Humus Basil Parsley

Ik heb ‘t nog even nagekeken, maar als je engelstalig wordt geboren, blijk je wel degelijk ‘t leven ingeschopt te kunnen worden met de naam Basil Parsley. Voornaam Basil, familienaam Parsley.
Terwijl ik bezig was de ingrediënten tot humus te pureren vroeg ik me af hoe saai ‘t moest zijn om met die naam behept te zijn. Je wordt er nl vanzelf wel saai van. Al die klasgenoten die je van ultra-jonge leeftijd lastig vallen met leuke grapjes die betrekking op je naam hebben, zodat je je vanzelf wel terug gaat trekken. Weg van de massa, vrijwillige opsluiting in je eigen wereld.
Vanzelfsprekend zullen de ouders ‘t onoverkomelijke probleem negeren of bagatelliseren. ‘t Was immers hun keus.

Geïmproviseerde vertaling (ik ben nog steeds aan ‘t pureren terwijl ik dit bedenk): Bazel Peterselie. Klopt niet, maar de gevolgen moeten ong ‘tzelfde zijn. Vernederende opmerkingen evenzo groot.
‘Je bazelt peterselie,’ hoor ik ettertjes van dezelfde o zo onschuldige leeftijd al roepen op ‘t schoolplein.
‘tZelfde schoolplein waar ik zelf werd nageroepen met ‘Ton Zijk’, ‘Ton Lijp’ of ‘stomme zijperd’.

Nee, nee, ‘t is niet fout met me gegaan, zoals ‘t onherroepelijk met de mogelijk bestaande Basil Parsley zal zijn afgelopen, maar hier sta ik in de keuken te fantaseren over pietluttige kleinigheidjes. Ik sta me druk te maken hoe ik m’n ontbijt er uit zal laten zien. Eet ik straks een boterham met ‘t resultaat van de huidige activiteit? Of misschien moet ik overwegen ‘t restje van gisteravond nog even op te warmen om zo dadelijk stiekem warm (oei, oei, warm!, & dat in de ochtend!) te gaan ontbijten? Of nog spannender: allebei!
O ja, allebei!

En ondertussen speel ik in m’n hoofd spelletjes met in de hoofdrol basilicum en peterselie. En nog wat andere ingrediënten.

 – 2 blikken Flageolette bonen (uitlekgewicht 520 gr)
 – 2 el uitleksap van de bonen
 – geraspte schil en sap van 1 citroen
 – handvol platte peterselie
 – handvol verse basilicum
 – 3 tenen knoflook
 – 3 lente-uitjes
 – 4 groene turkse puntpaprika’s
 – 3 groene pepers
 – 3 el biologische griekse olijfolie
 – 4 el tahin
 – 3 tl komijnpoeder
 – peper
 – zeezout

Humus Magnesiumator

We hadden ‘t over vitamine D. Dat maakt je lichaam zelf aan, maar dan heb je wel zon nodig. Of buitenlucht. De zon schijnt immers ook door de wolken heen.
Een ½ uur is genoeg. Langer zorgt er niet voor dat je meer vitaminen gaat produceren.
Maar dat moet je eigenlijk niet vertellen, want, ik merk ‘t aan m’n eigen zojuist binnengekomen gedachte, dan veronderstelt men als snel dat 1 keer op & neer fietsen naar ‘t werk al voldoende is. Vervolgens uilig ‘t raam uit kijken op kantoor, dan wel je thuis achter de gordijnen verstoppen.

Ik ben blij met m’n vriendin met diëtistenachtergrond. Die vertelt me af & toe nog wel ‘ns iets wijs. Want bovengenoemde informatie was nooit blijven hangen als zij ‘t niet in de juiste context tot mij had doen komen.

Kijk, die lactose komt m’n lichaam dus niet meer in. Die richt te veel schade aan bij mij. Dat zorgt er echter wel voor dat er te weinig kalk binnen komt als ik niet m’n voedselinname enigszins aan zou passen, vertelde de professionele diëtiste (niet m’n vriendin) mij toen nog maar kort daarvoor de intolerantie voor dat goedje was geconstateerd.

Ik ijverig aan de bonen. IJverig ook aan de kaas (waar de lactose niet meer in zit). IJverig aan fruit (nou ja, dat kan nog steeds wel wat beter). IJverig aan de groente (hoewel vlees ook lekker is). & IJverig aan tussenhaakjes (om bepaalde achtergronden te belichten).

Ik had nog wat meer nodig, zo bleek op een gegeven moment. Bij m’n dagelijkse nagelcheck (zwaar afhankelijk van een bepaalde kalkgehalte bij de voedselinname) moest ik constateren dat die nog lang niet sterk genoeg waren.
Buiten humus vanaf toen mezelf aan een verplichte hoeveelheid lactose-vrije soja-drank (banaan van Alpro is m’n favoriet) gezet.

‘M’n nagels breken nog steeds heel makkelijk af,’ vertelde ik m’n vriendin tijdens de Paselijke wandeling gister.
Wandelingen zijn ideaal om wijsheden van je partner op te slurpen. Je sleept je lijf stap voor stap verder door ‘t ijzig koude landschap, zorgvuldig de oneffenheden van ‘t onverharde pad mijdend, genietend van de weidsheid van de graasvlaktes waar de kuddes grootdeels nog ontbreken, en ondertussen blijken je hersens nog genoeg capaciteit te hebben om extra informatie op te slaan.
‘Ondanks die Alpro,’ vervolgde ik 5 stappen later.
Een conversatie vergt tijdens deze voortgang een eigen ritme.
Toen kwam zij aanzetten met de bewering dat de calcium pas goed opgenomen wordt als je ook genoeg vitamine D in je lichaam hebt. Plus magnesium.

Ik ga zo een ½ uur fietsen om onderstaande humus aan de man te brengen en onderweg ga ik berekenen hoeveel magnesium ik dankzij de kikkererwten heb binnengekregen. 1 Kop daarvan telt 78 mg magnesium lees ik nl net. Dat ½ uur heb ik vooral nodig om te beredeneren hoe groot een kop zou kunnen zijn.

Inhoud:
 – 2 potten kikkererwten (uitlekgewicht 800 gr)
 – 1 winterwortel (in stukken gesneden, daarna gebakken met zout)
 – 1 witte ui
 – 1½ rode peper
 – 1½ vinger gember
 – 3 tenen knoflook (1 minuut in kokend water gestaan)
 – 110 gr tahin
 – 3 tl komijnpoeder
 – sap van 2 citroenen
 – handjevol aangebakken pijnboompitten
 – 2 handjes vol peterselie
 – peper
 – zout

Humus Nieuw Pink

Ik lees dat de vrouw in kwestie, ‘t blijkt een vrouw begreep ik uit een andere post van haar, niet van roze eten houdt.
‘Ik hou niet van roze eten,’ schrijft ze op haar blog.
‘Roze eten is niet lekker.’
‘Als m’n maaltijd roze is, staat ‘t me tegen.’
& Zo kwebbelt ‘t nog een paar regels door.

Niets ergs mee. Had ik maar niet door moeten gaan met lezen als ‘t me wel irriteert.
‘t Vervelende is echter wel dat ‘t lijkt alsof ‘t me beïnvloedt. Ik bedenk me dat je toch niet perse rode bieten hoeft te gebruiken. Dan wordt ‘t ook niet roze.
& Ik weet wel een plekje waar je onrode bieten krijgen kunt. Dat weet ik in ieder geval bijna zeker.
Maar ik ga natuurlijk niet zeggen dat ik bang ben voor roze.

Ik kan me de strijd in bed nog herinneren, de strijd met mezelf, dat ik lag te piekeren over ‘t feit of ik misschien wel homo was.
Ik wist nog niets van seks. Nietsniemandal had me op enige seksuele manier aangeraakt, bekoord of verleid, maar de vraag of ik wellicht homo was, speelde me evengoed parten.

Achteraf kan ik wel zeggen dat de meest essentiële gedachten bij mij de revue hebben gepasseerd terwijl ik in bed lag. Die gedachten van weleer komen in ‘t dagelijks leven in de vorm van conversatie, levensovertuiging of als simpelweg aardigheidje ‘t vaakst opnieuw tevoorschijn.
Als voorbeelden zijn daar te noemen ‘t feit dat ik al vrij vroeg in m’n jeugd wist dat ik op de 100e dag van ‘t jaar jarig was, dat ik weet dat er een regelmatigheid schuilt achter de kwadraten van getallen eindigend op een 5 & daardoor makkelijk te berekenen zijn, dat m’n 15.000e verdagdag op 5-5-5 zou vallen en dat ik voor mensen van ‘tzelfde geslacht geen seksuele belangstelling kan opbrengen.
Maar bij dat laatste moest ik 1st wel door een schaamtetunnel van ongekende lengte, waarbij de wanden behangen waren met mededelingen in groot & schreeuwend lettertype verkondigend dat ik m’n geaardheid uit angst voor ‘t onbekende verloochende.
Ook dat gebeurde ‘s nachts. Piekerend.

Goed, een mens groeit over van alles heen. Ook z’n grootste angsten.
Durf echter maar ‘ns te bekennen dat je vroeger vreesde dat je stiekem toch homo was.
Deze geheel gekunstelde bekentenis dient slechts om er open voor uit te komen dat ik toch wél gele bieten heb gebruikt & dat ‘t mede te maken heeft met ‘t feit dat ik die vrouw, hierboven reeds naar verwezen, dwars wil zitten daar zij uiteindelijk voor roze heeft gekozen.
Buiten dat, een oude volkswijsheid van nog niet zo lang geleden (maar hopeloos uit de mode), luidt nog altijd: geel is de nieuwe pink.

Inhoud:
 – 1400 gr zelf gekookte kikkererwten
 – 1070 gr gele biet
 – 6 tl komijnpoeder
 – 300 gr tahin
 – 7 knoflooktenen
 – sap van 7 limoenen
 – 1 witte ui
 – 200 gr walnoten
 – 4 el honing
 – 3 rode pepers
 – 7 el olijfolie
 – peper
 – zeezout

‘t Geheel leverde 20 bakjes humus op, van ieder ong 175 gr. Tht 2e Paasdag 1 april 2013.

Humus Oeps

Ze zei: ‘Oeps’.
Omdat een kersttak door haar haren streek. & Van die ‘Oeps’ ging haar hak lichtjes onderuit, waardoor iedereen langs de geïmproviseerde catwalk volle aandacht voor haar kreeg. Er gebeurde iets in de ooghoek & daar moest dus naar gekeken worden.
Wij hadden ‘t allang gezien. We zaten er met onze neus bovenop. Wij zaten al lang & breed in de gniffel-mode toen de rest door kreeg dat ‘t mis was gegaan bij deze mannequin.
‘Oeps,’ gniffelde Carel. Hand voor z’n mond. ‘Oeps.’
‘Oeps,’ gniffelde ik ‘m na.
& Wij beiden ontvingen een vernietigende blik van de dame die er mee begonnen was.

Een woord was geboren. Of in ieder geval ‘t gebruik ervan. We kenden ‘t woord al, maar nu konden we ‘t gebruiken als we iets niet serieus meenden. Of soms juist weer wel. Je hoorde de ironie alleen als je 1 van de 2 broers was.
‘Oeps,’ als we expres iets lieten vallen.
‘Oeps,’ als iemand anders in de ogen van Pa & Ma iets verkeerds had gezegd.
‘Oeps,’ om aan mooie vrouwen met lange benen te denken.
‘Oeps,’ als de bal op een onmogelijke manier in de tuin van meneer de Boer terecht kwam.
‘Oeps,’ om toch nog ‘t laatste woord te hebben.
& De gniffel volgde vanzelf bij degene die de ‘Oeps’ niet in z’n mond had genomen.

Die broer is er niet meer. Carel zou anders van de week 50 zijn geworden. Op dat moment was ik heel bescheiden humus voor 2 personen aan ‘t maken.
Maar ‘Oeps’ klinkt nog altijd.
Ik weet niet of ‘t komt doordat ik hem niet meer om me heen heb, maar ‘Oeps’ is wel van betekenis veranderd, zo lijkt ‘t. Ik ben nu veel meer die dame geworden die door haar zenuwen geen ander woord had om haar schrik voor zoiets onbenulligs als een kersttak te verwoorden. Ik gebruik ‘t als iets uit de hand loopt. Als ‘t lijkt dat ik er geen controle meer over heb. Als ik denk dat ik kan falen.
& Oeps, dat is iets wat toch echt niet kan.

Daar lig ik opeens in bed rekensommetjes te maken: 4 bakjes van 150 gr is 200 gr bonen. 18 bakjes van 150 gr is 4½ keer zoveel. Maar ik moet een marge hebben van minstens 15 gr extra per bak. Oeps, hoeveel is dat dan?

1 Ding dat wel gebleven is, zijn haar lange benen. Die torenden boven ons uit terwijl ze haar draai maakte om weer naar de andere kant van de catwalk te lopen. & ‘t Oneindige van haar benen, stilletjes hoopten we dat we wél ‘t einde ervan zouden kunnen zien, verdween miraculeus in haar minirok. Waar ‘t allemaal om te doen was. Die hele modeshow.
Dat oepst elke keer tevoorschijn, elke keer dat er een ‘Oeps’ me te binnenschiet.
Deze humus zit vol met ‘Oeps’.

Daarnaast:

 – 1450 spliterwten (niet gewogen na de kook)
 – sap plus klein handjevol schil van 4 citroenen
 – handjevol licht geroosterde pijnboompitten
 – 8 el olijfolie
 – 2 ons tahin
 – 2 hand vol verse rozemarijn
 – behoorlijk wat platte peterselie
 – 12 groene turkse puntpaprika’s
 – 1 rode peper
 – 2 groene pepers
 – peper
 – zeezout

Tenminste houdbaar t/m 25 maart 2013.

De Humus Beluga-test

Eigenlijk is ‘t geen test van de beluga. Of ‘t zou moeten zijn dat ik daardoor weer meer te weten ben gekomen. Warenkennis. Maar ook waar de naam vandaan komt. Dan ‘t een linze is die net zo zwart ziet als de kaviaar van de Belugasteur. ‘t Vreemde daarbij is dat beluga afgeleid is van een Russisch woord dat oorspronkelijk wit betekende.
Probeer dan maar ‘ns daar een overzichtelijk verhaal over te vertellen.

Dus beweer ik bij deze dat de test niet om de beluga-linze te doen was. Ik was meer geïnteresseerd in de effecten van rozemarijn.
Van tevoren wist ik me plots niet meer te herinneren hoe rozemarijn in de diverse maaltijden ooit door mij verorberd smaakte. Wat voor invloed die uitoefent op de uiteindelijke smaak van een gerecht.
Vervreemding van ‘t te gebruiken materiaal. Anders gezegd: soms bekruipt mij ‘t gevoel dat ik smaakdyslectisch ben. Ik weet wel wat ik proef, maar vind er geen woorden voor. Héél veel ‘oja-gevoel’ bespringt mij doorgaans als er iemand naast me staat die daar niet onder te lijden heeft.

Daarnaast heb ik bij tijd & wijle ‘t idee dat ik niet snel genoeg herken. De gezichten van mensen herken ik wel, maakt u zich wat dat aangaat vooral niet ongerust; ik ben barman tenslotte & heb me daar in de loop der jaren als vanzelfsprekend in getraind.
Nee, de smaak dus. Die doet veelal veels te laat bij mij een lichtje branden. Van: ‘Check, dit is ‘t!’
‘Dit is ‘t!’ als in: ‘Dit is wat er is gebruikt!’, of: ‘Dit is de smaakassociatie die ‘t veroorzaakt!’, of: ‘Dit zit er te veel in!’
Altijd te laat. Dan heeft die persoon naast me, die van dat ‘oja-gevoel’, ‘t altijd net ff eerder door.

Dat betekent dat als ik in m’n 1tje in de keuken sta ‘t vaak kan gebeuren dat er te veel zout in gaat. Heb ik me weer ‘ns te veel op de rozemarijn geconcentreerd.
Daar heb ik dan Almer voor, die lust alles, verbruikt verschrikkelijk veel energie & heeft dus extra hoeveelheden zouttoevoer nodig. & De rest van de test, 190 gr, zal ik dan zelf moeten opeten.

– 100 gr gedroogde Belugalinzen (na kook: 259 gr)
 – sap van ½e citroen
 – 3 el tahin
 – ½ sjalotje
 – ½e knoflookteen
 – 6 takjes geplukte platte peterselie
 – blaadjes van 1 tak rozemarijn
 – 1 groene turkse paprika, die ondertussen geel is gaan schijnen
 – 3 el biologische griekse olijfolie
 – 1 cm rode peper
 – zeezout
 – peper

Humus Tryptofaan

Niet dat ik zelf aan depressies lijd, dat ik deze humus nodig heb. Ik wil gewoon m’n vriendin de hele week vrolijk hebben, in deze tijd dat ze veel te veel werkt naar mijn zin.
O ja, ik ben er zo 1 die bepaalt hoeveel & hoe hard z’n partner mag werken, hoor ik menigeen al denken…
Neenee, zeer zeker niet. Maar ik ben wel geneigd een zogenaamd wijs advies te geven als ik ‘t idee heb dat ‘t allemaal iets te veel wordt.
Nou, daar luistert ze toch niet naar, alleen op ‘t moment dat ik ‘t haar allemaal eens fijntjes probeer uit te leggen, haar gemoedsstemming, haar geringe vrije tijd, haar gebrek aan aandacht voor mij, haar onbereikbaarheid, enz enz…, alleen tijdens die preken knikt ze enigszins meegaand. Voor de rest gaat ze toch haar eigengereide eigen gang.
& Was dat niet zo, dan had ik ‘t niet met haar volgehouden.

Ach, daar hebben de consumenten van de humus natuurlijk niets mee te maken. Behalve dan dat ze van mijn pogingen haar vrolijk te maken ijverig mee kunnen profiteren. Vandaar die tryptofaan. Krijgt men als extra toegift, zonder er iets extra’s voor te hoeven betalen.
& Dat feestje waar 2 bakjes terecht gaan komen zal er ook zeker niet minder gezellig op worden.
Tryptofaan, ik zeg ‘t u: men heeft er baat bij.

Nu zal iedereen wel ‘ns te weten willen komen waar ik die tryptofaan in gestopt heb.
‘t Antwoord luidt eenvoudig: in de humus. & Wel in de vorm van rode linzen.
100 gr Linzen bevat de helft van de hoeveelheid tryptofaan die een mens dagelijks nodig heeft & ‘t werkt als een natuurlijk antidepressivum, las ik laatst.
Dat moest ik maar een keertje in de humus stoppen, was al snel de daaropvolgende gedachte. Zo vaak worden linzen immers niet gegeten. Waardoor ik een kleine bijdrage kan leveren aan ‘t gevoel dat de wereld toch niet zo zwaar op de hand is, dat na deze koude maartse dagen een warme lente volgt, met bloemetjes, bijtjes & zonnestralen & dat er gedanst mag worden op bovengenoemd feestje.
& Als men de komende week een stralend mooie vrouw van ongrijpbare leeftijd voorbij ziet komen met continue lachkoontjes in haar wangen, dan weet men dat ik geen woorden meer nodig had & zij als vanzelf kracht heeft gekregen om die extra werkdagen te doorstaan, maar dat ‘t eigenlijk aan de volgende inhoud lag:

3 ons rode linzen (na koken is gewicht gestegen tot 6 ons)
3 tl komijnpoeder (toevoegen als de linzen koken)
2½ tl kurkuma (idem)
zeezout (idem)
4 geroosterde rode paprika’s
1 rode peper
1 sjalotje
4 tenen knoflook
handvol geroosterde pijnboompitten
handvol platte peterselie
5 el tahin
sap van 1 citroen

Na de staafmixer er op los gelaten te hebben ziet ‘t er allemaal wat dun uit, maar als ‘t goed is moet dit na afkoeling wat ingedikt zijn. Zo zijn linzen nou 1maal.

De Humus Tryptofaan staat in koud water met wat koele elementen

Tenminste houdbaar t/m 18 maart 2013.

Verdere info over tryptofaan in linzen.

Humus Qui Vit

M’n 1e grote opdracht. Nee, ik moet zeggen: de 1e keer dat ik een grote hoeveelheid humus moet maken. Er wachten 9 mensen (incl ikzelf) op een bakje van zo’n 150 gr. Ik heb met ze afgesproken dat ik ze vanmiddag klaar zou zetten op deze of gene plek.
Maar hoe doe je dat als de grootste hoeveelheid humus tot dan toe slechts iets meer dan de helft van die 9 bakjes bedroeg?
Eigenlijk weet ik van tevoren ‘t antwoord op die vraag al: gewoon proberen & vervolgens aanpassen.
Dus gooide ik in 1e instantie de volgende ingrediënten in een bak om door m’n staafmolen tot moes gehakt te worden:

500 gr droge kievietsbonen (na nacht weken 900 gr) (vergeten te wegen na een uur koken)
sap uit 2 limoenen
1 rode ui
2 tenen knoflook
6 groene puntpaprika’s van de Turk
5 groene pepers
3 tl komijnpoeder
zeezout
peper
4 el biologische Griekse olie
6 el tahin
handvol platte peterselie
2 vingers gember

Dat bleek niet voldoende. 1 Keer proeven (‘Hm, smaakt ‘t nou echt zo zoals ik ‘t nu proef?’), 2 keer proeven (‘Nee, ‘t smaakt nog erger.’), om vervolgens een plan te verzinnen hoe ik ‘t toch zo goed mogelijk kon aanpassen.
Tuurlijk hoorde er meer zout bij; de bonen hadden al ‘t zout opgezogen, ‘t erwtensoepsyndroom, zo leek ‘t. Peper kon ook geen kwaad & nog wat blaadjes peterselie. Lepeltje tahin.
Verder had ik nog een limoen over. & In de koelkast had ik daarnaast een halve citroen te bewaren gelegd van de dag ervoor. Gelukkig had ik ook nog een reserve-peper plus een reserve-puntpaprika met rust gelaten.
Ik word steeds wijzer in m’n inkoopbeleid: ik koop elke keer de van tevoren bedachte hoeveelheid van een artikel, plus 1, soms plus 2. Voor ‘t geval dat, die plus 1, soms plus 2. Humus is niet te voorspellen nl.
En omdat de pittigheid van de groene peper enigszins tegenviel, kieperde ik er nog 1 of 2 snufjes (niet iedereen heeft ‘t zelfde gevoel voor wat en hoeveel een snufje moet zijn; mijn snufjes vallen doorgaans nogal groot uit) chilipoeder bij.
Malen maar weer.

De daarop volgende test wees uit dat de Humus Qui Vit ermee door kon gaan. Tijd om 9 bakjes te vullen. 9 Bakjes van 150 gr plus 15 gr bonus. Dat laatste was vast veroorzaakt door de reserve-puntpaprika & de reserve-peper. & Natuurlijk m’n totale onwetendheid over hoeveel droge kievietsbonen uit kunnen dijen.

Humus van flageoletten

‘t Moet anders. Elke keer weer.
Gelukkig ligt ‘t niet alleen aan mij. De materie dwingt een mens ertoe.
Ik had ‘t al over snert. Hoe de humus de vergelijking aan kan gaan met de hollandse snert. Elk gezin heeft een ander recept over hoe ‘t zou moeten, zou kunnen.
Ik hoef maar 1 ingrediënt te veranderen & de materie dwingt me ‘t geheel aan te passen. ‘t Smaakt na de vermaling van de hele boel toch weer net niet zoals ‘t zou moeten.
Dus stop ik er nog maar iets extra’s bij, iets extra’s van iets. Dat laat zich bepalen door te proeven. Anders kom je ‘t nooit te weten. Trial & error. Elke keer weer.

Maar m’n niet aflatende drang om steeds iets anders te doen komt wel erg vaak voor. Ik kan niet te vaak naar ‘t zelfde stukje muziek luisteren. Ik moet steeds weer een ander schilderij hebben om te bewonderen. Ik wil elke keer weer de mogelijkheid hebben een nieuw biertje proeven. Ik stop niet. Ik ga door. Dwangmatig. De zinnen moeten geprikkeld blijven. Ik wil de belangstelling niet verliezen. Mezelf telkens weer wakker schudden. Een nieuwe horizon.

Flageoletten dus. Franse bonen die moeilijk verkrijgbaar zijn in NL, had ik me laten vertellen.
Sites wezen afspeuren. Alles te duur bevonden, want ik moest toch rekening houden met verzending ook.
Zie ik ze van de week gewoon in blik bij de AH staan. Meteen maar 3 blikken ingeslagen.

De blender behandelde derhalve vanochtend de volgende ingrediënten:

 – 2 blikken flageoletten (uitlekgewicht totaal 530 gram)
 – theelepel komijnzaad, gemalen
 – enkele basilicumblaadjes
 – 3 groene puntpaprika’s, bij de turk vandaan
 – sap van 1 citroen
 – 4 eetlepels tahin
 – 2 eetlepels olie
 – 1 sjalotje
 – 1 teentje knoflook
 – zeezout
 – peper

Uiteindelijk toch nog wat extra komijnzaad erbij gegooid & toen goed bevonden.

Humus van witte bonen

Beste humus-ianen,

Ja, een mens moet iets verzinnen om z’n 1e officiële klanten aan te spreken als-ie besloten heeft de levering gepaard te laten gaan met een nadere toelichting…
Bij deze een korte uitwijding over de humus die ik vandaag voor jullie (& mezelf) gemaakt heb. Ik ben een soort type man die als-ie ergens aan begint dit totaal laat ontsporen, fanatiek aan de slag gaat & daarbij enigszins vergeet dat er ook nog andere dingen op aard gebeuren.
Dat zie ik somtijds, tegen beter weten van enkele medemensen in, als een groot voordeel. & Jullie mogen daarvan profiteren middels een bakje humus.

Een paar maanden geleden ben ik begonnen met zelf humus maken omdat ik iets op m’n boterham wilde hebben, ter aanvulling van de kaas, ham & komkommer die ik er doorgaans als beleg op deed. De 1e poging was meteen redelijk geslaagd, wat mij een week later ertoe uitnodigde nogmaals aan de slag te gaan. Omdat ik na wat internetspeurtochten er al snel achter kwam dat humus de snert van ‘t Midden-Oosten was, in die zin dat elk gezin z’n eigen versie van ‘t recept heeft, besloot ik om de 2e editie ietwat anders te maken. Een week later bereidde ik een 3e variant & een traditie (sommigen zullen zeggen: een manie) was geboren.

Ik maakte elke keer ongeveer 2 keer zo veel als ik zelf op zou kunnen, dan moest ik overigens bovendien zéér gulzig tekeer gaan, dus besloot ik m’n producten op andere plekken weg te zetten. ‘t Personeel van Brouwerij ‘t IJ, m’n collega’s, werd zodoende vanaf dat moment elke week voorzien van een kleine hoeveelheid van ‘tzelfde goedje.
Helaas vond ik vaak een week later, de houdbaarheidsdatum voorbij, half leeggegeten bakjes in de koelkast terug. Ik kon ze misschien beter aan anderen geven.
Aldus raakten mensen links & rechts in m’n kennissenkring daardoor verslaafd aan humus & deze smeekten me of ik ajb ‘t recept met ze wilde delen. Dat recept, of in ieder geval de details, was ik echter inmiddels alweer vergeten, want een nieuwe week had zich alweer aangediend & m’n creatieve keukenbezigheden lieten geen ruimte over om iets totaal anders in ‘t humusspectrum weg te laten dringen door iets wat ondertussen tot de verleden tijd behoorde.

Dat is de reden waarom ik maar besloot om voortaan m’n handelingen zo nauwkeurig mogelijk te noteren (met de aantekening dat humus een mens ertoe dwingt om bij ‘t bereiden te proeven & daarna te besluiten er nog iets van ‘t 1 of ander toe te voegen). Vandaar ‘t volgende lijstje met de ingrediënten van de humus die ik jullie doe toekomen:

270 gram gedroogde witte bonen (na ‘t weken woog dit 550 gram)
3 tenen knoflook
2 sjalotjes
1 paprika
4 groene pepers (in die voor Marienke was nog maar 1 peper gebruikt; de overige 3 heb ik toegevoegd nadat ik voor Marienke een bakje had volgeschept)
2½ uitgeperste citroen
handvol cashewnoten
1 theelepel komijnpoeder
2 eetlepels olie
4 eetlepels kookvocht van de bonen
5 eetlepels tahin
witte peper
grof zeezout

De blender deed de rest.

oud

Ik wist ‘t al. ‘t Was eigenlijk oud nieuws.
‘Ja, Theo vertelde me al dat de gerontoloog tot een dergelijke conclusie was gekomen,’ zeg ik tegen m’n moeder, ‘maar dat je nog een extra gesprek zou hebben voor mogelijke bevestiging.’
Terwijl ik dat m’n smartphone influister, vooral om m’n collega’s niet met m’n emoties te vermoeien, vraag ik me al af of zij dat zelf nog wel weet. Dat Theo ‘t al wist. Dat ik ‘t daardoor weet. Dus iedereen eigenlijk.
Ik ben waarschijnlijk de laatste die op de hoogte was geraakt. Ook een telefoon heeft te maken met afstanden. Daar is die afstand zelf de oorzaak van.
Misschien dat als je over de grens gaat, bij een afstand die een bepaald aantal kms telt, dat de curve dan weer daalt.
Ik weet daar eigenlijk ‘t fijne niet van, heb er geen ervaring mee. Er zijn geen broers die nóg verder weg dan Amsterdam wonen.

Ik vraag me nu al af of zij ‘t wel weet. Een stiekeme flikkering van ‘t nu al constateren daagt op in m’n gedachten.
Snel probeer ik daar flitsen van eerdere ervaringen aan te koppelen. Tussen de zinnen door die zij zegt & waar ik dan op reageer. ‘t Constateren van Alzheimer moet genormaliseerd worden, gemeten worden naar wat we al wisten.

Ik vergeet ook wel ‘ns wat. & Sommige dingen vergeet ik nooit. Ik weet echter wel dat ik de neiging heb te vergeten. Ik moet bewust controle uitoefenen om ‘t allemaal bij me te houden. In de gaten houden wat gebeurt of wat er verteld wordt. Ik moet er met m’n aandacht bij blijven.
Vroeger onthield ik alle telnrs. Door de uitvinding van de mobiele telefoon, met de daaraan vanzelfsprekende introductie van contactgegevens die in een poep & een zucht zijn op te roepen, alfabetisch of door ‘t intoetsen van slechts een beperkt aantal nrs die me nog wel helder voor de geest staan, ben ik lui geworden.
Ik heb m’n geheugen niet meer nodig.
‘t Enige wat ik nog hoef te doen is data vergaren. Vreemd nr constateren, stem herkennen, ophangen & onmiddellijk gegevens opslaan.

Ik zeg dat ik er te lui voor ben. Soms geloof ik mezelf echter niet.
Alsof me een rotklus te wachten staat, zo stel ik ‘t uit.

Zou iemand anders haar oude telnr al hebben overgenomen? ‘t Nr dat ik altijd heb onthouden omdat ‘t nou 1maal deel van ons systeem uitmaakte. Mocht ook wel na meer dan 30 jaar. Zelfs nadat de ‘0’ aan ‘t einde van de regio-bepaling veranderd was in een ‘6’ (waarom was dat ook alweer?) maakte ik geen vergissing als ik naar ‘huis’ belde.
Ze heeft een nieuw huis, ze heeft een nieuw nr. Alleen gaat haar geheugen waarschijnlijk spoedig achteruit.
‘De dokter zei dat ik nog wel 2 jaar zo door kan gaan zoals ik nu leef,’ zegt ze vergoelijkend over haar eigen ziekte.
Ik probeer me de geleidelijkheid voor te stellen. Een geleidelijkheid die men geneigd is te vergeten omdat men de verandering maar mondjesmaat meemaakt. Maar wellicht ben ik inmiddels al oud genoeg om te beseffen dat de tijd vliegt.

& Dat ‘t nu eigenlijk al te laat is in Zijperspace.