zonnekoude

‘Je moet je even voorstellen dat ik dus op een terras zit. Een terras met zon. ’t Is mooi weer. Niet al te warm, maar in de zon heerlijk vertoeven.’
‘Ja. Waarom?’
‘Om wat ik je nu ga uitleggen.’
‘Ok, ja.’
‘Alleen staat die zon een beetje laag. Die schijnt dus vrij scherp in je gezicht. In je ogen. Dus laat ik m’n pet op. Je weet wel: zo’n amerikaanse cap. Waarbij ’t wat mij betreft vooral belangrijk is dat er een klep op zit. Die de zon tegenhoudt.’
‘Hm.’
‘Ik hou die pet dus op. Vraagt degene naast me: “Waarom zet je die pet niet af?”’
‘Ja, waarom zet je die pet niet af?’
‘Ik zeg: “Da’s lekker tegen de zon.”’
‘Ja, & toen?’
‘Niks & toen. Ik hou gewoon die pet op. Maar later begin ik toch na te denken over wat ik gezegd heb. Of eigenlijk is ’t niet eens gebeurd; ik heb van de week wel op een terras gezeten, maar die vraag is me nooit gesteld. Ik moest vanochtend hier verschrikkelijk over nadenken. Want die zin klopt dus niet.’
‘”Waarom zet je die pet niet af”?’
‘Nee: “Da’s lekker tegen de zon.”’
‘Huh, wat dan?’
‘Dat voel ik zo. ’t Is gewoon lekker. Dat ’t de zon tegenhoudt, dat weten we, maar dat ’t lekker is ‘tegen’ de zon, dat klopt volgens mij niet. Ik denk dat je beter kan zeggen: “Da’s lekker voor de zon.”’
‘Nee, want je hebt ‘m niet vóór de zon op. Je draagt ‘m voor jezelf, zodat je geen last van de zon hebt. Niet voor de zon, niet zodat de zon geen last heeft van jou zou hebben.’
‘Maar wat moet ik dan zeggen?’
‘”Da’s lekker in de zon.”’
‘Heb ik ook al over nagedacht. ’t Probleem is dan dat je niet vermeld wáárom je ‘m draagt. Dat is dan weer ’t prettige van ‘tegen’, dat je daarmee uitlegt dat die klep je beschermt tegen de straling van de zon in je gezicht. Met ‘in’ spreek je dat niet uit. Alsof zitten in de zon met een pet op altijd lekker is. Persoonlijk vind ik van niet, want ’t kan ook best warm zijn. Zeker als de zomer aangebroken is. Dan zou ik onder m’n pet uitzweten. Ligt er uiteindelijk onder die pet alleen nog maar een plasje zweet.’
‘& Als je nou zegt: “Da’s lekker voor tegen de zon.”? Dan kom je toch een heel eind.’
‘Ik begrijp wat je bedoelt, maar dan krijg je zo’n rare tegenstelling in een zin. Je bent 1st ‘voor’ & vervolgens ben je ‘tegen’. Je zet 2 tegengestelden tegenover elkaar. Ok, ‘voor’ heeft in deze zin natuurlijk een andere betekenis, maar ’t blijft de verkeerde betekenis blijft in ’t zinnetje doorklinken. Ik zat zelf op een gegeven moment te denken dat ik dan maar beter “Da’s lekker met de zon” kon zeggen. Hoewel ’t dan natuurlijk klinkt alsof je ’t ermee eens bent dat de zon zo brutaal in je ogen staat te schijnen zogauw je de pet niet op hebt. Je zou “Da’s lekker met de zon” op zo’n manier moeten zeggen dat mensen dankzij de knik met je hoofd richting zon meteen begrijpen dat ’t over ’t beschermen van je ogen gaat.’
‘Ja, da’s natuurlijk een nadeel van wat wij nu aan ’t doen zijn. We hebben ’t over zinnetjes zonder erbij te letten op hoe die zinnen worden uitgesproken. Wat de begeleidende gezichtsuitdrukking is. Maar goed, je hebt die pet dus op gelaten?’
‘Ja, dat zowiezo. Ik had ‘m voor de kou opgezet. & Op ’t terras was ’t ondanks de zon niet verschrikkelijk warm.’
‘Vóór de kou? Had je ‘m niet tégen de kou? Of misschien heb je ‘m wel opgezet op ’t moment dat je besefte in de kou te staan.’

Eigenlijk zijn we hier tegen in Zijperspace, maar dat komt niet al te vaak voor.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *