Cursus Lijfloggen: Deel 5

Evolueer!

Niets zo veranderlijk als de menselijke geest, wordt wel gezegd. Maar evenzo is ‘s mens lichaam onderhevig aan wispelturigheid (even de andere wezens op deez aard buiten beschouwing gelaten). Binnen 7 jaar schijn je geen enkele cel, geen molecuul, meer over te hebben van waaruit je ooit opgebouwd was. Continu blijkt het mensenlichaam zich te veranderen. Geleidelijk aan weliswaar, maar als niet alle gegevens die het lichaam eens bezat gevoeglijk doorgegeven zouden worden aan de cellen die de taak van hun voorgangers overnemen, dan zou dit betekenen dat het menselijk lichaam, zijn geest tegelijkertijd, elke 7 jaar een gedaanteverwisseling, een metamorfose ondergaat. Niet terug te herkennen voor degene die zich in de nabijheid van dit wezen bevindt. We zouden in zo’n geval van geluk mogen spreken dat ook zij onderhevig zijn aan deze continue verandering.

Zo erg is het echter niet met de mens gesteld. Celletje voor celletje geeft zo goed als mogelijk door wat het aan informatie herbergt, wat het grotere lichaam in zijn kleinere eenheden weerspiegelt, en zorgt er derhalve voor dat het overzicht behouden wordt: ?t lichaam is vergeleken met de geest slechts in beperkte mate aan verandering onderhevig.

Hier echter aangekomen, dien ik mijn eigen woorden door middel van een voorbeeld tegen te spreken. Dit onder het mom van: de uitzondering bevestigt de regel. Tevens misschien een goede illustratie van hetgeen eenieder, genomen het feit dat toch wel 90 procent van de nederlandse bevolking eens in zijn of haar leven geproefd heeft van het verleidelijke vocht dat de zorgen van weleer o zo makkelijk doet vergeten, wel eens heeft mogen genieten. Waarbij het woord ‘genieten’ slechts verwijst naar de consumptie zelf, alsmede de onmiddellijke toestand hierna, en niet naar de versufte en spijt-opterende geestestoestand van de volgende dag, waar dit verhaal eigenlijk over gaat.

Het was aan het eind van mijn middelbare schoolopleiding. Ik had mezelf een groepje vrienden verzameld, waarmee ik besloot een strandfeest te geven. We hadden gezorgd voor zo veel mogelijk drank voor zo min mogelijk geld, alsook wat andere goederen die de benevelde toestand een ietwat konden bevorderen en bespoedigen bovendien. Op die leeftijd was ik echter nog niet geheel en al gewend aan het consumeren van al die spiritualiën door elkander, zeker niet op de snelheid waarmee ik wilde bewijzen dat het tegendeel van laatstgenoemde feit (toch een teken van zwakte, is men geneigd te denken op die grensoverschrijdende leeftijd) waar was.

Op een gegeven moment ging voor mij het spreekwoordelijke licht uit, men heeft mij geholpen overtollige sappen uit het lichaam te verwijderen, me in die emotionele toestand zelfs met advies en getuigenissen over vriendschap gesteund, me vervolgens in een deken gewikkeld om me de volgende ochtend in het vroege ochtendgloren weer te wekken. Het feest was voorbij. Er stond me hoegenaamd niets bij van al dat gebeurd was. Mijn herinnering eraan wordt ingegeven door de verhalen die ik achteraf te horen heb gekregen van die toenmalige vrienden.

Ziedaar een illustratie van hoe slecht de doorgave kan zijn van informatie van cel tot cel, oftewel: hoe gebrekkig de informatie zowiezo opgeslagen wordt. Maar tevens tekent dit hoe het menselijk gestel niet opgewassen is tegen snelle veranderingen. Het wil zich slechts geleidelijk aanpassen aan nieuwe condities, het wil slechts mondjesmaat bepaalde stoffen toegediend krijgen, en indien meer van deze goederen noodzakelijk blijkt, dan wil het eerst wennen aan die grotere hoeveelheid door gestaag een oorspronkelijke kleine dosis stap voor stap te verhogen.

Men zou kunnen zeggen dat het lichaam, het lijf, zou ik in ons geval misschien beter kunnen bezigen, geen behoefte heeft aan plotse veranderingen van zijn conditie, het in wezen behoefte heeft aan saaiheid, een continuüm van zo min mogelijk variatie.

Daar zitten wij niet op te wachten. Wij willen elke dag iets nieuws te melden hebben. Het leven moet een toonbeeld zijn van avontuurlijk bestaan, ook al vindt het slechts plaats in het binnenste, of anders hooguit aan de buitenste randen van het menselijk lichaam. Want anders laat het zich niet lezen. Verandering, daar zit de lezer van een lijflog op te wachten, hij wil onderhouden worden door steeds iets nieuws, z’n nieuwsgierigheid moet geprikkeld worden, niet alleen door de eerste zin, maar door algehele inhoud van het door ons te schrijven stukje, door de algehele inhoud van de lijflog.

Eigenlijk zou je dus kunnen zeggen dat de titel van deze aflevering van de cursus een foute benoeming is. ‘Revolutioneer’ zou wellicht beter op z’n plek zijn. Maar juist hier ligt de crux van het betoog dat ik deze maand wilde houden.

Ondanks een niet te ontkennen drang naar enig avontuur heeft de mens behoefte aan bepaalde mate van vastigheid. Men kan zich op gegeven moment gaan ergeren aan het feit dat niets stil staat, dat alles onderhevig is aan verandering, aan één stuk door, tot grote vermoeienis toe. Je praat op niet met plezier met iemand die elke dag andere plannen blijkt te hebben voor de toekomst, z’n ideeën wederom heeft aangepast aan de omstandigheden, geen standvastigheid toont in zijn opinies. Men heeft weliswaar behoefte aan een beetje roering, maar een zekere mate van rust doet een mens geen kwaad. Geleidelijkheid is een goed ding. Het brengt de medemens niet van streek, laat ‘m in z’n waarde, en zorgt er bovendien voor dat men beter begrepen wordt.

Waar ligt dan die gulden middenweg? De gulden middenweg van het elke dag iets nieuws te melden hebben en, aan de andere kant, het niet vervallen in afgezaagde verhaaltjes die altijd over hetzelfde gaan, als een minimalistische muzikant die zijn steeds weerkerende patronen in zijn composities in eeuwigheid herhaalt, met slechts minieme variaties, die pas opgemerkt kunnen worden als men reeds door de wol geverfd is wat betreft dit soort uitingen.

Dames en heren cursisten, laat ik u bij deze dan een wijze les geven, in zoverre mij dat is toegestaan; ik, als persoon die vergeleken met de gemiddelde leeftijd van de lijflogger al een belegen aantal jaren er op heeft zitten, in ieder geval dichterbij die ouderdom kom dan menigeen die hetzelfde communicatiemiddel hanteert, maar bovendien ik, als persoon die deze cursus als een poging beschouwt bepaalde ervaringen opgedaan in onderhavig leven in de juiste bewoordingen tot misschien wel iets als een levensles, anders dan toch in ieder geval een wenk zou kunnen laten zijn voor al diegenen die zich willen overtuigen van hoe het wel, of misschien juist niet moet. Bescheidenheid dient de cursusleider ook zijn leven te laten tooien.

Laat de revoluties (hier begint het motto van deze aflevering van de cursus) die uw lichaam overkomen eerst doordringen tot in uw hersenpan. Laat ze inwerken, verwerk ze met geduld. En zo gauw u een niet te stelpen behoefte voelt de opgedane ervaringen in een aflevering van uw log te melden, laat u dan daarbij leiden door uw vermogen u te kunnen verplaatsen in de positie van de lezer, wijdt derhalve over een en ander uit, zodat het begrijpelijk wordt, en verwijs zo nodig naar eerdere belevenissen van u en uw lijf, die reeds opgenomen zijn in de archieven van uw log.

Kort en bondig: laat uw revoluties tot evoluties verworden, zodat het voor iedereen te snappen valt.

Huiswerk: probeer uw eerste zwaar benevelde ervaring dankzij alcohol of andersoortige drugs te beschrijven met behulp van datgene dat over dit voorval nog in uw geheugen aanwezig is en doe het zo voorkomen dat het niet een plotse gebeurtenis was, maar iets dat logisch volgde uit de verlangens van uw lijf.

(Deel 0 staat hier, als introductie op wat ik 50 afleveringen lang heb volgehouden te schrijven voor ‘t weblogmagazine about:blank, maar verloren werd gewaand. Deel 1, Deel 3  [daar kan je ook lezen wat er aan de hand is met Deel 2] & Deel 4 zijn reeds herverschenen alhier. De komende tijd zal ik de rest van ‘t materiaal dat ik ondertussen geheel heb teruggevonden alsnog hier gaan publiceren.)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *