kwijt

Ik ben op zoek in m’n geheugen naar de aantekeningen reeds gemaakt. Wat te verwachten was, is gebeurd: m’n reserve-geheugen wordt vermist.
Dus van voren af aantekeningen maken, maar nooit meer dat ene stukje kunnen schrijven van vanmiddag genoteerd.

Het aanschouwen van Zijperspace is als een momentopname.

thuisgekomen

& Als ik dan thuis kom, waar begin ik dan? M’n neus inspuiten, zodat ik straks niet meer hoeft te poeren voor adem: de was doen, voor schone sokken morgen; maar dan kan ‘t eten pas een ½ uur later; de afwas, want dan heb ik een schoon aanrecht & kan ik rechtstreeks naar de tv, zogauw nodig; verregende kleren met de was mee doen; of juist laten drogen aan ‘t rek tot de ruimte nodig is voor de natte was; stukje schrijven, omdat ervaring vers; kachel aan, zodat ik desnoods in m’n onderbroek door ‘t huis kan lopen; tv starten, dan hoor ik vanzelf wel hoelaat ‘t is.

?

Waar is ‘t begin in Zijperspace?

onacceptabel

Men hoort niet om 8 uur wakker te worden, volledig tot leven gewekt te zijn om ½ 9, als men een vrije dag heeft & pas om ½ 4 er in lag.

Dan volgt er vast nog een klap in Zijperspace.
Update: Uiteindelijk wat xtra slaap genoten. Maar ‘t is zeker net zo ontoelaatbaar tijdens die slaap al bezig te zijn met inloggen, zodat de tekst aangepast kan worden.

‘t later leven

& Nu maar hopen dat ik m’n gezicht nog durf te tonen, na voorgaande verhalen. Dat morgenochtend alles er nog steeds ‘tzelfde uit ziet, maar met minder twijfel omweven & meer overtuiging verkondigd.
Sloop ajb die immerverschijnende twijfel uit dat deel van m’n hoofd dat mij doet schromen verdere stappen te zetten.

Sloop de helft van Zijperspace.

‘t echte leven (4)

& Dan? Waar sluit ‘t water van
verhalen over mensen die verdrinken
snotterend zinken van broers die redden
om elkaar te behouden, vlak voor sluis.

Stenen pleiteren, plat tegen hoofd,
klein klein hoofd dat baby schreiend nat,
bloedrood nat verontschuldigingen eist.
Waar is hoofd? Dat waterig hoofd.

Water is ‘t mannelijk bloed van Zijperspace.

‘t echte leven (3)

Of soms treurige schijn van alleen zoals
bij tent opzetten na uren fins geweld van drank,
ondergedompeld geweest in kilometers roes
& zalig zat zwemmen in zweedse meren.

Waar was ik? Ik die alleen zou slapen
na verdronken vergeten van verste vertes,
bonkende slapen als voorproef van
wegglijdend feestend gezelschap.

‘t Was jammerlijk lang weg, dorst hebben in Zijperspace.

‘t echte leven (2)

Of 20 van ons die over hekken klimmen,
‘t zwembad innemen om de nacht te laten leven
van diepduikend water & plonsende spanning
om gesnapt te kunnen worden.

Achterop lekken lange druppels terug naar huis
van gefeeste gedroogde gedrogeerde
lichamen uit de enige doek,
definitief tastend restant van school.

De doek is ‘t graf waarin Zijperspace geboren werd.

‘t echte leven

Met 12 mensen bloot op rij,
een aanloop nemen, rennen,
plankton van de zee opzwepen,
laten schreeuwen tot spetterend schijnen
zodat de maan overtollig is.
Want heersers van de nacht dat zijn wij.

We vormden samen de spiegel die ‘t licht schiep in Zijperspace.

showdown

Dit liedje van Ken Carter staat gelijk aan Margriet. Of beter: aan visite bij Margriet. Of beter: aan visite op de plek waar Margriet tijdelijk onderdak had gevonden.
De tekst is niet belangrijk, luister ik toch nooit naar. Ik had deze cd in die tijd vaak bij me, waardoor ‘t vaak gedraaid werd als ik bij haar was, bij gebrek aan draaibare alternatieven.

Margriet was de 1e vriendin waarmee ik dmv meel intensief de relatie onderhield. Dat betekende ontelbare, korte, puntige meeltjes over & weer gedurende de avond, waarop we uiteindelijk toch besloten bij elkaar te gaan slapen. Te veel ongeduld, te weinig warmte dreef ons ertoe. Dat betekende wel dat ik de spullen die ik mogelijk de volgende dag op m’n werk nodig had, mee moest nemen.
Dus vreeën we in de huiskamer van haar kennis op de bank, waar absoluut geen vlek op terecht mocht komen wegens duur, op de treurnis van deep soul. & Vertrokken we in de laatste galmen van intense weeklanken richting slaapkamer.

Die intensiteit bereidde me erop voor: creëerde alvast ‘t gevoel van tijdelijkheid van ook deze relatie.

Tijd is de grootste afstand die afgelegd moet worden in Zijperspace.

geheugen (7)

Druk bezig de tafels te ontdoen van glazen, asbakken te verzamelen, kortom: de tafels in de kelder volledig te ontruimen, zodat de mensen als snel de lol zal vergaan er nog lang te blijven rondhangen, word ik plots op m’n schouder getikt.
De dame die ik de hele avond al in de gaten had gehouden. In ‘t groepje van vaste klanten vormde zij ‘t ongrijpbare, onbekende gezicht. & Als dat gezicht eigendom is van een vrouw, trekt dat als vanzelfsprekend m’n aandacht.

Ik kon al vroeg knipogen. Als klein kind ben je druk doende dat zo snel mogelijk onder de knie te krijgen, liefst dat truukje met beide ogen onder de knie te krijgen. Daarbij moet je je vooral afzetten tegen de slappelingen die beide oogleden tegelijk bewegen bij hun wanhopige tot mislukking gedoemde pogingen.

‘Jij werkte hier 3½ jaar geleden toch ook al?’ vraagt de dame.
Ojé, ik word herkend, dus moet ik terug herkennen, is mijn gedachte.
‘Nou, ik werk hier al veel langer.’

Ik kon ‘t al snel met beide ogen. Desnoods achter elkaar afgewisseld, in eigen tempo, subtiel, vet, traag, maar ook onopvallend. Maar wat ik zeg: ik kan knipogen met beide ogen, waarbij de rechter toch altijd wat soepeler dichtvalt dan de linker.

‘Ik heb toendertijd wel vaker met je gepraat,’ zegt de dame.
‘Oja? Verdomme, dat geheugen van me ook. Je meent ‘t toch echt?’
‘Ja, echt. Op ‘t terras. Maar ben hier al jaren niet meer geweest.’
‘Was dat dan in m’n vrije tijd?’
‘Nee, terwijl je aan ‘t werk was, kwam je een praatje maken.’
‘Ik irriteer me rot aan m’n geheugen.’

In films & op tv werden knipogen vaak gebruikt. Dat diende dan als een soort handleiding voor de opgroeiende jeugd mbt waar & wanneer de knipoog gehanteerd kon worden. Over ‘t algemeen was dat in de situatie waarbij vrouwelijk gezelschap aanwezig was. Voor mannen diende die knipoog-handleiding dan.
Maar wáár waren die vrouwen toch die daar positief op reageerden?
De knipoog kon beter afgeschaft worden, was al snel mijn conclusie.

‘Dat komt vast door ‘t bier.’
‘Da’s inherent aan ‘t vak.’
& Ze blijft me nog steeds lieflachend aankijken.
‘Nu ga je natuurlijk weer vaker komen, toch?’ durf ik ‘r te vragen.
‘Ja, afschuwelijk toch, dat ik 3 jaar niet geweest ben.’

Op gegeven moment kwam ik er achter dat m’n oudste broer wel knipogen gebruikte. Niet een knipoog gericht op vrouwen. Meer een knipoog om te melden dat alles goed was. Dat je gerust kon zijn.
Dat ik weer naar bed kon gaan, ook al had ik koorts (knipoog).
Goh, wat stelde me dat gerust. Ik kon gaan slapen.

‘Ik wil nou wel weten hoe jij dan heet, zodat ik dat in ieder geval niet kan vergeten.’
‘Imanda. & Ik weet jouw naam ook helemaal niet.’
‘Nee? Iedereen weet m’n naam hier.’
Dat soort dingen dient men niet te overtuigd te zeggen, dus al snel voeg ik er aan toe: ‘Ton.’
En: ‘Jemig, wat een rotnaam heb jij om te onthouden. Dat zal de volgende keer alleen maar m’n gebrekkig geheugen bevestigen.’

Bij gedagzeggen heb ik op bepaalde wijze benadrukt dat ik ‘r naam niet zo snel zal vergeten.

Zodat we gerustgesteld kunnen gaan slapen in Zijperspace.