onacceptabel

Men hoort niet om 8 uur wakker te worden, volledig tot leven gewekt te zijn om ½ 9, als men een vrije dag heeft & pas om ½ 4 er in lag.

Dan volgt er vast nog een klap in Zijperspace.
Update: Uiteindelijk wat xtra slaap genoten. Maar ‘t is zeker net zo ontoelaatbaar tijdens die slaap al bezig te zijn met inloggen, zodat de tekst aangepast kan worden.

‘t later leven

& Nu maar hopen dat ik m’n gezicht nog durf te tonen, na voorgaande verhalen. Dat morgenochtend alles er nog steeds ‘tzelfde uit ziet, maar met minder twijfel omweven & meer overtuiging verkondigd.
Sloop ajb die immerverschijnende twijfel uit dat deel van m’n hoofd dat mij doet schromen verdere stappen te zetten.

Sloop de helft van Zijperspace.

‘t echte leven (4)

& Dan? Waar sluit ‘t water van
verhalen over mensen die verdrinken
snotterend zinken van broers die redden
om elkaar te behouden, vlak voor sluis.

Stenen pleiteren, plat tegen hoofd,
klein klein hoofd dat baby schreiend nat,
bloedrood nat verontschuldigingen eist.
Waar is hoofd? Dat waterig hoofd.

Water is ‘t mannelijk bloed van Zijperspace.

‘t echte leven (3)

Of soms treurige schijn van alleen zoals
bij tent opzetten na uren fins geweld van drank,
ondergedompeld geweest in kilometers roes
& zalig zat zwemmen in zweedse meren.

Waar was ik? Ik die alleen zou slapen
na verdronken vergeten van verste vertes,
bonkende slapen als voorproef van
wegglijdend feestend gezelschap.

‘t Was jammerlijk lang weg, dorst hebben in Zijperspace.

‘t echte leven (2)

Of 20 van ons die over hekken klimmen,
‘t zwembad innemen om de nacht te laten leven
van diepduikend water & plonsende spanning
om gesnapt te kunnen worden.

Achterop lekken lange druppels terug naar huis
van gefeeste gedroogde gedrogeerde
lichamen uit de enige doek,
definitief tastend restant van school.

De doek is ‘t graf waarin Zijperspace geboren werd.

‘t echte leven

Met 12 mensen bloot op rij,
een aanloop nemen, rennen,
plankton van de zee opzwepen,
laten schreeuwen tot spetterend schijnen
zodat de maan overtollig is.
Want heersers van de nacht dat zijn wij.

We vormden samen de spiegel die ‘t licht schiep in Zijperspace.

showdown

Dit liedje van Ken Carter staat gelijk aan Margriet. Of beter: aan visite bij Margriet. Of beter: aan visite op de plek waar Margriet tijdelijk onderdak had gevonden.
De tekst is niet belangrijk, luister ik toch nooit naar. Ik had deze cd in die tijd vaak bij me, waardoor ‘t vaak gedraaid werd als ik bij haar was, bij gebrek aan draaibare alternatieven.

Margriet was de 1e vriendin waarmee ik dmv meel intensief de relatie onderhield. Dat betekende ontelbare, korte, puntige meeltjes over & weer gedurende de avond, waarop we uiteindelijk toch besloten bij elkaar te gaan slapen. Te veel ongeduld, te weinig warmte dreef ons ertoe. Dat betekende wel dat ik de spullen die ik mogelijk de volgende dag op m’n werk nodig had, mee moest nemen.
Dus vreeën we in de huiskamer van haar kennis op de bank, waar absoluut geen vlek op terecht mocht komen wegens duur, op de treurnis van deep soul. & Vertrokken we in de laatste galmen van intense weeklanken richting slaapkamer.

Die intensiteit bereidde me erop voor: creëerde alvast ‘t gevoel van tijdelijkheid van ook deze relatie.

Tijd is de grootste afstand die afgelegd moet worden in Zijperspace.

geheugen (7)

Druk bezig de tafels te ontdoen van glazen, asbakken te verzamelen, kortom: de tafels in de kelder volledig te ontruimen, zodat de mensen als snel de lol zal vergaan er nog lang te blijven rondhangen, word ik plots op m’n schouder getikt.
De dame die ik de hele avond al in de gaten had gehouden. In ‘t groepje van vaste klanten vormde zij ‘t ongrijpbare, onbekende gezicht. & Als dat gezicht eigendom is van een vrouw, trekt dat als vanzelfsprekend m’n aandacht.

Ik kon al vroeg knipogen. Als klein kind ben je druk doende dat zo snel mogelijk onder de knie te krijgen, liefst dat truukje met beide ogen onder de knie te krijgen. Daarbij moet je je vooral afzetten tegen de slappelingen die beide oogleden tegelijk bewegen bij hun wanhopige tot mislukking gedoemde pogingen.

‘Jij werkte hier 3½ jaar geleden toch ook al?’ vraagt de dame.
Ojé, ik word herkend, dus moet ik terug herkennen, is mijn gedachte.
‘Nou, ik werk hier al veel langer.’

Ik kon ‘t al snel met beide ogen. Desnoods achter elkaar afgewisseld, in eigen tempo, subtiel, vet, traag, maar ook onopvallend. Maar wat ik zeg: ik kan knipogen met beide ogen, waarbij de rechter toch altijd wat soepeler dichtvalt dan de linker.

‘Ik heb toendertijd wel vaker met je gepraat,’ zegt de dame.
‘Oja? Verdomme, dat geheugen van me ook. Je meent ‘t toch echt?’
‘Ja, echt. Op ‘t terras. Maar ben hier al jaren niet meer geweest.’
‘Was dat dan in m’n vrije tijd?’
‘Nee, terwijl je aan ‘t werk was, kwam je een praatje maken.’
‘Ik irriteer me rot aan m’n geheugen.’

In films & op tv werden knipogen vaak gebruikt. Dat diende dan als een soort handleiding voor de opgroeiende jeugd mbt waar & wanneer de knipoog gehanteerd kon worden. Over ‘t algemeen was dat in de situatie waarbij vrouwelijk gezelschap aanwezig was. Voor mannen diende die knipoog-handleiding dan.
Maar wáár waren die vrouwen toch die daar positief op reageerden?
De knipoog kon beter afgeschaft worden, was al snel mijn conclusie.

‘Dat komt vast door ‘t bier.’
‘Da’s inherent aan ‘t vak.’
& Ze blijft me nog steeds lieflachend aankijken.
‘Nu ga je natuurlijk weer vaker komen, toch?’ durf ik ‘r te vragen.
‘Ja, afschuwelijk toch, dat ik 3 jaar niet geweest ben.’

Op gegeven moment kwam ik er achter dat m’n oudste broer wel knipogen gebruikte. Niet een knipoog gericht op vrouwen. Meer een knipoog om te melden dat alles goed was. Dat je gerust kon zijn.
Dat ik weer naar bed kon gaan, ook al had ik koorts (knipoog).
Goh, wat stelde me dat gerust. Ik kon gaan slapen.

‘Ik wil nou wel weten hoe jij dan heet, zodat ik dat in ieder geval niet kan vergeten.’
‘Imanda. & Ik weet jouw naam ook helemaal niet.’
‘Nee? Iedereen weet m’n naam hier.’
Dat soort dingen dient men niet te overtuigd te zeggen, dus al snel voeg ik er aan toe: ‘Ton.’
En: ‘Jemig, wat een rotnaam heb jij om te onthouden. Dat zal de volgende keer alleen maar m’n gebrekkig geheugen bevestigen.’

Bij gedagzeggen heb ik op bepaalde wijze benadrukt dat ik ‘r naam niet zo snel zal vergeten.

Zodat we gerustgesteld kunnen gaan slapen in Zijperspace.

chippen

De Druktemaker valt binnen & begint onmiddelijk te praten: ‘Ik ben blij dat u er bent, meneer. Ik wilde net iets aan u vragen.’
Sinds wanneer meneert-ie mij? ‘t Was toch altijd ‘je’ & ‘jij’? Maar goed, hij wilde iets aan me vragen, dan hij heeft-ie iets van me nodig, dus is ‘t niet zonder reden.
‘t Nadeel is alleen dat-ie zo verschrikkelijk druk is: hij stopt niet met praten, ook al poog je ‘m iets duidelijk te maken; blijft met z’n schouders bewegen & z’n ogen staan ook niet stil. Tenzij ‘t zich mocht voordoen dat-ie stoned is. Daar heeft-ie de laatste tijd echter geen geld voor.

‘U weet toch dat ik dakloos ben?’

‘t Spijt me ‘t te moeten bedenken: ik had niet anders verwacht, toen ik ‘m 3 jaar geleden voor ‘t 1st binnenkreeg als klant. Toendertijd had-ie nog stoere jasjes & praatjes, maar ‘t was overduidelijk dat-ie allerlei genotsmiddelen veel te lekker vond. Bovendien zocht-ie de verkeerde vriendjes uit voor ‘t verkrijgen van die middelen. Ik was altijd blij dat-ie weg was, ook al was-ie niet onsympathiek, want ‘t was of er een storm in m’n hoofd had gewoed nadat-ie ‘t pand had verlaten.
Dat laatste aspekt was nog steeds niet aan ‘m veranderd. Z’n baard, z’n paniek in ‘t gezicht & z’n slonzige kleding hadden z’n uitstraling echter wel doen veranderen.

‘Ik bedel niet vaak, maar ik moest vandaag wel. 1 Of andere vent had geen geld bij zich, maar wel deze chipkaart. Mocht ik hebben. & Er staat € 11,52 op. Dus als ik nou 1 biertje koop, & van jou € 10,- krijg? Mag ik die kaart zo bij jou leegmaken?
‘t Is echt eerlijk gegaan, hoor; ik heb er niks voor hoeven doen. Kijk: als ik ‘m nou in de chipmachine stop, dan kan je ‘t zien. Moet je op de vraagteken drukken & dan komt tevoorschijn wat er nog opstaat. Die man wist wat er opstond, maar hij zei dat-ie er niks meer aan had. Dus mocht ik ‘m hebben. Ik heb er echt niks voor gedaan.
‘t Kost jou geen geld, dus kan ‘t, alsjeblieft? Je weeet dat ik dakloos ben, dus ik kan ‘t geld hardstikke hard gebruiken. Je weet toch hoe ‘t werkt?’
‘Doe nou ff rustig. Ik moet ff kijken of de comp dat wel kan.’
‘Ja, maar je weet toch dat ik om dat geld zit te springen. & ‘t Gaat heel simpel: ik stop dat ding erin & jij haalt de kaart leeg.’
‘Rustig nou! Er zijn ook nog andere klanten. Ik ben ff aan ‘t denken. Wacht ff.’

De Druktemaker ratelt echter gewoon door. Ik pak ondertussen een blikje bier voor ‘m & waag een poging via de kassa € 10,- xtra te laten chippen.
& Inderdaad: ‘t lukt.
‘Eens kijken. Dan stop ik de kaart er nog een keer in. & Als ik dan de vraagteken indruk krijg ik te zien hoeveel ik over heb. (…) 17 cent. ‘t Is een hele aparte chipkaart. Kijk maar. Dus kan ik ‘m vast wel doorverkopen aan een verzamelaar. Denk je ook niet? Hele aparte kaart, toch? Heb je zo’n kaart wel ‘ns eerder gezien?’

‘Maar hardstikke bedankt, hè,’ zegt-ie terwijl-ie eindelijk de winkel uitloopt. & Op ‘t laatste moment: ‘& ‘t Is allemaal heel eerlijk gegaan, hoor.’

Een uur later staat de Druktemaker opnieuw voor me.
‘Mag ik deze stekker ff bij jou er in steken, om te kijken of dit lampje ‘t nog doet?’
Z’n ogen zijn blauw, maar ‘t blauw lijkt door wolken omhult.
‘Dan kan ik ‘t misschien verkopen.’

We moeten op adem komen in Zijperspace.

omkeren

Met ‘t Omgekeerd woordenboek kan je makkelijker woorden vinden, die je wél weet te omschrijven, maar die niet verder komen dan dat ene puntje voorin de mond.

Ik beschouw ‘t echter meer als een leuk speelgoedje, waaraan makkelijk kwasi-filosofische reakties ontlokt kan worden.
Zo heb ik ‘t woordenboek de vraag gesteld: waar ligt zijperspace. ‘t Resultaat liegt er niet om:
Ziektebed = bed waarin een zieke ligt; ziekte.
Hoofdschakelaar = schakelaar waardoor het hele net dat erachter ligt kan worden in- en uitgeschakeld.
Bakermat = de plaats waar iemand is geboren en opgegroeid, waar hij vandaan komt; plaats waar de oorsprong van iets ligt.
Filosofie = gedachtegang die aan iets ten grondslag ligt; wijsbegeerte; wijsgerig stelsel.

Op de vraag hoe laat is bedtijd in Zijperspace weet ‘t bovenintelligente machientje mij te antwoorden met:
Tijdtafel = lijst van jaartallen met historische gebeurtenissen; lijst waarop vermeld staat hoe laat het is op een zelfde ogenblik in verschillende plaatsen.

Dit instrument zal ‘t leven gemakkelijker maken in Zijperspace.
(Met dank aan Gijs).