weesgegroet

‘wees gegroet maria vol van genade de heer is met u gij zijt de gezegende onder de vrouwen gezegend is jezus de vrucht van uw schoot heilige maria moeder van god bid voor ons zondaars nu in het uur voor onze dood amen.’

& Dat liefst zo snel mogelijk, want dan waren we eerder klaar.
Zodat we aan konden vallen op de pannen. Liefst op de stukken vlees, maar dat mocht niet. Alleen Jan had wel ‘ns een gehaktbal te pakken. Dat werd wel ‘ns oogluikend toegestaan.
‘Maar Jan heeft ook een gehaktbal,’ als we onze buit terug moesten leggen in de juspan, ‘Jan heeft de grootste bal gepakt.’
‘Jan is groter dan jij.’
‘Maar ik moet er nog van groeien.’

M’n ouders konden echter niet zo snel bidden als wij. In gedachten had ik ‘t gebed al 3 keer af, als m’n ouders eindelijk in hun trage tempo bij ‘Amen’ waren aangekomen. Wij ook, want ‘t bidden moest gelijk op.
Een enkele keer probeerden we ‘t hardop op z’n snelst; dat leverde een 1e keer nog wel een glimlach op, maar een volgende keer een draai om je oren.
‘Aandacht erbij houden tijdens ‘t bidden.’
Of: ‘Je spot niet met God.’ Hoofdletter.

We namen God best wel serieus. Ik had de kinderbijbel al uit voordat de rest van de klas z’n 1e boek in handen had gehad. & Ik wilde zelfs priester worden, als ik later groot was. Omdat er geen vrouwen bij te pas kwamen, veranderde dat plan later in theoloog.
Maar geen misdienaar. Zo gek was ik ook weer niet van God & z’n missen. Moest je de hele tijd vooraan in de kerk zitten, stijf geknield voor ‘t altaar, terwijl iedereen je kon zien.
De misdienaar die bij Quint in de klas zat, was gek. Die zat in z’n neus te peuteren terwijl de pastoor met ‘t evangelie bezig was. & Hij at ‘t op terwijl iedereen keek. & Men hardop bad. Zat men tijdens ‘t benaderen van de Heer te kijken naar een snot-etend jochie.
Nee, misdienaar wilde ik niet worden. Geen van de broers.

Maar dat weesgegroet moest wel wat sneller. Of liever helemaal overgeslagen.

Dus verzon m’n vader dat we dan voor ‘t eten weesgegroet deden & na afloop ‘t onzevader. Of andersom. Meer afwisseling, zodat er meer aandacht bij ‘t bidden zou zijn.
Dat onzevader konden we binnen de kortste keren ook supersnel opdreunen.

‘onze vader die in de hemel zijt uw naam worde geheiligd uw rijk kome uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef ons onze schuld zoals ook wij ook anderen hun schuld vergeven & leid ons niet in bekoring maar verlos ons van ‘t kwade amen

Er moest met de ogen dicht er gebeden worden, vonden m’n ouders. Dat hielden wij echter niet zo lang vol.
‘Je had je ogen niet dicht tijdens ‘t gebed,’ zei 1 van de 2 dan.
‘Hoe weet u dat nou? Dan had u uw ogen ook niet dicht.’
Ze moesten zelf hun ogen op een kier houden om ons te kontroleren. & Als ze 1 van ons betrapten, kon er niet zomaar midden in ‘t gebed maatregelen genomen worden.

Waarschijnlijk werd ‘t vanuit de kerk uiteindelijk toegestaan om met de ogen open te bidden. Misschien zijn m’n ouders wat soepeler geworden, want tegenwoordig zie ik ze regelmatig met open ogen tijdens ‘t gebed.

& Voor ‘t slapen gaan nog ff een weesgegroet. Dan kwam Pa of Ma aan bed knielen & deden we ‘t samen. Als Carel tegelijk naar bed ging, met z’n 3-en.
‘Amen,’ aan ‘t eind, met een kus & een kruisje, ‘weltrusten.’

& Alles was gereed voor ‘t donker in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *