wandeling (dl 2)

We zouden eindelijk weer ‘ns wandelen. ‘t Is lang geleden dat we dat met z’n 2-en voor ‘t laatst hebben gedaan. Was ‘t ‘t Zwanenwater waar we voor ‘t laatst een gezamenlijke ronde hebben gemaakt? Of nee; ‘t moet tevens de laatste keer zijn geweest dat ik bij m’n vader in de auto heb gezeten: we reden naar de dijk in Huisduinen. Onbekend hoe onze ronde liep.

M’n moeder had ‘t ‘m waarschijnlijk niet verteld. Anders zou-ie zich alleen maar onnodig drukgemaakt hebben. Dat doet-ie evengoed wel gedurende de laatste minuten in de auto, als m’n moeder ons wegbrengt naar de dijk in Oud Den Helder. De vragen stapelen zich op in ‘t hoofd van m’n vader:
‘Maar waar ga jij dan heen?’
‘Waar moeten wij daarna naartoe?’
‘Ben jij dan in De Kamer?’
‘Wat doe jij in de tussentijd?’
Opnieuw legt m’n moeder omstandig haar plannen uit. Treedt daarbij te veel in details naar mijn zin, dus antwoord ik joviaal globaal in haar plaats.
‘Misschien ‘t beste om dan naar de dijk te gaan,’ konkludeert Pa m’n plannen.
‘Wat ga jij doen?’ vraagt-ie weer aan m’n moeder.

Ik heb niemand om alleen te laten in Zijperspace.

wandeling (dl 1)

‘Hoe gaat ‘t met je?’
Ze lijkt een oud-docent van de school waar m’n vader directeur van was. Zeker weten doe ik ‘t niet. Braaf stel ik me al handenschuddend voor als 1 van de zoons. Hoewel ik weet dat dat niet nodig is. Wie kent niet de zoons van m’n vader?
‘Slecht,’ antwoordt m’n vader.
‘Ik vind anders dat je er goed bijloopt.’
‘Ik heb Parkinson, zie je.’

We beven onzichtbaar in Zijperspace

zien

Ik kan niet meer zomaar in de trein zitten & de passerende objekten als gewoon beschouwen. Tegenwoordig dienen ze áánschouwd te worden, hun betekenis bepaald.

De vlag wappert op de melodie van Notwist.
De halmen aan de stille zij van de Zaanstreek zijn zo ouwelijk geel om ‘t blauw diepdiepdonker te laten steken bij ‘t schaap-graas-ideale groen van de weilanden.
Lege lanen van Bakkum herbergen onverwachts een internationale versmarkt.
Hoeveel ‘groei’ veranderd is in ‘bouw’, waardoor ‘t meer leven in zich lijkt te hebben, maar ‘t slechts tot wanstaltig niet-veranderen is verworden.

Niets is zomaar, want ‘t lukt me niet ‘zomaar’ in zinnen te vangen. ‘t Glipt, schiet weg, verstopt zich in slechts beeld zijn. De beelden hebben mij gecreërd om hun verborgen woorden te vangen.

& De trein sjokt verder in Zijperspace.

droomspace

Afgelopen nacht werd ik benoemd tot officiële woordvoerder van ‘t Bockbierfestival. ‘t Festival was uitgegroeid tot een nationale happening & men had iemand nodig met verstand van bier.
‘t Was een waar genoegen te mogen ervaren dat men stond te dringen om mij te spreken.

‘t Deed me wel beseffen dat ik nog niet alle ambitie Zijperspace uitgeramd had.

solo

Hoe zal ik ooit kunnen concurreren met de grote blazers de toeters de bellen,
Wie zal mij horen als vele schrijvers mij pompadoerend zijn voorgegaan.
& ‘t Woord bombarie is uitgevonden voor hun recht van bestaan,
Terwijl ik bescheiden schellend zit te vertellen:

ik ga morgen naar m’n ouders.

Hallo, hallo, verstaat men mij, vanuit Zijperspace?

voorspellen

Ik zie aan de overkant dat Westmalle wat onrust achter zich aan trekt. Hij foetert iemand uit die met ‘m oploopt & krijgt nog wat mannetjes achter zich aan, die als bijen de pot met honing blijkbaar ruiken. Ik kan niet zien of Westmalle daar nou tevreden mee is, want hij schiet met ‘t groepje om de hoek achter de AH.

Ondertussen staat er aan de zelfde kant van de straat een man met een AH-tas opvallend onopvallend te treuzelen, af & toe een blik werpend op de hoek waar de gebruikers omheen zijn verdwenen. Uiteindelijk steekt-ie over.
Om de boel vanaf deze kant wel goed in de gaten te kunnen houden, is mijn vermoeden.
Hij heeft een vreemde afwijkende manier van lopen. Wat ‘m toch niet tot een ‘stille’ maakt, bedenk ik. Maar ‘t vermoeden bevestigde wel de sfeer die ik bevroedde.

Een minuut later komt Westmalle binnenlopen.
‘Was wel leuk, hè, afgelopen zaterdag? Er was best veel ruimte.’
‘Ik was hier niet. Maar jij dus wel?’
‘Ja. Ik heb een tijdje in de kroeg om de hoek naar ‘t grote scherm gekeken. & Toen ze gingen rijden heb ik langs de kant gestaan. De mensen stonden slechts 3 rijen dik, dus ik kon alles zien. & Een hardstikke leuke sfeer. Kijk! Ik heb m’n sjaaltje nog om.’
Hij laat inderdaad z’n postcodeloterij-sjaaltje zien, die ik zelf ook in grote getale hier nog heb liggen.
‘Maar ik vind ‘t een leuk stel, dus ik gun ‘t ze. Ja, ik hou wel van ze. Ik ben zowiezo voor ‘t koningshuis.’

Soms zijn de mensen wel zeer onvoorspelbaar in Zijperspace.

de gids

Verdorie, staat ‘t beste programma van de nederlandse tv op ‘t punt van beginnen. Weg, snel weg, voor de buis.

Zijperspace staat slechts open voor belangrijke zaken momenteel.
Conclusies: Televisie is mooi, maar nog mooier als 1 week in 1 programma wordt samengevat. Leon de Winter is vergeetachtig & weet sinds lange tijd niks zinnigs mede te delen; tegenwoordig weet-ie dat zelf ook. Chazia Mourali blijft een heldin (ook al heb ik ‘r nog nooit in de ‘zwakste schakel’ gezien tot voor vanavond), kan goed ouwehoeren maar niet discussiëren. Sex op tv was vroeger leuker.

geheugen (3)

Op m’n werk tijdens de rustige februari-uurtjes probeer ik op een rijtje te krijgen vanaf wanneer ik oxazepam ben gaan slikken, onder welke omstandigheden & hoeveel.

Ik moet ‘t 1e recept van m’n huisarts hebben gekregen rond ‘t tijdstip dat-ie me doorverwees naar ‘t RIAGG.
Ik weet dat ik al snel op ‘t gebruik van 3 pilletjes per dag zat. Elke keer uit angst te zullen sterven. De ene keer omdat ik niet normaal meer kon ademen, dán kreeg ik last van hartkloppingen, of deed ‘t op hol slaan van m’n darmen me besluiten een pil tot me te nemen.

Ik wilde zo min mogelijk slikken, maar had altijd, in geval van akute angstaanvallen, een zakje met enkele pilletjes in m’n portemonnee zitten. Dat zakje heb ik bij me gehouden tot ik ong een jaar studeerde, rond m’n 26e. Dus heb ik 5 jaar lang, dag in, dag uit, oxazepam-pilletjes op zak gehad.

Ze begonnen een ½ uur na inname te werken. M’n kop bonkte van ongeduld voor de bevrijding, maar als ‘t zover was, voelde ‘t gelukzalig aan.

Maar wat weet ik me nou daadwerkelijk te herinneren van ‘t gebruik van de oxazepam?
Zitten in de kamer op de bank is een beeld; wandelen in de avond met vriendin van broer in afwachting van de uiteindelijke werking; vroeger naar huis dan gepland, terwijl ik eigenlijk zou werken in ‘t jongerencentrum ivm optreden van een band.

‘t Grootste gedeelte lijkt echter weggevaaagd. De momenten van angst waren dermate intensief dat ik ze me misschien niet wil herinneren. De daaropvolgende rust bestond slechts uit een monotonie van veiligheid & weinig, zo min mogelijk voelen.
Kan je dan zeggen dat je hebt bestaan, als die herinnering slechts mondjesmaat aanwezig is?

Of is ‘t bestaan pas begonnen bij ‘t ontstaan van Zijperspace?

de vlag (afl 2)

De Boekenman wil alweer z’n verhaal over de dag van ‘t huwelijk kwijt.
‘Mooie dag was ‘t zaterdag.’
‘Ja, dat weet ik. Dat heb je me gister al verteld. Toen liet je me je vlag nog zien.’
‘Oja, ja. Die heb ik alweer verkocht.’
‘Verkocht? & Je was er zo blij mee?’
‘Ach, wat moet ik met zo’n ding. Ik moet er de hele tijd mee lopen & ‘t moet gewassen worden & daar slijt ‘t van. Ik ben blij dat ik er vanaf ben.’

Maar ‘t was een mooie dag in Zijperspace.

Nogal treurig initiatief met hoog SBS6-gehalte als je het mij vraagt.

Ben ik geheel vergeten in te gaan op de uiteindelijke uitslag van de verkiezing van Smallzine.
Bij deze als titel de meest treffende omschrijving van ‘t initiatief. Die men in de oorspronkelijke kontext terug kan vinden bij Zantinge.
Voor de rest zal ik geen woorden vuil maken aan onzinnigheden van mensen die zichzelf voor willen doen als een pseudo-journalistieke instantie met niet meer dan ranzige inslag & daarom zo snel mogelijk vergeten moeten worden.

We hebben liever andere leveranciers daarvoor in Zijperspace.