wegwerken

Vakantie is allang voorbij. M’n rugzak beweert ’t tegendeel door elke dag voetgevoelig in de weg te liggen. Ik schoof ‘m vanmorgen een dm aan de kant met dezelfde gestoten teen. Even over de losse onderdelen heen die ik reeds had uitgepakt. ’t Wc-papier, de hoofdpijnpillen, ’t notitieboekje, de pannengreep, de zonnebrand, de aardappelpuree. Allemaal eventualiteiten die niet benut zijn vanwege de korte duur van m’n geïmproviseerde uitstapjes. Ik kon ze maar beter met me meedragen.
Nu kon ik ze nog een tijdje maar beter laten liggen. Ook voor ’t geval dat. Voor ’t geval dat ik er toch nog op uit zou trekken. Hoewel ik weet dat m’n vakantie allang al voorbij is.
Ik weet evengoed dat ik morgenochtend weer m’n teen zal stoten. Bijna aaiend zal-ie in mijn voorbijgaan de aandacht proberen te trekken. Kijk mij eens wachten op volgend jaar. Kijk mij eens plannen hebben. De lege vakken herbergen nu de vakanties die nog in ‘t vooruitschiet liggen.
Ik kan die eigenwijze smeekbede beter wegstoppen in de stille kast van de slaapkamer.

Ik heb nog wel een offerte laten doen. Wat zou ’t kosten als.
Wat zou ’t kosten als ik in september de boot nam naar.
Wat zou ’t kosten als ik in september de boot nam naar & de boot ook nog terug nam. Te voet. Zonder verder vervoermiddel.
& Wat zou ’t kosten als ik van daaruit nog een boot naar verderop nam.
Ik droomde alweer van verlaten campings, verlegen stenen langs de kant van ’t zelden betreden pad, regenbuien klaterend als slaapserenade op m’n omhulsel van tentdoek.
Te duur. De volgende ochtend kreeg ik een meeltje terug met die slechte tijding. Ik was opgelucht dat ’t vragen van offertes niets kost.

Ik moet dus weg gaan werken. Niet opruimen, maar wegwerken. De spullen moet beschikbaar zijn op afroep. Dat als ik m’n rugzak pak ’t er allemaal zonder moeite in past. De spullen moeten nog automatisch snappen dat er een systeem zit in de manier waarop ik ze heb neergelegd. Voedingsmiddelen & hun apparatuur in ’t linkervakje, allerhande kleinood in ’t rechtervak. Slaapmateriaal in ’t hart. Troep onderop. Urgent bovenin.
Ik durf dus niet. Stel dat ze opeens niet meer beschikbaar genoeg zijn.

Maar gister zei ik, ik zei tegen Johanneke, nadat de week ervoor Jasmijn iets had gezegd, maar dat blijkt wel uit ‘tgeen ik gister tegen Johanneke heb gezegd, ik zeg dus, ik zei: ‘Vorige week zei Jasmijn dat we weer eens moesten gaan wandelen.’
‘Ja,’ zei Johanneke.
‘& Toen zei Jojanneke,’ want die doet ook nog mee, & zat ernaast, ‘”Ja, we moeten weer eens wandelen.”’
‘Ja,’ zei Johanneke & ik zag aan haar gezicht dat ze er iets over wilde zeggen, ze trok haar mond al ½ open, in een poging ’t volgende te voleindigen: ‘Dan moeten we……’
‘Nee, ik ben nog niet klaar met m’n verhaal,’ onderbrak ik haar snel. ‘Want ik zei toen: “Ja, we moeten weer eens wandelen.” We hoopten dat jij dat ook zou denken.’
‘Ja,’ zei Johanneke, & dit keer liet ik ’t toe, ‘want ik heb ondertussen een boekje over flora & fauna gekocht, wat we dan kunnen gebruiken onderweg.’
‘Jammer dat er niet zoveel meer zal groeien tegen de tijd dat wij dan gaan wandelen,’ zei ik daarop. ‘Maar we kunnen altijd nog een boekje over paddestoelen kopen.’
We waren ’t eens & zullen binnenkort gaan wandelen.

Nu heb ik alleen nog spullen nodig voor de kleine rugzak. Spullen die niet te veel ruimte innemen. Spullen die hooguit noodzakelijk zijn voor 1 dag. Geen maaltijden, wel water. Misschien wc-papier, maar een rits hoofdpijnpillen lijkt overdreven. & Tijdens de tocht zal ik me vast niet hoeven scheren. De pannengreep zal ook wel een andere bestemming krijgen, want de pannen lijken me redelijk overbodig. & ’t Onderwegse café-restaurant zal wel genoeg suiker op voorraad hebben om mijn thee daarin te voorzien.
Ik moet alleen nog beginnen te durven opruimen. Of wegwerken, zoals dat heet.

We krimpen in, om ’t zodoende wat wijder te maken in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *