Terecht

Je gaat weg. Je komt terug. & Zo gaat ‘t leven door, tussendoor elkanders polen, waarbij je ergens denkt iets meer jezelf te zijn. Te zijn geworden.
Dat zeg ik tegen mezelf, in gedachten, terwijl ik alweer een rugzak aan ‘t inpakken ben om een dagje naar Nijmegen te gaan. Even de mensen bezoeken op wiens huis & dieren Tineke & ik vorig jaar hebben gepast.

De avond ervoor ben ik door Jan voor de deur afgezet. Plasje doen & Jan gaat verder, op zoek naar z’n dochter die ook in Amsterdam woont.
We hadden voor vertrek bij hem thuis alles nogmaals besproken, de stand van zaken, de broers & de doden, want hij las aan dezelfde huiskamertafel wat ik tijdens m’n verblijf allemaal geschreven had, zelfs die ochtend nog. We hadden uitzicht op de foto aan de muur, van ons 6-en, als we ons hoofd hieven, schuin opzij.

Op volgorde van l naar r (tussen haakjes volgorde in leeftijd van o naar j): Carel (3), Marc (6), Theo (2), Quint (5), ik (4), Jan (1).

‘Kutstuk,’ palindroomde hij over de 1 na laatste post.
Een hinnik, een snuif. Waarschijnlijk allebei. We wisten wat we beiden bedoelden.

Tineke heeft een andere wagen. De vorige 2e-hands was gister voor de 3e keer stil gaan staan in eenzelfde aantal reparaties tijd. Deze maakt meer lawaai, maar ik kom boven dat geluid uit dankzij gesloten ramen. Snel de ramen open bij filevorming. & Even de mond dicht.
Wederom ‘tzelfde onderwerp onderweg. M’n broers, m’n verblijf & m’n teksten.
‘Maar ik heb nog niet alles gelezen,’ zegt Tineke.
‘Zal ik ze voorlezen?’ vraag ik.
& Vanaf m’n telefoon verbind ik haar met m’n korte verblijf in ‘t noorden.

Soms stop ik. De weg moet in de gaten gehouden worden, ‘t verkeer evenzo; we zijn gewend met z’n 2-en te rijden.
& Een slokje water kan ook geen kwaad. M’n verstokte keel kan ik na enkele druppels weer verder laten gaan.

”t Is vreemd om thuis te komen & de volgende ochtend alweer weg te gaan,’ zeg ik tijdens een korte file tussendoor.
‘Ja,’ zegt Tineke.
Hoe vaak zij zichzelf in dat opzicht al niet voorbijgelopen is, bedenk ik me. Dat betekent haar ‘Ja’.
Waar ‘t 1 nog na staat te sudderen, wordt ‘t volgende gerecht alweer bereid. ‘t Lijkt niet minder lekker te worden, maar ‘t voorgaande is nog niet op z’n bestemming aangekomen.

‘Ik heb een kikker in de keel,’ zeg ik tijdens ‘t verder voorlezen van ‘t laatste stuk, dat van gisterochtend, & houd m’n mond.
Ik laat ‘t water nu maar staan. ‘t Is al bijna op.
Tineke ziet vanuit haar ooghoeken.
Adem. Dan de laatste regels. Ondertussen toch water richting mond.

Onbekend waar we zijn terechtgekomen in Zijperspace.

Eén reactie op “Terecht”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *