Ga maar snel weg, zei ze.
Ja, ik ga maar snel weg,’ zei ik.
Ik keek nog even naar de bewaker. De man in t pak. Hij stond te praten met een klant die de weg moest vinden. Hij had niet door dat ik met een cd de deur uitging. Ik ging maar snel weg.
Ik had t stickertje zien zitten op t moment dat ik t boek thuis had uitgepakt.
Dat stickertje heb ik daarnet ook gezien, dacht ik, maar waarom heb ik niks tegen de caissière gezegd?
Ik probeerde me de situatie weer voor de geest te halen. Kon me alleen de betaling herinneren, t terugstoppen van mn pinpas.
Vraag aan de kassa naar de gratis cd, stond op de rode sticker.
Een vluchtige blik op de sticker schoot me te binnen. Op t moment dat ik t boek van de stapel pakte. De gedachte: dat zal toch niet zoveel voorstellen. Vervolgens t grijpen naar mn portemonnee om zo snel mogelijk aan betaling te kunnen voldoen. Ik vind kopen leuk, maar de handeling betalen dient zo snel mogelijk achter de rug te zijn. Geeft te veel onzekerheid.
Ik peuterde t stickertje van t boek. t Gaf mee. Geen vette klevende vlekken op t boek.
Stickers horen niet op boeken, ook niet op cds. Dan krijg je t artikel niet zoals t bedoelt is. Extra troep om t artikel er nog aantrekkelijker uit te laten zien, reclameleuzen, lokkertjes.
Including the last hit.
Vraag aan de kassa naar de gratis cd.
Met gratis bonus-cd.
Nu met € 2,- korting.
Vaak moeilijk te verwijderen. Verkeerde lijm. Word je tot in de lengte van dagen aan herinnerd.
Ik wilde mn cd, besloot ik. Ik had er recht op. Waarom had de caissière niets gezegd? Ik was toch zeker niet de 1e die t boek kocht? Afgelopen weekend had elk boekenkatern over t boek geschreven. Dan moesten caissières bij Scheltema van meer weten.
Ik had alleen de kassabon al weggegooid. & t Irritante stickertje verwijderd. Geen poot om op te staan. Ik kon niks hard maken.
Ja, mevrouw, bereidde ik me voor, ik heb hier van de week dat boek gekocht waar je gratis een cd bij hoort te krijgen. Maar ik heb niks gekregen.
Daarbij wijzend op een stapeltje cds achter de rug van de caissière. Want ik kon me vaag een stapeltje cds herinneren.
Nee, mevrouw, bereidde ik me verder voor, ik heb t bonnetje niet meer. Maar er zullen vast meer mensen zijn die de cd niet hebben gekregen. Dan blijven jullie straks met een hele hoop cds zitten.
Ik oefende per ongeluk mn zielige gezicht toen ik even later de spiegel in t toilet passeerde. Wist echter niet of ik wel durfde.
Er valt niet veel te durven, dacht ik enkele dagen later, 5 uur s middags, ik had reeds 2 bier in mn stamcafé genuttigd. Als ze weigeren, dan kan ik altijd nog naar de volgende winkel waar ze t boek verkopen. Met tzelfde verhaal.
Maar ik wist tegelijkertijd dat ik dat al helemaal niet zou durven. Ik durf niets dan de waarheid. Zogauw er een vraag gesteld gaat worden, moet ik gaan liegen. Daar krijg ik rode wangen van, weet ik uit mn jeugd.
Ik was al onderweg naar Scheltema. Op de fiets. Alle scenarios passeerden de revue.
Wat voor boek?
Wanneer heeft u t gekocht?
Kan u zich de verkoper nog herinneren?
Weet u nog hoeveel u voor t boek heeft betaald?
Waar is uw bonnetje?
Waarom zit er dan geen stickertje meer op uw boek?
Caissières zijn bitches, dacht ik toen ik bij Scheltema binnenliep.
Ik heb van de week hier t laatste boek van Rob van der Linden gekocht, Het logboek van Brandaan, maar ik heb er geen gratis cd bijgekregen.
Welk boek?
Deze hier, & ik haalde t boek uit mn tas tevoorschijn. Er zat een stickertje op dat ik de cd aan de kassa moest vragen. Maar dat stickertje zag ik thuis pas.
Daar hoort helemaal geen cd bij.
Jawel. Er zat hier een stickertje op. Of heb ik nou t verkeerde boek meegenomen.
Laat ns zien. Waar heeft u t vandaan gehaald?
Hiervandaan. Van de romanafdeling.
Ik zal ns kijken.
(Stilte)
Oja, hier ligt een stapeltje cds.
(Stilte)
Ga maar snel weg.
Ik pakte de cd aan & voelde me alsof ik op de lagere school een strafbeurt had gehad, maar dat mocht niemand weten. Zeker mn ouders niet.
Ik ging maar snel weg, terug naar Zijperspace.