de staf van sinterklaas

Ik ben gewoon een moeilijk mens,
Alles moet steeds weer perfekt,
Bedenk ik eindelijk weer ‘ns leuke nonsens,
Wordt ik door dat streven zelf genekt.

Ik besloot daarom maar ‘t metrum weg te laten
Bijna geen enkel rijm krijgt immers dat ritme mee,
Ik laat ‘t gewoon klinken zoals de mensen praten,
& Geef ‘t daarbij ‘t schema ABAB.

Ik had op een gegeven moment bedacht
Dat men in Nederland gewend is om rijmpjes te verzinnen,
Er wordt alhier nu 1maal van iedereen verwacht
Dat men alle aspekten van pakjesavond kan beminnen.

Welk kind heeft er niet
Genoten van ‘t samenzijn met ‘t gezin
& De aanwezigheid van Sint & Piet
In de vorm van veel kado-gewin.

Naarmate men allengs iets ouder groeit
Komt steeds meer van de waarheid naar voren,
Raakt men soms op een andere manier geboeid
& Gaat men pogen zelf de medemens te bekoren.

Een kado van Sint, daar hoort een gedichtje bij,
Met een verpakking om bij weg te dromen
De totale surprise dient als leuke pesterij,
‘t Kado is misschien slechts mooi meegenomen.

Met een sinterklaasrijm iemand anders aandacht geven,
Ik dacht, dat moet toch ook in Weblogland kunnen,
We roepen gelijk ‘t fenomeen ‘stokje’ weer tot leven,
Om omstebeurt elkander wat rijmelarij te gunnen.

Wacht! We kunnen ‘t geen ‘stokje’ noemen,
Want wat is Sinterklaas zonder staf?
Dat is als Holland zonder bloemen,
& Een uitvaartcentrum zonder een graf.

Sint is zonder staf niet compleet,
Zoals de paus zonder God niet gelooft,
Een timmerman doet ook geen reet,
Als hij van z’n hamer is beroofd.

Zodoende kwam de staf van Sint in Zijperspace tot leven,
& Werd ‘t vervolgens weggesmeten, maar niet op goed geluk,
Want ‘t kwam uiteindelijk niet voor niks aanzweven
Op ‘t podium van de bovenstebeste lieve Puck.

Zijperspace zou zonder Puck misschien ook wel hebben bestaan,
Maar ze werkte als een soortemet katalysator,
De pen/’t toetsenbord was door haar niet meer te weerstaan,
Ze werd door haar teksten de grootste inspirator.

Dus haar is de eer als 1e gegund,
Na hiervandaan wat gestuntel & beuzelpraat,
Om te laten zien dat zij ook in rijmen uitmunt,
& De staf vervolgens over te dragen aan een volgende kandidaat.

De staf begon z’n race in Zijperspace.

achteraf

Had men mij niet van te voren kunnen vertellen dat de vermoeidheid na afloop van ‘t weekend groter is dan ervoor? Of is dat een regel die zich slechts bij mij doet gelden? Uit gebrek aan ervaring hiermee.
Ik begon net in de stemming te komen. M’n verlangen naar vrijheid was dermate gegroeid dat ik reeds dromen had over eeuwige opsluiting in m’n eigen huis. & Dan maar wachten tot iemand over ‘t hek m’n tuin in zou klimmen om bruusk m’n huis binnen te vallen. Dat men ihkv een nieuwe oorlog pas er achter komt dat ik lekker ongemoeid m’n eigen leven leidde (zoals die japanners die teruggevonden werden in ‘t oerwoud, jaren later, de oorlog was allang afgelopen; maar dan zonder angst). Dat was de heerlijke droom aan de vooravond (eigenlijk de ochtend voor) van opnieuw naar m’n werk moeten.
Verder had ik ook geen zin meer om geld te verdienen. Laat de boel maar de boel. Van mij mochten ze allemaal, maar ik hoefde geen xtraatjes meer.
& Ik wilde weer ziek worden. Om dagen achter elkaar onder totaal geen druk de dagen door te komen.

Kortom, ik kan niet zeggen dat ik opgeknapt ben van ‘t weekend. Ik wil alleen maar meer van ‘tzelfde.

In Zijperspace heeft men 2 weekenden nodig om bij te komen.

migraine

Dankzij Els weet ik dat ‘t de week van de hoofdpijn is. & Dat er zelfs in ‘t kader hiervan een testje is ontworpen. Zodat men te weten kan komen aan welk soort hoofdpijn men lijdt.
Met in m’n achterhoofd de zeer specifieke kenmerken van aura’s die mij een enkele maal per jaar lastig vallen & de daaropvolgende scherpe steek die ong een uur lang in m’n hoofd blijft hangen, kwamen de test & ik tot de volgende conclusie:

Uit deze test wordt niet meteen duidelijk waar uw hoofdpijn vandaan komt. Misschien zou u de test nog eens kunnen doen om na te gaan of u andere aanwijzigen wellicht beter herkent.

Enigszins teleurstellend evengoed. Slechts 4 vragen mocht ik beantwoorden & dat was ‘t resultaat. Moest ik in de antwoorden m’n geslacht veranderen om tot een eenduidiger conclusie te komen? Mijn hoofdpijn/migraine wordt niet erkend, zo lijkt ‘t.

Vanavond opnieuw de test gedaan. Ik had plots hoofdpijn zoals ik ‘t alleen maar vanuit m’n jeugd wist te herinneren. Na een genoeglijk ochtend rustig aan, een middagse wandeling in de frisse lucht over de strekdam ‘t IJmeer in & enkele afsluitende biertjes, dit al in ‘t aangenaam gezelschap van Rachel, barstte de pijn totaal onverwachts los. Scheel, bonkend, de kop scheef trekkend. Ik werd geveld voor enkele uren.
Tijd om de internetdokter wederom raad te plegen. Dit echter pas op ‘t moment dat m’n ogen ‘t weer aankonden ‘t computerscherm te aanschouwen. Zou mijn pijn ditmaal wel serieus genomen worden, zo was mijn vraag.

Uw klachten wijzen op migraine. Aangenomen wordt dat 15% van alle vrouwen en 6% van alle mannen last heeft van migraine.

‘t Vreemde vind ik echter dat de hoofdpijn, de migraine die mij al sinds een 10tal jaren 1maal per jaar overkomt, niet herkend kan worden als zodanig. Terwijl een plots wederkeren van de hoofdpijn uit m’n jeugd wel gedefinieerd staat. Als migraine.

Ik schaamde me dood indertijd. Mijn vader schreef briefjes voor conrectrice Küppers ter uitleg van mijn afwezigheid. Migraine, zo liet hij weten, dwong Ton ertoe afwezig te blijven, de dag van gisteren.
Kom op, Pa, dacht ik toen, ‘t is alleen maar hoofdpijn. Ma heeft migraine. Ik slechts een milde vorm van hoofdpijn.

Evengoed frappant dat de week van de hoofdpijn door mijn hoofd mede gevierd kon worden.

In Zijperspace is ‘t altijd feest.

sint schrijft

Uitnodiging voor m’n neefjes & nichtjes:

Lieve Jana/Luka/Shinn/Jet/Lola/Billy,

De regel-Piet is weer druk bezig geweest (hij was er zo’n beetje het hele jaar mee in de weer). Hij heeft een rooster gemaakt, zodat alle kinderen dit jaar weer door ons bezocht kunnen worden. Iedereen wil tenslotte pakketjes van mij ontvangen. Helaas kunnen ik & m’n Pieten niet overal op dezelfde dag tegelijk zijn. Ik ben ondertussen de jongste niet meer, moeten jullie weten.

Eigenlijk waren we van plan om jullie dit jaar maar over te slaan, omdat we gewoon geen gaatje konden vinden, maar op ‘t laatst bedacht Piet dat jullie ook een oom in Amsterdam hebben wonen. Precies in de buurt waar we op 4 december van plan waren ons op de daken te begeven.

Willen jullie dus dit jaar kadootjes hebben, dan adviseer ik jullie om op 4 december de middag door te brengen bij jullie Ome Ton. Heb je daar geen zin in, dan kan ik helaas de spullen niet achterlaten die ik voor jullie uit Spanje heb meegenomen.

Groeten,

Sint.

Als de neefjes/nichtjes nu niet durven komen richting Zijperspace….

PS: Verdorie, wat is ‘t schrijven van dit soort stukjes vermoeiend. Vooral als ‘t 6 maal opnieuw op papier gezet dient te worden. De laatste 2 heb ik dus maar uitgeprint. Met de handtekening van Sint als troost. & Natuurlijk ten teken dat ‘t een serieus te nemen bericht is.

wakend

‘t Weekend is geen succes. In ieder geval niet tot op dit moment. ‘t Ritme klopt niet. Ik ben wakker als ik hoor te slapen, & ik slaap als ik wakker hoor te zijn. Nachtmerries & dorst zorgen voor ‘t omkeren van de tijd. & Anders keert een bepaalde hoeveelheid geruststellende drank de boel wel om. Vanaf ‘t begin van de avond is er een xtra faktor bijgekomen: maagkramp. Sambal, eigenlijk.

Vanochtend bedacht ik me opeens dat ik al volwassen was toen m’n jongste collega geboren werd. Ik lag nog maar 3 uur in bed. Ik zou slaapdronken moeten zijn, ging er door m’n hoofd, & me met niets anders dan slaap moeten bezighouden. Ik zou me zeker niet druk moeten maken over dit soort zaken.
Maar ‘t hek was van de dam. De gedachtenstroom was al op gang gekomen. De sluizen geopend. M’n gedachten lieten terugkeer naar kalmer water niet meer toe.

Spookbeelden gingen er door m’n hoofd. Van hoe ‘t vroeger was. Flarden. Toen ik dezelfde dingen deed als m’n collega. Ik zag mezelf pogingen ondernemen een skateboard te besturen, mezelf voort te bewegen op ‘t plankje met wielen. & Tegelijkertijd zag ik mezelf zo oud zijn als m’n vader nu.

De slaap die ik vannacht tekort gekomen ben, heb ik vanavond ingehaald. Ik heb ‘t niet tegen kunnen houden. Opeens werd ik wakker. Tegen ‘t eind van de avond aan. Ik wist me niet eens te herinneren dat ik was gaan liggen.

Momenteel word ik wakker gehouden door de turkse pizza. Elke 15 minuten dwingen de krampen me de wc te bezoeken. & Ik weet inmiddels weer hoe hete sambal voelt. Slechte sambal vooral.

Ik sukkelde vanochtend af & toe in. Speciaal daarvoor had ik de radio aangezet. Monotone muziek afgewisseld door een blèrende dj gaf me de gelegenheid afwisselend kalm weg te dutten & obstinaat wakker te zijn.
Maar vaker nog werd ik strakgetrokken door de gedachte dat ik ooit zou sterven. Als m’n jongste collega die leeftijd had, dacht ik, dan zou ik datzelfde aantal jaren ouder misschien wel dood zijn. Of anders zou ik tegen die tijd zijn vergeten wat ik nu allemaal denk. 20 Jaar verder & dood zou niet meer dan een normaal verschijnsel zijn. Ik was zeker al op de helft van m’n leven. Of er overheen.
Rillingen liepen over m’n rug. Ik moest ergens anders over nadenken. Liever helemaal niet.
Dus wenste ik mezelf dood, dacht ik automatisch verder.

Dat houdt je wakend. Anders verkrampingen in je darmen wel. Ik voel momenteel ‘t hete vocht langs de wanden ervan kruipen. Elke slok die ik neem aktiveert een kramp. Waardoor ik gedwongen word de wc in rap tempo te bezoeken.
Amper m’n ogen open houdend lees ik verder. M’n boek ligt open voor me op de wasmand. Voorovergebogen hang ik boven de plee.

Ik wacht tot de slaap de overhand krijgt in Zijperspace.

noodzaak

Een weekend vergt een vooropgezet plan. Anders werkt ‘t niet. Anders word ik achternagezeten door gevoelens van jammer, spijtig, helaas, & ‘ik had toch beter kunnen weten’.

Ik probeerde voornoemde gevoelens vanmiddag een beetje te ondervangen door wat voor mezelf te kopen. Een cd, een boek. & Alvast info in te winnen over m’n geplande grote aankoop. Mocht ‘t zo zijn dat ‘t alternatief aantrekkelijker is, dan zou ik zo overschakelen, indien nodig. Niet dat ‘t inwinnen van info resulteerde in meer duidelijkheid omtrent de uiteindelijke aanschaf. ‘t Werd er eerder onoverzichtelijker van. Zoals m’n hoofd onoverzichtelijker werd naarmate de uren verstreken.

Ik liet me leiden door impulsen. Koop-impulsen. Impulsen om rechtsaf te gaan. Impulsen om een biertje te gaan drinken. Impulsen om m’n boek toch maar thuis op te halen, want eenzaam in de kroeg vergt een boek. Oftewel een vooropgezet plan.

De stad is grauw voor mensen die zichzelf geen doel hebben gesteld. Elke pui staat er om gepasseerd te worden. Geen enkele etalage lonkt. De kroeg is leger dan ‘t achtergelaten huis. ‘t Hoeft nogeneens te regenen om de herfst tot in ‘t bot aan te voelen in een grauwe stad.

‘t Helpt niet je gemoed te sussen door ipv de reeds in huis gehaalde boodschappen om te zetten in een maaltijd, jezelf te trakteren op een turkse pizza. Niet bij mij in ieder geval. Zeker niet als de turkse bakker, die de hulpvaardigheid van ‘t reguliere meisje moet opvangen, doof is. Al helemaal niet als ‘t plots verschijnende meisje vervolgens de sambaltube leegspuit op de koude pizza. De dove bakker had m’n hint niet begrepen. ‘t Meisje kon de hint dus ook niet overnemen.
Zelfs planning helpt daar niet tegen. Nooit meer pizza kopen misschien wel. Een mens dient drastische maatregelen te treffen indien de omstandigheden niet meewerken. Ook al is ‘t slechts achteraf.

Men had wellicht beter kunnen weten in Zijperspace.

klak

M’n grootste ergernis, bedacht ik me vanmorgen, moet toch wel de deur naar de tuin zijn. Die van de keuken naar de tuin. Misschien moet ik zeggen: de vuilnisbak & de tuindeur. Of eigenlijk ben ik ‘t gewoon zelf waar ik me behoorlijk aan kan ergeren.

Ik heb nooit last van een ochtendhumeur. Voor mensen die daar wel onder gebukt gaan ben ik tijdens die ochtendlijke uren waarschijnlijk een afschuwelijk vrolijke verschijning. Stralend, alsof ik de morgenzon zelve ben. Zeker in zulk gezelschap.
Tuurlijk heb ik wel ‘ns te lijden onder een minder tevreden gemoed, maar dat spreidt zich dan uit over de gehele dag, niet slechts de morgenstond. Daarnaast zal dat mij niet aanzetten tot ‘t afsnauwen van anderen. Mijn humeur is dan meer introvert.

Dat wil niet zeggen dat ik me niet zou kunnen irriteren. Ook ‘s ochtends vroeg. Juist ‘s ochtends vroeg. Zeker bij ‘t verwijderen van afvalmateriaal.

Laat ik ‘t simpel illustreren.
Ik smeer ‘s ochtends enkele boterhammen aan de aanrecht. Op een gegeven moment ontstaat er restmateriaal. Spul dat de vuilnisbak in kan. Ik heb weliswaar een prullenbak naast de koelkast staan, maar die gebruik ik liever niet. Ik ga niet uitleggen waarom; is niet belangrijk voor ‘t de rest van ‘t verhaal. De vuilnisbak staat buiten. Ik draai derhalve de sleutel van de deur om, haal de schuif er af, duw de klink naar beneden, geef vanwege klemmen een ferme tik met m’n linkervoet tegen de onderkant van de deur & hel over om de vuilnisbak te openen. Afval weg.
Weer naar binnen. De deur sluit ik opnieuw af. Uit angst dat ik ‘t anders vergeet.

Klinkt niet zo erg. Dit kan geen irritatie veroorzaken bij een normaal mens, zou men kunnen veronderstellen. Zo ook bij mij niet. Ook niet ‘t achtereenvolgend geluid dat erdoor veroorzaakt wordt. Waarbij vooral de schuif een karakteristieke ‘KLAK’ veroorzaakt. Zelfs dat roept geen ergernis op.

Ware ‘t niet dat ik deze handelingen elke ochtend toch zeker 3 keer verricht. Steeds in de veronderstelling dat ‘t deze keer toch echt de laatste keer zal zijn. Er zal zich niet meer afval gaan vormen; ik zal niet meer naar buiten hoeven neigen voor ‘t verwijderen ervan. ‘t Is tenslotte in de keuken al koud genoeg; men wil zo min mogelijk de koude buitenlucht op de huid voelen.
Bij de 1e keer denk ik dat al. Bij de 2e keer denk ik dat net zo sterk als bij de 1e, maar ‘t feit dat ik een foute vooronderstelling had gemaakt, irriteert. Maakt me kriegel.
Bij de 3e maal dezelfde handelingen verrichten, geef ik de deur een welverdiende gemene trap. Precies dezelfde trap als daarvoor, maar nu is de intentie erachter anders. Naast ‘t willen openen van de deur (vanwege ‘t klemmen heeft-ie nog steeds wat stimulans nodig), wil ik nu ook gemeen zijn, ‘m ‘ns lekker laten voelen dat ik ‘t niet pik.

Vanochtend zag ik door ‘t keukenraam dat een kat in mijn tuin bedachtzaam om zich heen aan ‘t kijken was. 1st Lekker snuffelen, zo ong op de plek van ‘t Kattekruid, z’n achterste manoeuvreren, & vervolgens z’n blik op oneindig, ten teken dat hij in de dumpstand stond.
Op dat moment heb ik m’n irritatie omgezet in een weldadig gevoel. Begeleid door ‘t oorstrelende felle geklak van de schuif, ‘t draaien van de sleutel & de trap tegen de deur, bezorgde ik de kat een hartverknettering. Een plantenspuit zou minder effektief zijn geweest.

Tot zover de avonturen tijdens ‘t vrije weekend in Zijperspace.

sweater

M’n moeder vroeg me laatst waarom ik nog steeds die sweater had. Die zag er toch niet meer uit? Ja, maar hij is groen, zei ik, & hij zit zo lekker.
Ze had die vraag al eerder gesteld. Ik was bij haar langsgekomen met ‘t verzoek of ze enkele gaatjes wilde dichten. De 3e of 4e keer dat de sweater de operatie onder de naaimachine moest ondergaan.
Dat ding is toch niks meer, zei ze.

Ik zie de gaatjes in m’n rechtermouw ook heus wel. De gaatjes die m’n moeder niet meer op een onzichtbare manier kan wegwerken. 3 Minuscule gaatjes zijn ze echter in mijn ogen. Ontstaan in de periode dat ik nog blowde. Er zat meer stuff in de joint dan dat er tabak in zat. Dat veroorzaakte wel ‘ns een kruimelende askegel. Die op zijn beurt brandgaatjes in de bekleding van de bank, vloerbedekking of trui kon bewerkstelligen. Maar dat was bij de huisdealer; m’n moeder had er, naast de gaatjes in de sweater, geheel geen last van. De gaatjes gaan ondertussen al 15 jaar mee. Minstens. Indertijd was-ie al oud aan ‘t worden. & Ik was al even hardnekkig in ‘t weigeren ‘m weg te gooien.

Lang geleden heb ik ‘m bij C&A gekocht. ‘t Was rond de tijd dat ik straalverliefd op Mirjam was. Dat moet 20 jaar geleden zijn.
Bij C&A kocht ik nooit wat, maar deze sweater was meteen goed. Precies de juiste kleur. Dat zag ik al vanaf een afstand. We haalden ‘m uit ‘t rek & rekenden meteen af bij de kassa.
Ik moest alleen zorgen dat ik onopvallend ‘t winkelpand kon verlaten. Niemand mocht me zien. Zeker niet met een tas van dit mega-concern, de grootkapitalisten. ‘t Zou als politiek incorrect gedrag beschouwd kunnen worden.
Ik had gelukkig m’n moeder bij me. Men zou vast niet vreemd opkijken als zij een C&A-tas droeg. Helaas vond m’n moeder dat ik de kleren die ik had aangeschaft ook zelf moest dragen. Ik heb me toen ontzettend gehaast om zo onopvallend mogelijk weer bij de auto te komen.

Er zitten vele dierbare herinneringen aan deze sweater. Waar m’n moeder geen weet van heeft. Ik denk er zelf ook nooit bij na, maar ‘t zorgt er misschien wel onbewust voor dat-ie zo lekker zit. Ook al hangt-ie aan alle kanten.

Ik heb in deze sweater bijvoorbeeld liggen vrijen met Mirjam. Waarschijnlijk wel vaker dan 1 keer. Veel te warm. Daarom nooit te lang gedragen in een dergelijke situatie. Hij moest al snel uit. Ook aan kleren die uitgetrokken worden kan men zich gaan hechten.
Daarnaast had ik ‘m bijna elke dag aan in de periode dat ik net in Amsterdam kwam wonen. Vaak met Bob in de kroeg gezeten in die periode. Veel rook heeft-ie in zich opgenomen. Dat was te ruiken. Ik rook de volgende ochtend vooral de peuken die Bob van mij gebietst had.
Ik heb ‘m meegenomen op vakantie in de Ardennen. Zittend voor ‘t kampvuur om aardappels te poffen, met deze sweater tegen de avondlijke kou. Maar ook om kinderen aan me te laten sleuren. Hij werd gemangeld onder de sleurende kindervingers. Ik was nou 1maal populair bij de nederlandse kinderen. Waarschijnlijk de enige vrijgezel. Met een lekker sweater om aan te hangen.
De laatste jaren gebruik ik ‘m ‘s winters als xtra laagje, zodat ik geen dikke winterjas aan hoef. Dun laagje tussen andere dunne laagjes. Maximum aan bewegingsvrijheid.

& M’n moeder wil dus eigenlijk dat ik vele herinneringen weggooi.

M’n moeder verbood me ooit de boeken van m’n opa weg te gooien. Verkopen mocht al helemaal niet. Die boeken staan nog steeds in m’n boekenkast. Ergens in ‘t boek kan je zien dat ‘t van m’n opa is geweest. Ergens in een hoekje. Bovenaan. M’n moeder had dat nooit hoeven te benadrukken.

Nee, m’n sweater gaat niet weg. Ik heb al te veel kleren weggegooid. Er staat ergens in m’n sweater aangegeven dat ‘t ooit van mij is geweest. Je zou ‘t kunnen ruiken. Misschien moet je ‘t zien.
Ondertussen is de sweater me veel te groot. Helemaal uitgerekt door alles wat-ie heeft meegemaakt. ‘t Lubbert lang over m’n lichaam heen.

Buiten dat: ‘t is zo lekker warm, ‘s avonds laat in Zijperspace.
(& hij is groen)

stiekum

Vroeger schreven we ‘t woord stiekem als ‘stiekum’. Dat was heel gewoon. Iedereen deed ‘t. Je kon je niet voorstellen dat er een andere mogelijkheid was. Stiekum. Zo schreef men ‘t, op ‘t moment dat je leerde lezen & schrijven, simpel als wat.

Ik weet niet meer wanneer men, of eigenlijk: wanneer ik besloten heb om ‘stiekem’ te schrijven. Wanneer heb ik ‘t besluit genomen me te voegen naar de rest? & Wat deed de rest besluiten dat ‘t niet meer anders kon?

Wellicht stond ‘t te baldadig. Kum. Dat laatste stukje ‘kum’. Daar kon de nette burgerbevolking niks mee. Daar werd te veel fantasie mee aangesproken. Of een broeinest van ongehoorzaamheid. Want zo zie ik ‘t uiteindelijk: stiekum is pas écht stiekum.
Je gehoorzaamt niet aan de regels dmv stiekum. Je hoort er net niet bij. Je bent net te klein, te uitzonderlijk, te dwars; er wordt nog niet naar je geluisterd als je stiekum hanteert.

Maar plots merkte ik, zonder dat ik ‘t in de gaten had gehad, dat ik ook overgestapt was. Ik was blijkbaar ook een grens overgegaan. Een stapje te veel naar volwassenheid had ik gezet. Ik mocht blijkbaar niet meer van mezelf stiekum schrijven.
Ik kwam er alleen pas jaren later achter. Toen ‘t al te laat was. Stiekem was inmiddels stiekem. Ik kon al niet meer anders.

Men conformeert. Men wordt ertoe gedwongen te conformeren. Als men niet conformeert, wordt men gezien als moeilijk. Dwars. Kinderlijk. Eigengereid. Maar vooral moeilijk.
Zo werd ‘t van de week letterlijk ‘voor de wind’ gezegd. Door iemand die zelf de schijn ophield niet te willen conformeren. Hij stelde zichzelf voor als kunstenaar. Maar kende de spelling van ‘t woord stiekum niet meer.

Alles moet ‘tzelfde blijven, vooral voor hen die niet kunnen begrijpen van hoe te ontsnappen aan een harnas dat knijpt, lucht wegneemt. Zulke personen willen dat iedereen dezelfde gevangenis beleeft als dat zij meemaken.

Ik schrijf stiekum. Ik heb besloten dat weer te doen. & Ik schrijf &. Net als dat ik ‘t schrijf. Ik kan niet anders. Ik kan me niet voorstellen dat ik nog kan leven als ik niet de mogelijkheid heb de tijden te herbeleven dat ik nog stiekum kon zijn.

Anders heeft Zijperspace geen recht van bestaan.

herfstblaadje

Ik heb ‘t gehad. In 2 weken tijd 6 avonden de deur uit is een beetje te veel van ‘t goede. Dat hoeft van mij niet meer zo zeer. Ik trek me liever weer terug in m’n kluizenaarsbestaan: alle avonden in m’n 1tje thuis. & Slechts de wijde wereld tijdens m’n werk.

”t Is echt ongelooflijk,’ zei ik vrijdags tegen m’n collega, ‘hoeveel mooie vrouwen je kan tegenkomen op een donderdagavond in Paradiso.’
‘Tsja,’ zei ze potteus, ‘waarom denk je dan dat ik zo vaak uitga? Zou je ook vaker moeten doen. Misschien kom je nog ‘ns iemand tegen.’
‘Nee, ik blijf liever thuis. Ik wil er geen moeite meer voor doen.’

Na afloop van ‘t optreden dat ik op maandagavond in ‘t Concertgebouw bijwoonde, zat ik met de altviool wat na te drinken.
‘Wat meteen opvalt als je in de zaal zit, is dat ik met m’n 38 jaar zo’n beetje de jongste ben van ‘t voltallige publiek,’ zei ik ‘m. Hoewel ik bij mezelf moest bekennen dat ik 2 personen had gezien die zeer duidelijk jonger oogden. ‘Voelt ‘t niet vreemd dat je op zo’n avond, eigenlijk elke keer als je met je kwartet optreedt, voor een groep bejaarden speelt?’
‘Daarom vind ik ‘t ook zo’n verademing om met Morcheeba op te treden,’ antwoordde hij, ‘dan komen al die 10-ers na afloop op me af om me te complimenteren met m’n spel. Al die jonge meisjes willen dan opeens een handtekening. Da’s heel wat anders dan de bejaardensoos in de kleedkamer van ‘t Concertgebouw.’

Gisteravond had ik als afsluiting van deze roerige periode een feest van Judith. Mensen van mijn leeftijd waren over ‘t algemeen uitgenodigd. Ofwel iets ouder. Eindelijk zou Judith een groots feest geven, zo was de bedoeling. Maar slechts een enkeling kwam opdagen. & Die enkeling had zich enorme moeite moeten getroosten om oppas voor de kinderen te regelen.
Er werd wel gedanst, maar zelfs dat vond te laat plaats. Toen ‘t zover was, waren enkelen reeds op huis aangegaan, vanwege ‘t ontbreken van sfeer. De vloer was zelfs tijdens ‘t dansen leeg te noemen.

Al enkele dagen hangt er een herfstblaadje buiten. Als ik door de achterramen de tuin in kijk, hangt-ie in de rechterbovenhoek van ‘t totaalbeeld. Alsof ‘t aan moet geven welke omroepvereniging mij dit voortovert.
Ogenschijnlijk lijkt ‘t nergens aan vast te zitten; de spinnewebdraden zijn door ‘t tegenlicht niet te ontwaren. ‘t Wappert daar op de wind, totaal los van ‘t balkon er vlak boven & de muur ernaast. ‘t Hangt, meer dan meedeinen op de natuurelementen doet ‘t niet. Eigenlijk had ‘t allang al op de grond moeten liggen, net als alle andere herfstigheden, maar ‘t vertikt ‘t om zich over te geven aan die vergetelheid. ‘t Lijkt alsof ‘t liever ergens tussenin wil blijven hangen.

Zo voelt ‘t ongeveer in Zijperspace.