wedstrijd

Ik doe een wedstrijdje. Wie ’t langst binnen kan blijven. Ik speel ’t met mezelf, want ik ben zelf de moeilijkste tegenstander. Schijnbaar voorspelbaar, maar evengoed onberekenbaar. Leer mij mij kennen. Ik ken mezelf. & Anders wel m’n gewoonten.
’t Gaat erom spannen wie er gaat winnen. Zoals zo vaak bij een wedstrijd met zulke tegenstanders. Wordt ’t uitstel, of ongeduld? Beiden maken vandaag een goede kans, want de lust om weg te gaan is groot, zeker zo ½-erwege de middag, maar de druk om nog wat aan ’t huis te doen doet zich ook gelden. Momenteel ziet ’t er naar uit dat ze even grote kansen op de uiteindelijke zege maken.

Ik weet eigenlijk niet waarom ik de wedstrijd in ’t leven heb geroepen, maar ’t brengt in ieder geval wel een verbeten strijd teweeg. Elke paar minuten sta ik op ’t punt m’n schoenen & jas aan te trekken, bedenk ik mezelf wat voor boodschappen er nog te doen zijn, om een excuus te vinden, & knaagt de immer onstuitbare dorst aan m’n wil de alcohol nog wat langer te laten staan. Om er zolang mogelijk weerstand tegen te bieden heb ik een pan met stoofvlees opgezet, die maaltijd vergt nog wel een paar uur sudderen, & m’n maag volgestopt met gebakken ei & tomaat met spek; ik kan geen pap meer zeggen, laat staan me in beweging zetten met behulp van een fiets.

Zo nu & dan staar ik door m’n achterraam & pretendeer de vogels (zijn ze nesten aan ’t bouwen?) te bestuderen. Ze scharrelen regelmatig rond in mijn tuin vol stokjes, takjes & sprietjes, waarschijnlijk tevens gevuld met karrenvrachten lekker vogelvoedsel. Dat leidt me af; ik verzet m’n gedachten voor een korte tijd, & heb toch lichtelijk ‘t gevoel dat ik buiten sta. Staren geeft me altijd een vredig gevoel. ’t Is jammer dat ik ’t nooit zolang volhoud.

Eigenlijk wil ik gewoon de deur uit. Op niks af. Ergens stoppen, 1 of ander café, & wat drinken. Voor me uit staren (wederom) & kijken naar wat de mensen zeggen, wie doet wat, waar gaan ze naartoe, komen ze vandaan, wie is mooi, & mag ik ermee naar bed als ik de euvele moed heb ’t te vragen. Al dat soort vragen waar geen antwoord op komt, omdat ik ze niet stel, slechts fantaseer, maar waar ik een tijdje zoet mee ben.

Helaas moet ik binnen blijven van mezelf. Ik zal nooit geen antwoord weten op de vragen die ik niet gesteld heb, als ik sterk genoeg ben mezelf tegen te houden. Waardoor ik verlies van mezelf. Of win, ’t is maar net hoe je ’t bekijkt, in deze wedstrijd is alles mogelijk.
Ik moet nog stofzuigen. Ik heb ’t me gisteren voorgenomen. Eigenlijk al wat langer geleden, maar al die andere keren van goede voornemens deed ik niet aan de wedstrijd mee. Was er ook geen winnaar, geen verliezer, behalve dan ’t huis dat onder ’t stof zat, & nog wat groffer materiaal. Maar misschien vindt ’t huis dat wel fijn. Ik heb ‘m nog nooit z’n mening in deze gevraagd, hij heeft mij ook niet deelachtig gemaakt daarin. ’t Zou ook kunnen dat de stofzuiger liever in de kast blijft staan. Vindt-ie ’t maar vermoeiend ’t huis op te schonen.

Misschien moet ik de deur uitgaan met m’n stofzuiger in de hand. Voel ik me vast minder schuldig. & Dan vraag ik onderweg een toevallige passant een winnaar uit te roepen.

& Als zij dan dapper genoeg is, dan mag ze blijven slapen in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *