Van de week is Pa jarig, hè, zegt mn moeder.
Ja, ja, dat was ik nog niet vergeten, zeg ik. Op welke dag valt dat?
Donderdags. & Die van Marc dus op zaterdag. Maar we vieren de verjaardagen op zondag.
Dan kan ik niet. Maar dat zal je vast al wel begrepen hebben. Ik moet toch altijd werken op zondag.
Ja, dat dacht ik al. Maar je wist wel dat Billy vrijdag jarig is?
Ja, ik heb van Carel een meeltje gekregen. Ik heb meteen terug gestuurd dat ik dan niet kan.
Bel ze dan even.
Ja, ik zal mn best doen.
Niet je best doen. Gewoon doen.
Ja, Moe.
Ik bel enkele dagen later vanaf mn werk.
Met mevrouw Zijp.
Hoi, Moe. Hoe gaat t?
Goed. Maar je belt natuurlijk om je vader te feliciteren.
Zeer argwanend. Ze is niet van mij anders gewend dan dat ik verjaardagen vergeet. Altijd. Behalve m’n eigen.
Ja, tuurlijk, zeg ik schijnheilig.
Op zon toon dat je t er doorheen zou kunnen horen, maar dat dat niet perse hoeft. Voor 2erlei uitleg vatbaar. Hoop ik op dat moment.
Maar ik wilde natuurlijk ook weten hoe t met je gaat.
Ik zou nu door kunnen gaan met praten, bedenk ik me, maar ‘t schiet me op tijd te binnen dat ik ‘t dan alsnog zou kunnen vergeten.
Daarom: 1st Dus maar: Gefeliciteerd! Waar is Pa?
Die doet zn middagdutje.
Geef m maar een zoen als-ie wakker wordt.
& Dan zie ik mn vader voor me. Mn vader die mn moeder een zoen geeft. Dat kon-ie altijd goed. Hij ging glimmen. Je zag dat-ie t meende. Hij kwam traag op mn moeder af. Omarmde haar. & Teder legde hij zn mond op haar wang. Zn wangen nog iets roder dan gewoonlijk. Zn mond stond getuit, alsof zn gezicht wat langwerpiger was geworden. Een twinkeling in zn ogen. Dan zag je opeens dat ze blauw waren. Mn moeder was een moment een vrouw, niet alleen maar moeder. Ze glimlachte, krulde in zn armen. Beider glimlachen hadden zich in de loop van de jaren aan elkaar aangepast. Ze voegden zich. Ze waren op elkaar afgestemd.
& t Ging traag, o zo traag; je wist dat je een moment niets moest zeggen. Dat t spelletje even wat minder belangrijk was. Of de afwas. Of wie er aan de afstandsbediening mocht zitten.
Mn vader had een grote neus als-ie een zoen gaf. Dat zag je als-ie die zoen gaf. Mn moeder bleke wangen. Migrainewangen. Mn vader kon de mooiste zoenen geven omdat-ie rekening hield. Met zn neus. & Met mn moeders wangen. Die vaak stijf stonden van de pijn die er achter verborgen zat.
Als we familiefilms keken moesten de mooie beelden altijd 1 keer in slowmotion afgespeeld worden. Dat was lachen. De zoen van mn vader is nooit opgenomen. Want hij was degene die altijd filmde. Slowmotion was dan niet nodig geweest. Mn vader had zelf al t juiste ritme gevonden.
Zal ik doen, zegt mn moeder.
Wie hoor ik op de achtergrond? Jullie hebben wel al visite?
Ja, Gre & Kees zijn er.
Oh, leuk; doe ze maar de groeten.
Je komt dus niet, zondag?
Nee, ik kan niet. Ik kan niet zo kort op die dag vrij krijgen. Bovendien heb ik t geld hard nodig.
Denk je dan wel nog om de verjaardag van Billy?
Ja, tuurlijk.
Maar ik weet dat t proces van vergeten al is ingezet in Zijperspace.