wou ik nou net zeggen. ’t Lijkt net alsof ik op de fiets ook veel langzamer ga. Mensen halen me in. Dat gebeurde nooit.’
‘Maar da’s toch niet erg. Je fietst evengoed wel snel. Sneller dan de meeste andere mensen.’
‘Da’s wel erg. Dat betekent dat ik niet meer dezelfde ben.’
‘Oja, jij wilt dat er nooit wat verandert.’
‘Precies. Alles moet altijd ‘tzelfde blijven. Anders verlies ik ’t overzicht.’

Er kwam een man tegenover me staan. Hij keek me recht in ’t gezicht. Krijt in z’n handen. Houtskool bleek dat even later te zijn. Een schetsblok klaar onder z’n arm.
‘Mag ik je tekenen?’
‘Waarschijnlijk kost dat geld?’ vroeg ik huiverig.
Hij knikte.
‘Ja, wat je ervoor wilt geven.’
‘Maar momenteel ben ik bijna bankroet.’
‘Maakt niet uit. Dan doe ik ’t gratis. Vind je ’t ok?’
‘Ja, als ’t me niet te veel tijd kost.’
‘Je hoeft me slechts 5 minuten in de ogen te kijken.’
Hij ging zitten & ging aan de gang. Met snelle halen, veel geveeg & een turende blik.

‘Hij lijkt niet,’ zei Ramon. ‘De neus klopt niet.’
‘Ik herken mezelf er anders wel meteen in,’ zei ik.
‘’t Zijn wel duidelijk de ogen van Ton,’ zei Rachel.
Ik rolde ‘m op. Legde ‘m opzij.
De man kwam teruglopen. Hij was alle tafels langs geweest.
‘Dat wordt niks vanavond,’ zei hij.
‘De mensen willen niet nagetekend worden,’ begreep ik. ‘Of ze hebben net zoveel geld als ik.’

Ik heb ‘m thuis opgehangen. Aan de muur naast de tv. Ook naast de foto van alle broers bij elkaar.
Ik ben al 2 dagen aan ’t controleren of ik veranderd ben. Zijn de wangen boller? Of heeft-ie de jukbeenderen, die altijd uitstaken, verloren laten gaan in ’t licht?
Maar die neus klopt niet, denk ik. & Oren kon-ie al helemaal niet tekenen. ’t Zijn niet de kleine oortjes waar ik m’n broers mee kon pesten.

Of ’t moet zo zijn dat alles uiteindelijk verwordt tot flapoor in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *