opruiming (dl 2c)

De hoogslaper staat, m’n boeken opgestapeld, de planken van de oude boekenkast zijn opzij gezet. Een troep uitgestald langs de vensterbanken aan de voorkant van ‘t huis.
M’n hoogslaper is echter nog niet beslaapbaar. De gatenbodem is net een enkele cm te groot. Waardoor ‘t matras er niet inpast. Waardoor ik naast, & dus onder, m’n hoogslaper zal moeten slapen.

Terwijl Myrte bezig was met haar bouwwerk, verschoonde, boende, schrobde, schuurde & dweilde ik ‘t aanrecht.
‘Ik wist niet dat aanrechten er zo glanzend uit konden zien,’ vertelde ik Myrte terwijl ik enkele steunen moest omhooghouden totdat ze konden worden bevestigd aan de rest. Daarnaast was ik ook vergeten dat ik daar misschien wel ‘t geduld voor zou kunnen hebben. Ik had dermate veel geduld vandaag dat ik zelfs ‘t plaatsje heb durven ontruimen van tuinafval. & Zelfs de bezem heb gehanteerd.

Nu nog enkele dagen geduld betrachten, dan mag ik de slaapkamer zuigen. Tuurlijk mag ik dat wel eerder, maar 1st moet de hoogslaper klaar zijn voor gebruik. Stel je voor dat ik binnen een week ‘t 2 keer van stof zal moeten ontdoen; dan zakt al snel ‘t schoonmaakenthousiasme tot een 0-punt.

Vervolgens zal heel Zijperspace glansen als nooit tevoren.

opruiming (dl 2b)

Terwijl Myrte de hoogslaper in elkaar zet, ben ik druk bezig met m’n afwas. Die moet aan kant zijn voordat de tap aankomt. Die zal nl de komende week de gehele aanrecht in beslag nemen. Slechts ruimte voor de wasbak blijft dan over.

& Hoewel ik de hele tijd denk: ‘Gadverdamme, wat is dit toch vervelend werk’ slaat toch een bepaalde verslaving toe.
Want na de afwas moet gelijk maar de aanrecht aan kant gemaakt. Daar blijken glazen te staan die er ietwat dof uitzien; die moeten ook schoon. Net als de theekopjes boven de ijskast: vele vlekken kunnen met een schuursponsje weggewreven worden.

‘Gadverdamme, wat is dit toch vervelend werk.’
IJskast? Zal ik die ook meteen maar meenemen? Vele vingers staan daar in groezelig zwart op de deur afgedrukt, op de plek waar je ‘m opentrekt, op de plek die ‘t meest in ‘t oog valt. & Hele lange zwarte lijnen lopen van halverwege de afsluitstrip naar beneden. Meteen de vlekken op de wasmachine wegwerken.

‘Gadverdamme, wat is dit vervelend werk.’
Maar ik zie ‘t gasfornuis glanzen van verderfelijke viezigheid van vele maaltijden.
Nee, die moet ik nog maar ff laten staan; dit zal een wel zeer grote inspanning getroosten. Dat moet ‘t magnum opus in m’n schoonmaakwerkzaamheden worden. Die bewaar ik dus voor de woensdagochtend. ‘t Mooiste moment om de schijnheilige frisheid uit te stralen.
Bovendien is dit zulk verschrikkelijk vervelend werk, daar moet ik niet te lang mee doorgaan.
Spreiden, vooral spreiden. Morgen heb ik bijv ook nog een vrije dag.
Heeft Myrte niet ondertussen m’n hulp nodig? Spieren nodig die stevig, onvervaard, doortastend, een balkje in bedwang kunnen houden?

We proberen ‘t evenwicht te behouden in Zijperspace.

zweet

Ik was druk op zoek naar de spelling van een bepaald woord. In de veronderstelling ‘t gevonden te hebben klikte ik div vensters weg, waarbij ook degene waar m’n tot dan toe geschreven tekst stond.
Weg. Alles.

Koud zweet loopt overal in Zijperspace.

opruiming (dl 2a)

Er zullen 2 boekenkasten moeten worden ontruimd & verplaatst, zodat er genoeg plaats vrijkomt voor de hoogslaper.

1 Klein boekenkastje, ondanks z’n afmetingen wel degelijk gevuld met 100-en stripboeken. ‘t Grootste probleem bij deze is de boeken een tijdelijke plek voor stapeling te geven.
& 1 Boekenkast die de pretentie had boekenkast te worden, maar daarvoor de boeken ontbeerde. Daarvoor in de plaats bevinden zich er enkele kleine stapeltjes kleren & dekbedhoezen. Voor de rest ontbrak mij ‘t initiatief om de t-shirts & overtollig boekenzooi uit de woonkamer naar deze planken te verhuizen. Met die overtollig boekenzooi had ik toch zeker 1 plank kunnen vullen. Had ik enig systeem willen aanbrengen in ‘t wegbergen ervan, dan had ik zeker nog wel een 2e gevuld gekregen.

Vervolgens wordt ‘t probleem de herplaatsing van de boekenkasten. Waar een plek te vinden in de woonkamer voor deze 2 kasten? In de slaapkamer is vanaf de aanwezigheid van de hoogslaper daarvoor geen plaats meer, heb ik berekend. ‘t Bijna ongevulde plankensysteem zal z’n bestemming in de woonkamer moeten krijgen, maar ‘t is zo hoog, dat er slechts achter de tv enig ruimte over is. Of ik moet overgaan tot een volledige herstukturering van de kamer.

Als ik ergens niet tegen kan, is ‘t wel ‘t omgooien van de dingen waar ik aan gewend ben. Alles zou altijd ‘tzelfde moeten blijven, als ‘t aan mij ligt. Er mag zo nu & dan wel iets toegevoegd worden, maar de boel mag zeker niet heringericht worden.

Herinrichting veroorzaakt chaos in Zijperspace.

deel

Sommige verhalen zijn niet te vertellen. Die verhalen zijn verhalen die verstrengeld in elkaar overgaan. Je kan een aspekt naar voren brengen in een verhaal & bemerken dat dat aspekt verderop terug moet komen. Maar juist door ‘t te laten terugkeren, ga je voorbij aan een ander aspekt. Gaat de aandacht voorbij aan dat andere.
‘t Geheel is te diffuus, als een ondoordringbaar oerwoud hangt alles aan elkaar, maar je kan niet zien welke lianen die verbindingen maken. Of welke bomen zullen vallen als je poogt er 1 te kappen. ‘t Oerwoud is ‘t geheel, te groot om als datzelfde geheel te omschrijven. De boom is ‘t nietig deel van ‘t geheel, & juist in z’n nietigheid valt ‘t te beschrijven. Waarbij je maar moet hopen dat ‘t ‘t grotere weerspiegelt.

M’n vader is vader van 6 zonen. Van elke zoon is-ie weer een eigen vader, met eigen verhalen & herinneringen, ook al zijn de grote lijnen ‘tzelfde. Je kan niet vertellen wat ‘t gezin is, de verhalen van ‘t gezin localiseren, de geheugens gelijkschakelen mbt familie-gebeurtenissen. Elk onderdeel heeft z’n eigen beleving, maar vormt toch een deel van ‘t groter geheel.

M’n vader gaat binnenkort in dagbehandeling, waarschijnlijk voor 2 dagen in de week. Dat verhaal gaat binnenkort verteld worden door de man die er verstand van heeft. Aspekten zullen naar voren komen als parkinson, de met zich meebrengende dementie, m’n moeder, de energie die m’n moeder nog over heeft. Een woud van aspekten die elk voor zich elkander tekort doet. & Hoewel de zonen & vrouw ong gelijkgeschakeld zijn mbt wat uiteindelijk goed zal uitpakken, heeft ieder z’n eigen beleving.

Ik doe een poging, stukje bij beetje, een beeld, niet meer dan dat, van ‘t groter geheel te creëren. ‘t Is slechts een beeld, gekleurd, gezien vanuit ‘t standpunt van de 4e zoon. Die vaak nogeneens al te helder ziet.
Maar ‘t is een beeld, een poging tot beeld van dat geheel.

& Dat noemen we dan gemakshalve deel van Zijperspace.

opruiming (dl 1)

Rond m’n comp ligt ‘t bezaaid met papiertjes. Tenminste, tot op dit moment was dat ‘t geval. Papiertjes met steekwoorden, nrs, korte zinnetjes, maar ook visite-kaartjes & een oudejaarslot.

Ik heb geen zin in ‘t oudejaarslot. Ik geloof dat ik er € 5,- mee gewonnen heb. Die moet ik dan in een sigarettenwinkel incasseren, maar daar kom ik nooit. Veel te veel moeite voor iets waar ik niet om gevraagd heb.
Aanbieding van een bakbrommer voor € 320,- op een bierviltje. Met tel-nr van degene die ik ervoor moet bellen. Heb ik van afgezien, want ik wist niet waar ik de bak moest plaatsen.
Eronder staat een naam van een zangeres met titel van een lied. Volgens een klant moest ik dat nr toch ‘ns luisteren. Nooit gedaan.
Lijstje van onderwerpen waar ik nog over wilde schrijven. Maar dan een half jaar geleden. Niet interessant meer & zeker niet meer aktueel.
Een ip-nr van iemand, allang vergeten. Op een ander papiertje die van Ohjajoh. Te kinderachtig om te bewaren.
Snel genoteerd tel-nr, met datum & tijdstip: waarschijnlijk afspraak bij huisarts.
Oplossingen van een filmquiz & een architectuurquiz.
Instrukties die ik mbt m’n comp moet volgen. Met enge termen als ‘fdisk’, ‘maxblast’ & ‘asus pcb acpi bios’. Aantekeningen die te maken hadden met ‘t weer werkbaar krijgen van m’n comp. Allang vergeten waar die termen voor dienden, maar ‘t geeft me geen comfortabel gevoel ze weer onder ogen te krijgen.

Nutteloos geworden info ondertussen. & Ondanks dat ik dat wist, was ik toch niet in staat de papiertjes te verzamelen & en masse de prullenbak in te werpen.
Waarschijnlijk is de oorzaak een combinatie van angst belangrijke gegevens weg te gooien & ‘t niet ertoe kunnen zetten de moeite te nemen spullen uit te zoeken, waarna ‘t kan worden opgeruimd.

Zo zal ‘t de komende week nog een paar keer gaan. Plots zie ik me gedwongen spullen te inventariseren op hun waarde voor de toekomst. Dient iets gearchiveerd te worden, een makkelijk vindbare plek ervoor gevonden te worden of is de vuilnisbak de beste optie?
Of wordt ‘t gewoon tijd om bepaalde dingen nu eindelijk ‘ns in een kast op te bergen?

Nog 6 dagen om Zijperspace enigszins overzichtelijk te maken.

verjaring

Mijn verjaardag vindt plaats op 10 April, de 100e dag van ‘t jaar (ik kan ‘t niet laten dit er altijd bij te vermelden). Op diezelfde dag vindt ook, bijna traditioneel, de viering ervan plaats. & Dat wel tussen 15.00 & 22.00 uur.

Bij deze nodig ik eenieder uit die ook maar enigszins mijn blog leest, m’n 38e verjaring te komen vieren. Leuk, lijkt me.
Voor ‘t bijwonen ervan is niks vereist, slechts enige kennis van Zijperspace & z’n inwoner. & Een verschrikkelijke dorst, want bier zal er in 2 soorten in overvloed zijn (voor de niet-drinkers zal er ook enige mate van frisdrank aanwezig zijn); ik moet m’n bijnaam ‘BierTon’ waarmaken. Vandaar.

Om m’n adres alhier te plaatsen vind ik nog iets te ver gaan, ihkv privacy, enge jochies, etc. Dat zal ik dan ook pas over een week, nee, over 6 dagen doen; 1 dag voor m’n verjaardag.

Overigens kan men de ligging van Zijperspace ook te weten komen door gerichte post deze kant op te sturen.

last

Haar gesprek is afgelopen.
‘Mevrouw, ik weet niet of u ‘t gezien heeft, maar er hangen hier overal stickers met daarop een mobiele telefoon met een rode verbodscirkel eromheen.’
‘Had je er last van dan?’
‘Nee hoor, ik niet. Maar die stickers hangen ze waarschijnlijk niet voor niets op.’
‘Nou, dan kan die mevrouw achter de balie er zelf wel wat van zeggen. & Ik heb niks van haar gehoord. Dus neem ik aan dat ‘t niet erg was.’
‘Mevrouw, als dat uw conclusie is, moet u zich vooral niet schuldig voelen.’

Maar ze was Zijperspace allang al uitgetrapt geweest.

groeten

‘t Is een beetje mijn grootste irritatie van de laatste tijd: mensen die de winkel in komen lopen, mij daarbij als 1e voorbijgaand, maar op m’n instigatie van gedag zeggen niet reageren.
‘t Zijn voor ‘t merendeel toeristen die mij straal voorbijlopen. Waarschijnlijk uit onzekerheid van de vreemde taal & omgeving. Misschien dat ze ook wel ‘t gevoel hebben lichtelijk in te breken door zich te begeven op grondgebied van iemand anders, zonder daar iets tegenover te stellen, zoals door bijv iets te kopen. Ze voelen zich betrapt in hun kaike-kaike-nie-kôpuh-gedrag.

Ik zeg luid ‘Hallo’, wat toch een vrij internationale wijze van begroeten is; slechts de spanjaarden verbuigen dat tot ‘hola’. Mocht dat niet werken, probeer ik ‘t nogmaals met ‘Hai’. Heeft men dan nog niet gereageerd, dan schakel ik bij ‘t verlaten van de winkel over op een niet te vermijden ‘Bye-bye’, recht in ‘t gezicht.

Laatst liep een spaanse toerist me vanaf de deur tot aan de trap (ong 3 meter) tegemoet, zonder me aan te kijken. Meteen bij binnenkomst weerklonk m’n ‘Hallo’, die ik tot 3 keer toe herhaalde. Op een gegeven moment stond-ie nog geen ½e meter van me vandaan. Ik boog m’n hoofd lichtjes voorover, zodat m’n ogen wat meer in de richting van die van hem stonden, stak m’n hand lichtjes tot wuiven op, & zei nogmaals: Hallo.
‘t Grappige was dat de jongen nu zelf ook de hand bij de wedergroet gebruikte, wat ‘t geheel een wat potsierlijke indruk gaf. Maar ach, ik had m’n groet binnen.

& Gister nog kwam er een stel de zaak binnen, stilletjes, zonder een woord te zeggen, die ik ondanks ‘t mij negeren toch levendig met ‘Hallo’ vergastte. Misschien dat ‘t aan de andere klanten lag die voor me aan de toonbank stonden, dat ‘t niet tot ze doordrong dat ‘t voor hen bestemd was, was m’n veronderstelling. Dat betekende dat er niets anders voor mij op zat dan ze met m’n afscheidsgroet te overdonderen.
1st Kwam de vrouw naar beneden lopen. Terwijl ik achter de toonbank stond, dicht bij de uitgang, keek ze me recht aan, met een vriendelijke glimlach. Een glimlach ter groet, zo leek ‘t.
Dit kon niet meer fout gaan, dacht ik, dus luidkeels klonk m’n ‘Bye bye’.
De vrouw liep me voorbij zonder iets te zeggen.

Haar man, die de weg naar buiten nog moest ondernemen, zou door mij tot groeten worden gedwongen, was m’n besluit. Op een zelfde manier kwam hij voorbij de toonbank: lichte glimlach met blik naar mij gericht. ‘Bye bye’, zei ik.
Wederom niks. Slechts de glimlach die wegdraaide.

Verbijsterd over zo’n gebrek aan waardering voor ‘t amsterdams winkelpersoneel, waarvan ik toch voor de toerist een representant ben, stond ik daar. Zo’n recht-in-de-bek-groet kan toch niet geweigerd worden, ook al spreekt men de engelse taal niet voorbeeldig. Bijna iedereen ter wereld weet wat de groet betekent & zal ‘m kunnen beantwoorden. Dit was dus met recht hoogst onbeschoft gedrag.

In deze verwondering keek ik nog ff naar buiten, waar ‘t stel nog stond te bediscussiëren over wat nu te gaan doen. Dat kon ik niet horen; zijzelf ook niet. Dat moest ik nl opmaken uit de gebarentaal waarop ze aangewezen waren om met elkaar te communiceren.

Soms zouden zelfs gedachtes zich stil moeten houden in Zijperspace.

geur

Door de warmte komt Wieger, barman van m’n stamkroeg, tijdens z’n fietstocht door de buitenlucht, ff aanwaaien op m’n werk. Een praatje maken in de deuropening, terwijl af & toe de klanten langs ons naar binnen schuiven.
We zijn ‘t er over eens dat ‘t heerlijk weer is. ‘Ik moet straks een terrasje vinden in de zon,’ vindt Wieger, ”t is zonde om m’n vrije dag zonder voorbij te laten gaan.’
Ik kan ‘m geen ongelijk geven, maar betreur ‘t dat ik tot 7 uur opgesloten zit door werk. Morgen kan ik echter bij hem een biertje gaan halen, in mijn vrije tijd; ik kan ‘m de opmerking dus niet kwalijk nemen.

‘Van dit weer krijg ik zin om op vakantie te gaan. Net als ‘t een beetje warmer wordt, wil ik weg. De meeste mensen schijnen dat juist te hebben als ‘t weer minder is. Die krijgen vakantie-kriebels als ‘t guur & koud is. Dat heb ik niet. Geef mij maar vakantie als ‘t weer opperbest is, dan heb ik er de meeste zin in.’

Ik heb zin om te reageren. Te vertellen hoe ‘t bij mij zit. Wanneer ik zin heb om op vakantie te gaan. Welk weertype mij de kriebels voor verweggistan geeft.
Ik weet ‘t echter niet te bedenken. Ik weet wel dat ik zin heb om weg te gaan, ff de deur uit, weg van werk, maar of dat gevoel met deze temperatuur nou sterker is dan afgelopen winter?

Eindelijk thuis vat ik meteen de kwast om in ‘t laatste beetje daglicht in m’n tuin nog wat planken te kunnen verfen. Een geluk dat zo vroeg in de zomertijd de temperatuur dermate aangenaam is, & de hemel zo wolkenloos, dat ik toch zeker nog een uur daarmee aan de gang kan. Alle planken krijgen zodoende nog een 2e laag voordat ik de verfsessie moet gaan afsluiten.

Ik ruim de verfspullen op. Zet de roller & ‘t bakje in ‘t water. Druk ‘t deksel van de verfpot stevig toe. Was m’n handen. Schrob de verf ervan af. Schuif de tuinstoelen weer op hun plaats.

& Plots ruik ik.
Ik ruik m’n vakantie in Engeland.
M’n rugzak. M’n wandelschoenen. Paden tussen overhangende bomen. Vogels met vergeten geluiden. Campinggras. Pubs in ‘t middaguur. Pocketboekje dat met moeite geopend wordt.
Opeens zit dat alles tegelijk in m’n neus door 1 moment van vooroverbuigen.

We hadden bijna Zijperspace voortijdig verlaten.