consult

‘Waar ken ik je gezicht nou van?’ vraag ik aan de man in de rij.
Ik kijk ‘m peinzend aan. Ik weet ’t wel, ik weet ’t wel, moet die blik uitdrukken.
‘Ik ben je dokter,’ antwoordt-ie laconiek.
De rij lacht. Ik schrik.
‘Maar ‘t is misschien een goed teken dat je me niet herkent.’
Ik wil beginnen over dissociatie. Een verkeerd begrip, maar ik gebruik ’t zo graag in dit soort situaties. Een bekend persoon in een voor hem onbekende omgeving.
‘Dat zeg je nou,’ reageer ik, ‘maar ik was net van plan van de week even bij je langs te komen.’
‘Misschien dat we ’t even snel hier aan jouw toonbank kunnen doen, hoef je niet in de wachtkamer zitten wachten.’
De rij verkneukelt zich al.
‘Nee, ik denk dat ’t beter is dat ik deze rij even wegwerk. Da’s nl net zoiets als jouw wachtkamer.’

‘Pijn in m’n nek,’ antwoord ik op z’n vraag wat er aan mankeert.
’t Is enkele dagen later. Ditmaal had hij mij niet herkend. Niet aan m’n naam. Bij m’n gezicht in de wachtkamer kwam hem de omgekeerde gebeurtenis weer voor de geest.
‘Waar? Onder? Boven?’ vraagt-ie verder.
Ik probeer een band te laten zien door met m’n wijsvinger heen & weer te bewegen. Een band die m’n hoofd naar achteren trekt.
‘Ik denk dat ’t door m’n muis komt.’
‘Heb je andere verschijnselen dan?’
Hij wijst naar z’n arm, z’n schouder, & bedoelt er die van mij mee.
‘Ja, m’n vinger tintelde wel, van de week. Maar niet overdreven.’
Niet groter maken dan dat ’t is, denk ik. Ook niet kleiner, schiet me vervolgens te binnen, want m’n schouder voel ik ook wel degelijk.
Maar dat is al te laat. M’n huisarts is opgestaan om z’n handen in m’n nek te leggen.
Ik begin al automatisch te wijzen. & Hij laat me kleine oefeningetjes doen. M’n wijsvinger negerend.
‘Niet echt pijn dus,’ constateert de huisarts.
‘Nou, ’s avonds vooral. Als ik een boek lees. Hoofdpijnachtig. Ik lees nogal veel.’
‘Heb je er zelf al wat aan proberen te doen?’
Hij zit weer in z’n stoel. Klaar om z’n toetsenbord te hanteren.
‘Ja, ik gebruik m’n muis bijna niet meer. Alleen nog maar m’n toetsenbord. Alt- & controltoetsen & zo.’
Ik doe ’t met m’n vingers na. Alt & tab, om over te schakelen naar een ander venster.
‘Ik kan je wel naar een fysio sturen, maar ’t lijkt mij altijd handiger om 1st te proberen de spanning er af te halen. Met wat spierontspanners.’
Ik vermoedde zelf ook al zoiets. Was al in m’n medicijnkastje wezen wroeten, op zoek naar iets dergelijks. Bedacht me echter dat je beter geen oude medicijnen kon gebruiken. Zeker als je er geen verstand van hebt.
‘Je hebt natuurlijk professioneel met drank te maken, dus zal ik je een lichte variant voorschrijven. Met omkapping, zodat ’t minder kwaad kan voor je maag.’
Hm, gratis service, denk ik.
‘Wat vind jij nou een lekker biertje?’ vraagt m’n huisarts, terwijl-ie z’n paraaf op ’t recept plaatst.

In Zijperspace zijn we altijd bereid tot een gratis consult.

simon

‘Hij was er ook,’ zei Marc. ‘Na afloop van de film. Om vragen van ‘t publiek te beantwoorden.’
Marc had alleen geen vraag kunnen bedenken. Daar baalde hij wel van. Nog geen kwartier geleden had-ie een vraag kunnen stellen, nu stond-ie bij mij een biertje te drinken, hij was toch in Amsterdam, maar hij had niks weten te zeggen tegen Eddy.
‘Maar godverdomme,’ verzuchtte Marc & nam een slok van z’n bier.
Dat zou hij nog een paar keer zeggen.
‘Daar moet je ook heen. Die film moet je zien.’
Om ’t nog maar ‘ns te laten volgen door ‘godverdomme’. Zodat ik wist dat ik naar die film moest.

Een week later vroeg-ie me of ik al geweest was. Ik wilde eigenlijk m’n moeder hebben, hij had haar al geroepen, maar tijdens ’t wachten stelde hij die vraag.
‘Nee, nog niet.’
‘Ah, man,’ zei Marc. ‘Hij is zó goed. Je zit & je denkt, ja, wat denk je eigenlijk? Ik moest lachen & even later weer niet. Dat je denkt, ja, wat denk je? God, man, zó goed.’
M’n moeder kwam bij de telefoon.
‘Je moet wel gaan, hoor,’ zei Marc voordat-ie de hoorn aan Ma overgaf.

Of ik al geweest was. Vroeg Marc weer 2 weken later.
Hij had ’t er over dat-ie sinds jaren niet zo’n goede nederlandse film had gezien. ’t Ging over drugsgebruik, seks, vriendschap, euthanasie, vertelde Marc, allemaal met wat zwarte humor, zonder dat ’t sentimenteel werd. Zonder over de schreef te gaan.
‘Godverdomme,’ voegde hij er aan toe, ‘daar moet je echt naar toe gaan.’

Dus keek ik elke week naar de filmladder. Welke vroege voorstelling voor mij goed uit zou komen. Dinsdag of woensdag.
Niet laat. Dan worden de zalen te vol. Dan word ik afgeleid. Dan heb ik geen ontsnappingsmogelijkheid meer.
Dinsdagmiddag. 13.40 Uur.
& Elke week kwam er iets tussen. Marc vroeg ’t me inmiddels niet meer. Die enkele ‘godverdomme’ was waarschijnlijk ergens anders voor bedoeld.

Op de fiets, de uiteindelijke fiets van dinsdagmiddag ½ 2, bedacht ik me dat ’t ook al lang geleden was.
Er hing een doem over bioscoopbezoek, besefte ik me opnieuw. Tijdens m’n laatste 2 films was ’t elke keer slechter met m’n vader gegaan. Nog maar net de bioscoop uitgekomen, m’n mobiel opnieuw aan, kreeg ik de slechte tijdingen. Ma belde of er stond iets op m’n voicemail.
Tijdens de fietstocht, diezelfde route richting bios, dezelfde gehaastheid om toch nog op tijd een kaartje te kunnen kopen, zag ik m’n vader liggen. Traag ademend, armen boven ’t bed, ingevallen wangen, binnenkort dood.
& Marc zegt ‘godverdomme’ om me toch er heen te dwingen. Ik hoor ‘m niet, maar hij zegt ’t wel.
‘Als ’t straks fout is, straks als ik uit de film kom, dan is ’t Marc z’n schuld,’ dacht ik.

Er belde niemand. Dinsdagmiddag ½ 4. M’n fiets weer van slot.

Dus belde ik Rachel.

‘Een prachtige film,’ zei ik. ‘Je blijft lachen & toch is ’t heel droevig. ’t Gaat over drugs, seks, vriendschap, euthanasie, zonder dat ’t sentimenteel wordt. Precies goed gedoseerd. Je lacht, & ’t volgende moment stromen er tranen over je gezicht. Ik durfde bijna niet naar buiten. Dan zou ik in ’t licht komen & zou iedereen kunnen zien wat ik van de film vond.’
‘Dat geeft toch helemaal niet?’ zei Rachel.
‘Nee, dat geeft helemaal niet. Maar ik wilde niet dat m’n ogen rood zouden zien. & Dat iedereen zou gaan denken waar dat nou van zou zijn gekomen.’
Godverdomme.
Dat dacht ik.

Ik zou Marc wel een meeltje sturen vanuit Zijperspace.

normaal

De telefoon gaat. Ik schrik op uit m’n boek. Bedenk vervolgens dat ik er al een ½ uur op zat te wachten. Schrikken was niet nodig.
Ik neem op.
Met schorre stem (zeker de hele dag m’n mond nog niet opengedaan?) zeg ik: ‘Goedendag, met Ton.’
Voor dat moment heb ik zelfs de tijd om 4 keer te bedenken wat een goede opening zal zijn. Wel goedendag, geen goedendag, met Ton Zijp, met Ton, zoals gewoonlijk, hoe zou hij reageren, zou hij weten dat hij de goede aan de lijn heeft, toch maar goedendag, met Ton.

‘Goedendag, met Erik van Raalte.’
Hij weet wie ik ben. Hij weet dat ik de goede ben.
‘Uw schildklier werkt normaal,’ gaat-ie meteen verder. ‘Dus dat is goed.’
‘Ah, mooi,’ zeg ik. ‘Maar ’t is natuurlijk gemeten nadat ik slechts 3 dagen van de pillen af was.’
‘Ja, da’s waar.’
Ik wil een slag om de arm houden. Niets is zeker. Zeker niet na 3 dagen.
‘Maar ’t ziet er goed uit. Zullen we een bezoekafspraak maken voor over 6 weken?’
‘Is goed. Op een dinsdag of een woensdag.’
‘Ok. Dat maak ik dan in orde.’
‘Wacht, dan moet ik even pen & papier hebben.’
‘Nee, hoor. Is niet nodig. U krijgt de afspraak thuis gestuurd.’
‘Ok.’
‘Nog voorkeur voor een bepaald tijdstip of datum?’
‘Nee, hoor. Op dinsdag & woensdag kan ik altijd.’
‘Ok, dat zal ik dan doorgeven aan de afsprakenbalie. Tot over 6 weken.’
‘Ja, tot kijk.’

Dat was ’t dan, denk ik. Ik ben normaal.
M’n was hangt voor de ramen. Daardoor kan ik niet m’n gehele tuin zien. Er vliegt een vogel voorbij. Een flits tussen handdoek & t-shirt. Meer niet.
Daar slik je dan 1½ jaar pillen voor, ga ik verder. Om niks te voelen.
’t Lijkt koud buiten. De takken hangen stil. Grauwigheid is de sluier die over alles heen hangt. 1 Van de handdoeken is aan vervanging toe. Licht doorzichtige vlekken in ’t midden. ’t Geel is wit geworden.
Ik kijk nog ‘ns naar de hoorn. Hij ligt nu op z’n haak. Stil, alsof onberoerd gebleven. Ik kan me al niet meer herinneren dat ik ‘m heb teruggelegd. Slechts enkele vlekken getuigen van jarenlang gebruik. Ik heb ‘m 1½ jaar geleden wel ‘ns proberen schoon te maken, bedenk ik.

We gaan door in Zijperspace, maar weten alleen niet waar we gebleven zijn.

de staf (‘t einde)

Teruggekeerd in Sintenland,
1000-en Kilometers ginder,
Merkten we dat de Staf was gestrand,
& Last had van enig hinder.

Na Luna & 10e te hebben gevisiteerd,
Was de Staf heel onverschrokken,
Hij werd nou 1maal die kant op gedirigeerd,
Webloggend dj-land ingetrokken.

Mannen, alsook vrouwen moesten we constateren,
Die geen blad voor de mond wensen te nemen,
Hun ongenoegen over rijmen gaarne etaleren,
Maar dat toch liefst uiten in sinterklaaspoëmen.

Uiteindelijk is-ie in een reactieding aangeland,
Geen beweging meer in te krijgen,
Want wie leest er nou nog de weblogbinnenkant,
Als al 10 dj’s hem liever dood hadden willen zwijgen?

’t Is 6 December, ’t seizoen is over,
Daarom is terughalen geheel niet voorbarig,
Anders blijft de Staf maar hangen, die uitslover,
Bovendien is Sint vandaag écht jarig.

Sinterklaasseizoen is weer verleden tijd,
Hij zit met Piet weer in ’t zonnige zuiden.
De staf in de bezemkast & z’n habijt
heeft Sint met mottenballen laten kruiden.

& Na alle voorgaande coupletten te hebben doorgenomen,
Denkt men wellicht: wat leuk wat ik hier lees,
U wordt echter verzocht door te stomen,

Naar de cursus lijfloggen, ergens buiten Zijperspace.

drukrust

‘Heerlijk ontspannen nu, toch?’
‘Ja, dat wel. Er is geen moeten nu.’
‘Van wie moet je eigenlijk moeten?’
Ik wijs naar m’n hoofd. Diep wijst m’n vinger naar binnen.
‘Dus je moet van jezelf elke dag een stukje schrijven?’
‘Ja. In ieder geval bijna elke dag.’
‘Maar niemand toch die er aanstoot aan geeft als je ’t een dag niet doet?’
‘Nee, waarschijnlijk niet. Ik heb nog geen meeltje ontvangen van iemand die me miste.’
‘Terwijl je al 2 dagen niet bereikbaar bent.’
‘Voor anderen is ’t allemaal niet zo belangrijk, maar voor mezelf wel.’
‘& Nu ben je blij dat je even rust hebt.’
‘Ja, dan is de druk er even af.’
‘Dat kan dan toch ook als je wél bereikbaar bent. Kan je een paar dagen besluiten niet te schrijven.’
‘Nee, dat kan niet.’
‘Waarom niet?’
‘Omdat ik die druk nodig heb.’
‘Welke druk? De druk die je jezelf oplegt?’
‘Ja.’
‘& Je bent nu ontspannen omdat je die druk even niet hebt.’
‘Maar ik wil die druk evengoed wel. Ik wil schrijven. Als ik niet schrijf dan verlies ik de dwang. Dus eigenlijk wil ik dwang.’
‘Dwang van jezelf.’
‘Ja, anders lukt ’t niet.’
‘’t Leven is toch prettiger als je leeft zonder dwang, zonder druk?’
‘Voor mij niet.’
‘Waarom niet?’
‘Omdat ik dan niets doe. Ik wil de hele tijd dingen moeten. Dat geeft ’t zin. Ik vind ook dat ik móet schrijven.’
‘Dan heb je nu de tijd om alvast stukken te schrijven voor als je site weer bereikbaar is.’
‘Dat doe ik dus niet.’
‘Hè?’
‘Nee, want er is geen druk. Er zijn geen mensen die ’t meteen kunnen lezen.’
‘Je kan alleen maar schrijven als mensen ’t meteen voorgeschoteld krijgen?’
‘Ja. Soms sta ik ’s ochtends op & denk ik dat ik deze dag écht niet zou weten wat ik zou moeten schrijven. & Geleidelijk aan komt ’t tijdstip dat ik naar m’n werk zal moeten dichterbij. Zit ik voor m’n toetsenbord & weet ik niet wat ik met die toetsen moet. Tot zeg maar ’t uiterste moment, een uur voor vertrek. Dan begin ik opeens. & Verdomme, dan schrijf ik de beste stukjes. Terwijl ik dacht dat ’t niks zou worden.’
‘Dat kan nu toch ook?’
‘Nee, dat kan niet.’
‘Je kan toch gewoon voor jezelf schrijven. Dat doen andere mensen ook.’
‘Ik kan dat niet. Ik heb alleen die druk nodig. ’t Idee dat ik mensen niet kan teleurstellen. Of dat ik mensen niet de regelmaat van elke dag een stukje tekst kan bieden.’
‘& Nu luister er niemand.’
‘Nee, niemand luistert, niemand ziet iets, hooguit de mexicaanse hond, & ik heb rust. Ik ben bang dat als de site ’t weer doet, ik niet meer kan schrijven.’

We moeten weer moeten in Zijperspace, tbv de innerlijke rust.

huishoudelijk

Wegens de verhuizing van m’n server heeft Zijperspace ongeveer een etmaal plat gelegen. Bovendien is de verbinding wellicht vanaf heden wat langzamer, maar dat zal men slechts merken als men aandachtig oplet. Om niet té veel dataverkeer te genereren heb ik alle mp3’s weggehaald & de links naar de betreffende stukjes weggehaald. Ik vond ‘t niet zinvol die in de kolom aan linkerzijde te blijven vermelden.

Voor de rest heerst er een buitengewoon gebrek aan inspiratie, heden ten dage in Zijperspace.

bijbelrijk

‘Maar ik heb de bijbel,’ heb ik als weerwoord.
Ik heb er gister al iets in opgezocht. Lucas 8. Dat ze de boot nemen, er een storm op komt zetten & Jezus de storm maant te gaan liggen. & Dat alles in de nieuwe vertaling. De oude vertaling heb ik ook staan. Maar die gebruikte ik slechts zelden.
Geen mp3-speler, wel de bijbel.
Of ik dan gelovig ben opgevoed?
Vragen ze. ‘Ze’ zijn hun die er geen hebben, of hun die verbaasd zijn. Mp3-speler is bijbel geworden.
Ja, antwoord ik, elke zondag naar de kerk, 1e communie, vormsel, bidden voor & na ’t eten, kerst, maar geen biecht.

Zou ik dan zijn gaan bidden, vlak voor slapen gaan, stel dat ik was blijven geloven? Als ik me uitgekleed had, tanden gepoetst, mezelf bewogen richting bed. & Ipv de koptelefoon op m’n hoofd een streng & lang gebed.
Als kind bad ik dat de vervelende jongens uit de klas op zouden houden. Of dat Carel nou eens niet voorgetrokken zou worden. Of dat ik een groot nieuw spel voor Sinterklaas zou krijgen.

Tot eergister luisterde ik naar Het Bureau bij ’t slapen gaan. Aflevering 114, daar was ik gebleven. Nog 250 & veel geduld te gaan. Geduld om te kunnen wachten tot alles uitgezonden & beschikbaar op internet zou zijn, zodat ik ’t kon overzetten op m’n speler & ’t mee naar bed kon.
Ik luisterde, zonk weg, schudde mezelf wakker, toch zeker ’t einde van de aflevering moest ik zien te halen, & werd vervolgens ergens midden in aflevering 120 wakker, enkele uren later.

Nu heb ik de bijbel. Als ik ‘m optil, ‘m met m’n ellebogen m’n ogen voorschotel, krijg ik pijn in m’n nek. Die wil de laatste tijd niet meer van die dikke pillen. Stroef beweegt m’n nek me vervolgens de dag door. Een trage koppijn meezeulend.
Dus lees ik andere boeken. Zoek in de bijbel op wat ze in die boeken bedoelen. Zoals ’t woordenboek ook altijd beschikbaar is.

Ach, m’n oren gaan er tenminste niet aan. Door ’t drukke verkeer naar m’n werk racen, een stampende dreun om de monotone trapbewegingen, ’t uitzicht van alledag te vergeten. Altijd net iets te hard, oorbeschadiging tot gevolg.
Nu kan ik tenminste weer in volle bewustzijn de auto’s voorbij horen ronken, de bouw van flats, de sirenes van hulpdiensten, een krijsend kind in kinderwagen, in stereo dolby surround meemaken. Een verplicht gesprek in de trein, omdat ik me niet dmv oordoppen heb afgesloten van de rest van de reizende wereld.

Ik ben er weer. Ik leef weer ’t leven van alledag. Geen dromen, geen afsluiten van de rest. Slechts de boeken voeden.

Toch blijven de deuren nog even gesloten in Zijperspace.

bekering

‘Dit was m’n 3e,’ zei ik.
Ik legde de verpakking neer op de toonbank.
‘Sorry, wat bedoelt u?’ vroeg verkoper Maarten.
Als ik 1maal aan de beurt ben, lees ik onmiddellijk de naam van de medewerker in kwestie & prent die in m’n hoofd. Die kan ik later tegen hem gebruiken. De waarheid van mijn woorden kracht bij zetten. Wouter, Dennis, Steven, Remco & nu Maarten. Ze zaten allemaal, op chronologische volgorde, opgeslagen in m’n geheugen.
‘Dit is de 3e mp3-speler in 1½ maand die ’t bij mij begeven heeft,’ antwoordde ik. ‘Deze heeft ’t welgeteld 2 dagen gedaan. Woensdag gekregen ter vervanging van de kapotte 2e & sinds gisteravond niet werkend.’
‘Ik zie dat hij nog wel wat doet,’ zei Maarten eigenwijs, mijn autoriteit van getergde klant ontkennend.
‘Jawel, hij loopt de hele tijd door,’ reageerde ik op zijn vaststelling, ‘maar daar is alles mee gezegd. Geen enkel knopje doet ‘t. Als je iets anders wil luisteren dan wat je voorgeschoteld krijgt, dan lukt dat niet. ‘tZelfde probleem overigens als bij de voorgaande 2 exemplaren.’
‘Oh, vreemd. Ik heb nog niet eerder van dit probleem gehoord bij de Creative Zen Touch.’
Creative Zen Touch, zo heet ’t ding. Zen Touch staat voor ’t systeem waarmee je al aaiend met je duim door ’t menu kan scrollen. Creative is de boosdoener die ’t apparaat op de markt heeft gebracht.
‘& Ik heb 3 versies van ’t artikel mogen gebruiken die voortijdig de geest gaven,’ zei ik. ‘Ik vind ’t eerder vreemd dat jij daar niets over gehoord hebt. ’t Is een product dat niet verkocht zou moeten worden.’
‘Vervelend,’ zei Maarten beleefd meelevend.
‘Ja, ’t is vooral vervelend omdat ik nu al voor de 6e keer hier ben. Elke keer is ’t een kwartier heen fietsen & een kwartier terug. Vervolgens sta je meestal een kwartier in de rij & ben je uiteindelijk een uur van je vrije tijd kwijt.’
Maarten knikte begrijpend, maar ik ging verder.
‘Ik heb ook geprobeerd met Mycom via i-meel in contact te komen.’
Ik haalde 2 a-4tjes uit m’n jaszak tevoorschijn & wees daarop de data van verzenden aan.
‘Mijn klacht heb ik op 27 oktober verzonden. Pas op 11 november krijg ik een reactie.’
‘Da’s wel heel laat.’
‘Vind ik ook. Schandalig eigenlijk. Maar dat is nog niet zo erg als de fabrikant. Die heb ik ook een i-meel met klachten gestuurd. Daar heb ik nog steeds niets van gehoord. Ja, ik mocht een enquête invullen over hoe de service via internet functioneerde. Maar niets kreeg ik te horen over de gebreken die de Zen Touch vertoonde.’
‘Wilt u misschien een ander model?’
‘Nee, ik heb er eigenlijk genoeg van. Van Creative & van Mycom. Voorlopig wil ik er niks meer mee te maken hebben.’
‘Dus u wilt uw geld terug?’

‘Zit er een cadeau bij?’ vroeg de verkoopster.
Voor haar lagen de Bijbel, Wolkenatlas & de Geschiedenis Kalender 2005. Totaal ter waarde van een ¼ mp3-speler. Voor ‘t 1st in m’n leven had ik met een 100 eurobiljet betaald.
‘Mag ik wel met een biljet van 100 betalen hier?’ had ik nog gevraagd.
Zij had ijverig geknikt & ’t biljet onder de lamp gelegd. Goedgekeurd.
Of er een cadeau bijzat.
‘Nee, ’t is allemaal voor mezelf,’ zei ik met een glimlach.
Daar zit meer in, dacht ik.
‘Ik ga mezelf bekeren,’ voegde ik er daarom maar aan toe.
Ze lachte met me mee.
‘Veel plezier met de bekering dan.’
& Ze overhandigde me ’t stapeltje. Verpakt in ’t algemene Scheltema-papier. Zonder kom je de winkel niet uit.

In stilte gaan we wederom op zoek naar ’t woord in Zijperspace.

ontbijtwaardering

Ik bedenk ’t me terwijl ik mezelf dwing nog een hap van mijn met tonijnsalade bekleed ontbijt te nemen: mensen zouden ’t moeten weten.
Er heerst al genoeg onwetendheid op deze wereld, vervolg ik, dompel ondertussen ’t theezakje in ’t kokende water, hef ‘m op, dompel ‘m wederom, om dit over een periode van ong 10 seconden te blijven herhalen, mijn hoofd ondertussen vullend met algemene verontwaardiging.
‘Algemeen’, daar ’t niet wereldschokkend is wat ik bedenk, waar ik m’n ochtendlijke humeur door laat beïnvloeden, maar wel van dien aard dat eenieder in deze nederlandse samenleving er dagelijks mee te maken kan hebben. Behalve dan misschien de junkies met hun yoghurt- & vlapakken, die met wat extra aandacht zorg willen dragen voor hun toch al licht ontvlambare darmstelsel, & niets van doen hebben met boterhamvulling zoals ik mezelf voorgeschoteld heb. Hoewel ook zij baat kunnen hebben bij ’t uitwerken van mijn plannetje, dat, terwijl ik aan de volgende fase ben gekomen van de bereiding & daarmee gepaard gaande consumptie van m’n day-starter, om ’t dagelijkse ritueel ook even in een modern, hedendaags jasje te steken; dat de gebruikers, de afhankelijken, de afnemers, de geldtoeleveranciers van de grootste dealer van Nederland eens op een waardige manier zal keuren.

Om bij de tonijnsalade te beginnen: uit 5 sterren krijgt die er hooguit 1.
Toelichting: de helft van de tonijn zwemt nog ergens in de oceaan rond. Om dat te verbergen heeft men de andere helft van ’t beest ondergedompeld in een alles verstikkend papje, om ’t met extra chic te omhangen door ’t in de productbenaming de toevoeging salade te geven.

Dat zou dan voor iedereen toegankelijk moeten zijn. Iedereen geeft cijfertjes, sterretjes of wat maar enigszins een overzichtelijke score kan bewerkstelligen voor de diverse artikelen & iedereen kan op even democratische wijze die uiteindelijke cijfertjes dan wel sterretjes tot zich nemen alvorens de supermarkt te betreden om ’t beleg van de volgende dag te komen bekomen.
Excuseer, misschien wel van dezelfde dag, maar ik ben nu 1maal gewend ’t ontbijt reeds de dag vóór verorbering in huis gehaald te hebben.

Om door te gaan met de lichtbelegen kaas: uit diezelfde democratisch bepaalde 5 sterren, maar dit alleen maar om alvast een richtlijn, een schets te geven van hoe ’t zou kunnen, zou de kaas er ook slechts een magere 2 kunnen behalen, wat mij dan aangaat.
Toelichting: dat ligt vooral aan de verpakking. Zo’n plastic omhulsel, amper te dwingen tot hersluiting, waarbij de houdbaarheidsdatum, wel zeer ruim genomen & waarschijnlijk met de dikke vinger in de pap van pappa Albert, waarschijnlijk de ijdele hoop inhoudt dat ik mijn darmflora zal verrijken met een wit goedje ipv die gezond ogende gele bonk waarmee ik ooit de supermarkt verliet. Nee, ik aanschouw altijd zorgvuldig de boven- & onderkant van datgene dat door mijn mond mijn lichaam binnen moet & alles wat wit ziet wordt daarbij vermeden, tenzij ’t omschreven staat als zijnde de bedoeling van ’t artikel. Meestal komen dat soort producten niet op mijn boterham terecht. Bedoeld wit of onbedoeld wit.

Internet is een uitstekend medium voor dit initiatief. ‘t Zou een geheel gratis service kunnen zijn, gefinancierd uit de gelden die de overheid extra verdient op de supermarkten dankzij een speciale ontbijtheffing, maar daardoor waarschijnlijk toch wel weer uit de portemonnee van de doodgewone consument gepurd zal worden, doordat alles altijd doorberekend wordt naar degene die de minste draagkracht heeft, zeker als men ziet hoe royaal Koning Albert, of dan in ieder geval hij die leeft als een god in Frankrijk dankzij de opbrengsten van z’n grootgruttersbedrijf, hoe zulke mensen ongestoord kunnen genieten van de juiste belegging op de juiste boterham.
Ik dwaal af. Internet zou een uitstekend medium kunnen zijn voor ’t kenbaar maken van de volgende cijfers.

Filet americain met pesto: 3 uit 5 sterren.
Toelichting: ’t haalt net niet de 4, omdat je na 3 dagen ’t gevoel krijgt dat je jezelf een overdosis ongekookt, ongebakken vlees toe te hebben gediend.

Groene tapenade: 4.
Toelichting: dat ligt vooral aan ‘t feit dat ’t de oninteressante 1-dimensionaliteit van de jong belegen kaas weet te verbloemen, de boterham smaak geeft & ’t algehele goedje luchtig & gesmeerd door de keel weet te spoelen, alsook dat ‘t door ‘t vettigheidsgehalte ’t verlaten van ’t lichaam enkele uren later wederom gemakkelijk doet verlopen.

1-Persoons Pickwick theezakjes: 5.
Toelichting: omdat ik niet van veranderingen houd. Alles moet ‘tzelfde blijven, maar vooral de thee waarmee ik doorgaans de dag begin. Anders zou niks meer gewoon zijn of ooit nog worden.

Hier rust ik mijn kaas in Zijperspace.

stilte

Slechts een korte mededeling, voor de rest heb ik vandaag toch geen tijd om een stukje te schrijven.
Aangezien ik m’n server ga verhuizen & er daardoor minder dataverkeer gegenereerd kan worden, zie ik mijzelf genoodzaakt de mp3’s van Zijperspace te halen (ze worden over ‘t algemeen toch alleen maar gebruikt door mensen die via zoekmachines hier terecht komen, ondanks verwoede pogingen van Xiffy dit via een scriptje te voorkomen).

Tot 30 november heeft men nog de tijd om ‘t ‘geluid uit Zijperspace’ aan te horen.