waardering

‘Ik kom een kratje inleveren,’ zegt de man.
Hij is tegen de 70, schat ik, ziet er keurig uit, & spreekt duidelijk.
‘Dan moet ik wel 1st weten waar ’t kratje vandaan komt,’ zeg ik.
‘Oh, bij de villa’s,’ reageert-ie nonchalant, ‘ik heb ’t van straat meegenomen.’
‘Normaliter neem ik nl niet zomaar lege kratjes aan. Vaak zijn ze bij ons van ’t karretje gejat.’
‘Oh, nee, hoor. Ik ben van goeder trouw. Vraagt u maar ‘ns aan uw collega met wat donkerder haar.’
Ik kijk ‘m een beetje vragend aan.
‘Ik heb wel ‘ns een heel gesprek met ‘m gehad. Hij heeft een beetje licht krullend haar. Jos, geloof ik dat-ie heet.’
‘Oja, da’s m’n baas.’
‘Je moet weten: ik heb nl nooit geleerd om met m’n vrije tijd om te gaan. Ik heb geleerd te werken, niet om zomaar iets te doen voor mezelf.’
Ik knik. Hij buigt zich nog wat verder over de toonbank die ons scheidt.
‘Daarom loop ik graag over straat, schuim de buurt bij de villa’s af. Dan kijk ik wel wat ik tref.’
Ik heb 1 arm in m’n zij, de ander in m’n broekzak. Ik luister met een glimlach.
‘Kijk, ’t ligt eigenlijk allemaal aan die mannen in Den Haag, wat die zeg maar vlak na de oorlog hebben besloten. Alle mannen van mijn leeftijd zijn toentertijd onmiddellijk begonnen met werken. Ik heb wel ‘ns een werkgever gesproken, over hoe de werksituatie & hoe wij oudere werknemers zich daarin opstelden. Toen zei ik tegen hem: “U zou ‘ns moeten kijken in de statistieken van de mannen die vlak na de oorlog zijn gaan werken. Dan moet u ‘ns naar Den Haag gaan om te kijken wat de maatregelen toen waren & hoe die mannen tegenwoordig functioneren. Ik denk dat om & nabij de 60 % niet is gaan doen wat hij wilde & ontevreden is.” Die man sprak me later aan: “Je bent heel positief ingesteld,” zei hij, “maar liefst 70 % is niet goed terecht gekomen.”
Later, die man was werkgever & een hele hotemetoot, ging die heer met pensioen, ’t hele bedrijf nam afscheid. Ik ben op ‘m toegelopen met een bos bloemen die m’n vrouw had gekocht. Ik had haar daar op uitgestuurd. Die man was daar erg over te spreken. Hij zei dat hij ’t zo zeer kon waarderen omdat ik wel vaker ’t vuur ‘m aan de schenen had gelegd in de werkgever/werknemer-situatie. Maar ik had dan ook waardering voor die man, ook al was hij van de andere partij & had-ie andere ideeën. Ook al ben je nog zo verschillend, je kan elkaar evengoed waarderen, vind ik.’
Terwijl de man verder praat, ga ik op m’n andere been steunen. Ik kijk ‘m in ’t gezicht om vooral niets van z’n verhaal te missen.
‘Ik loop dus vaak bij die villa’s. Ze gooien daar van alles weg wat ik nog kan gebruiken. Dan breng ik ’t naar de pastorie. Laatst waarschuwde een dame me, dat er in die 2 vuilniszakken daar verderop spullen zaten die ik vast wel kon gebruiken. Want ik wil niet zomaar in ’t openbaar die vuilniszakken openen. Al die mensen in die villa’s staan achter hun ramen naar je te kijken, als je dat doet. Dan geven ze je daarna niets meer. Dus nam ik die zakken zo mee & gooide ze achterin m’n auto.
Ja, & dan vind ik een kratje. Die moet toch ook ergens heen. Ik stop ‘m in m’n auto om er uiteindelijk iets mee te kunnen doen. Ach, joh, ik ben van goeder trouw. Ik doe geen vlieg kwaad. Maar ik heb alleen niet geleerd met m’n vrije tijd om te gaan. Geef mij maar € 1,- voor dat kratje, dan houd jij zelf die 50 cent.’

& Lachend verwijdert een leven zich uit Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *