zoektocht

Zo’n dag als vandaag is eigenlijk een soortemet zoektocht naar een bepaalde opwinding, in m’n hoofd verzucht als geluk. Of anders een zoektocht naar ‘t moment dat ik dat vergeet.

Maar vooraleer de zoektocht begonnen kon worden was ‘t noodzaak de boodschappen te doen. Hieronder versta ik ook de visite aan de bieb. & ‘t Per ongeluk struinen door 2e hands boekenbakken. ‘t Valt tenslotte in dezelfde ronde die ik op m’n fiets maak. & ‘t Heeft ‘tzelfde resultaat als m’n bezoek aan de bieb: boeken.

Stel dat m’n huis gesitueerd was aan een verlaten paadje midden in ‘t grote donkere bos, zou ik me dan ook zo op m’n gemak voelen? M’n buurvrouw veroorzaakt plots wat gerommel, normaliter is ze er niet, waardoor ik denk: waar komt dat geluid toch vandaan? Ik kan uren ongestoord in m’n huis mezelf vermaken (natuurlijk met m’n eeuwige onrust van opstaan, zitten, opstaan, lopen, oppakken, zitten, paar blz lezen, opstaan, etc), zonder me ongerust te maken over de wereld buiten me. De tv hoeft niet aan, de radio niet, ik hoef geen nieuwssites te bezoeken. Maar zou die behoefte ‘tzelfde zijn in dat grote donkere bos? Zou ‘t gemis dan de behoefte bepalend beïnvloeden?

‘t Is onbegrijpelijk hoe je vrije dag in beslag genomen kan worden door allerlei verplichtingen jegens jezelf, tbv comfort voor later. Boodschappen voor enkele dagen nemen al snel enkele uren in beslag. Alleen al ‘t bedenken van ‘t efficiënt indelen van deze ondernemingen buitenshuis vergt z’n tijd. Ik schat een ½ uur. Gelukkig kan ik dat ½ uur verstoppen tussen de onrustigheden die mij dagelijks overkomen. De onrustigheid vermom ik aldus door een ½ uur tijd aan struktuur te besteden.

Een film op ‘t grote doek, ‘t liefst in een lege zaal, maar dan moet je er vroeg bij zijn, niet gestoord worden door van te voren bedachte schema’s over wanneer welke boodschappen, de 1e voorstelling dus. Een hoekje opzoeken, bij de 2e voorstelling, waarvan je denkt dat niemand die meer kan vinden zogauw de film begonnen is, tenzij struikelend over de donkerte & valse flitsen weerkaatsend van ‘t doek. & Dan 2 popcornpubers met familiezak moeten laten passeren die boeren bij elke slok van hun maandvoorraad cola. & Op momenten dat je je niet wil irriteren, slechts recht vooruit wil kijken, zie je je voorbuurman steeds weer geërgerd z’n hoofd naar achteren wenden.

Een stapje in de wereld van enkele jaren geleden. ‘t Bezoeken van de stamkroeg. Plots op de dinsdagmiddag. Net als toen ik de enige klant was op de dinsdagmiddag. Toen we, de barman, de keukendame & ik, de crypto van afgelopen weekend oplosten. De Barman schonk in de tussentijd 5 bakjes koffie, tapte 10 glazen bier, waarvan 5 voor mij, & 3 glazen fris voor ‘t dienstdoend personeel. ‘t Was ‘t 1e jaar van m’n stamkroeg. Ik was de 1e vaste klant.
Nu vraagt de bardame voor de 3e keer naar m’n naam. & Serveert ze m’n bier nog altijd met ‘t verkeerde glas.

De maaltijd. Daar heb ik tenslotte de voorbereidingen voor getroffen. ‘t Moet me doen verlangen naar vakanties. Of naar avonden keihard werken in de catering van de Rode Hoed. Afhankelijk van de slagingsfaktor.
‘t Wordt een vermoeiende strijd met de nukken van de combi-magnetron. Vakanties worden vergeten. Werk ook.

& Dan ontstaat ‘t ouderwetse verlangen ‘t huis te verlaten. Ik woon in een verlaten huisje aan ‘t einde van een pad een heel smal klein paadje van zand of misschien wel grind dat knarst in een donker o zo donker bos zonder lantaarnpalen & zonder zaklantaarn met rare geluiden. Ook al is ‘t m’n buurvrouw. Maar ginder wonen, drinken, praten alle gezellige mensen.
& Ik durf niet. Niet vanwege genoemde oorzaken. Want die zijn hier niet.

Men heeft zo z’n beperkingen in ‘t donkere bos dat Zijperspace heet.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *