schieten

Ik zit in de tuin voor me uit te staren, af & toe een blik in m’n boek werpend. Uit balorigheid pak ik de plantenspuit, die naast me staat voor ‘t verjagen van katten. Ik probeer de luizen op een stengel van een plant te raken. Daarvoor heb je een vette strakke straal nodig, maar dat wil niet lukken met deze plantenspuit. Ik heb al ‘ns geprobeerd ‘m bij te stellen; de straal wil echter niet dikker & coherenter worden. Hij schiet wel ver, de straal haalt de 2½ meter, maar op die afstand van nog geen meter is-ie niet nauwkeurig genoeg.

Ik had vroeger altijd een elastiek op zak. Zo’n dikke, die postbodes wel ‘ns in bundels aan hun stuur hebben hangen. Daarmee beschoot ik de vliegen. De vliegen die een pauze namen op de muur. Dat konden ze beter niet doen, want ik was op een gegeven moment best wel goed. Bovendien vond m’n moeder ‘t geen prettig gezicht: een muur behangen met vliegenlijkjes.
Ze nam m’n elastiek in, want ze kon moeilijk de vliegen verbieden op de muur te gaan zitten.
‘Wie heeft er nou een huis waarbij de muren bedekt zijn met vliegenlijken?’ zei ze dan.
Met zo nu & dan zelfs een spetter bloed, konstateerde ik daar voldaan voor mezelf achter aan.
De volgende dag had ik alweer een nieuw elastiek. & Ik schoot op de vliegen die op de lamp poogden te rusten. Dat konden ze beter niet doen, want dat was nog dichterbij voor mij.

Ik spuit gewoon aan 1 stuk door. Dan raak ik ze vanzelf wel. ‘t Geeft weliswaar minder voldoening, omdat ik niet kan konstateren met welk schot ik raak, maar af & toe zie ik dat er plots minder luizen op de stengel zitten.
& Als ‘t verveelt, ga ik weer lezen.

De verveling slaat echter niet zo snel toe in Zijperspace.

lezen

Maar Pa, ik zou willen dat je dit kon lezen (ook al zeg ik nog altijd u tegen u). Dat je dit kon doornemen, zoals je de stukken, notulen, de plannen, een enkele keer de repetities van vroeger doornam. Ik zou willen dat naarmate jij ouder wordt, je meer bewust wordt van ‘tgeen ik hier schrijf. Dat ‘t niet hier stopt, maar ooit opnieuw begint. Ooit.
Net als dat andere mensen ouder worden & lezen leren. Net als mensen die leren dingen begrijpen. Net als opgevoed worden & bijgebracht worden. Net als dat ik dat lang geleden heb gedaan.

Voorlopig zie ik je alleen maar dingen vergeten, ‘t overzicht verliezen. Ik zie alleen nog maar je angst voor de verkeerde weg, de massa die uit te veel mensen bestaat, de plek die niet thuis is, de vermoeidheid die mogelijk niet bij Ma uitgerust kan worden.

Ik zie je niet meer lezen. Ik zie je niet meer luisteren naar je jazz-cd’s. Ik zie niet dat je de dingen herkent. Ik zie je niet schrijven, in je stoel, achter je plank. & Vergaderen is er ook al een tijd niet meer bij.

& Kwaad. Wanneer was je voor ‘t laatst kwaad? Hoelang geleden was ‘t dat je de neiging had 1 van je zoons een oplawaai te geven? Wanneer was ‘t dat je teleurgesteld was in je collega’s?
Ik verlang soms naar je woede van lang gelee. Ik zou willen dat je ‘t niet met me eens was. Dat we ouderwets een onredelijke woordenwisseling hadden.

Pa, wanneer ga je weer lezen? Wanneer zal ik je weer lezen leren? Wanneer zal ik je leren lopen zoals ik ‘t van jou geleerd heb?

Zijperspace is onomkeerbaar.

ruim

Onderweg zie ik in de lege ruimte van ‘t voorbijgaand vergezicht een man wandelen met een hond. Nergens een huis, nergens een boerderij.
‘Hé, verdomme vent,’ denk ik, ‘wat doe jij in m’n ruimte met je lege hond? Ik bedoel: wat sta jij m’n leegte op te vullen terwijl een groen weiland mij genoeg was?’

Horizonvervuiling wordt bestreden in Zijperspace.

vooruit

Tuurlijk wil ik liefst ook vooruit rijden als ik in de trein zit. Maar dat is niet omdat ik misselijk wordt van achteruit. Ik word niet goed als mensen iets dergelijks van zichzelf beweren. Ik wantrouw dat soort mensen: ze willen blijkbaar aandacht voor hun zwakke gestel.
Laatst kwam een junk naast me zitten, terwijl er tegenover me 2 plaatsen vrij waren. Hij beweerde ook niet tegen achteruit rijden te kunnen. Daarna begon hij hele verhalen af te steken over andere kwalen die hij onder de leden had. Ik probeerde slechts verder te lezen in m’n boek, maar dat leek niet tot ‘m door te dringen.

Ik wil vooruit rijden omdat ik dan de horizon me tegemoet zie komen. & Niet de hele tijd bezig ben met afscheid nemen van de dingen die voorbij gaan.

Aldus boeken we vooruitgang in Zijperspace.

eno/byrne

In de tijd dat 'My life in the bush of ghosts' verscheen vond ik de hoes prachtig. Maar tijd maakt schoonheid vergankelijk. Daarom maar de 2 heren, de 2 helden van toen geplaatst.

Als een bezetene heb ik afgelopen week muziek van Brian Eno binnen zitten halen. ‘t Lukt me nu 1maal niet iets op m’n gemak te doen. Alles moet xplosief meteen, impulsief & fanatiek, vaak ook ondoordacht.
Pas toen ik alle nrs binnen had, ging ik uitzoeken wat ‘t allemaal was & van welke plaat ‘t 1 & ander afkomstig was.

Zo kreeg ik per ongeluk ook alle nrs van ‘My life in the bush of ghosts’ op m’n harde schijf, de plaat die hij samen met David Byrne had gemaakt. De plaat die ik al eerder had geprobeerd te downloaden, maar onder de naam David Byrne leken al die nrs geweerd te worden door Audiogalaxy. Beschermd of iets dergelijks. Zodat Audiogalaxy geen proces aan z’n broek kreeg van David Byrne.

Jarenlang had ik ‘My life…’ op niet meer dan een cassette; nooit heb ik de moeite genomen de cd te kopen. Eigenlijk schandalig: 1 van de mooiste & belangrijkste platen in de muziekgeschiedenis & ik schaf ‘m niet aan. Ik kopiëer ‘m slechts op cassette of haal ‘m van ‘t internet. Elke keer als ik bij m’n cd-boer ben, is er blijkbaar belangrijkere muziek om aan te schaffen.

Edoch, ik kan ‘m nu in ieder geval aan zetten wanneer ik wil.

Tenzij ik Zijperspace verlaat.

robbenoordbos

‘t Robbenoordbos moet meer zijn dan padvinderskampen in de herfst, dan wel de vroege lente. ‘t Zal vast ook meer zijn dan een verdwaalde tocht zonder ouders. Meer dan een weekendje pinkster of een dagje hemelvaart de nieuwe tent, de nieuwe vouwcaravan, de nieuwe voortent bij de gewone caravan uitproberen. Meer misschien ook dan een heuvel afglijden. Meer dan iemand een peuk zien roken. Meer dan over de brug hangen & in ‘t water spugen. Of kronkelpaadjes lopen die altijd ‘tzelfde blijven. De weg ernaartoe over bruggen, soms viaducten. Een donkere fietstocht waarbij weer de verkeerde weg ingeslagen wordt. Een race met anderen tegen ‘t verkeer in. Een strijd om een padvindersinsigne te halen door een blok hout in 2-en te hakken. Vastgebonden raken aan de eettafel. Donderslag in de zendtoren. Wind vanuit de zee. Een hopman die ‘t altijd beter weet. Groen, veel groen, maar niemand die ‘t uitlegt. Bomen die schijnen te huilen. Vogelgeluiden die altijd lijken op die van de uilen. Vuurtjes die slechts door volwassenen in de gaten gehouden kunnen worden. Sterke mannen die altijd de baas zijn. Koken op een primus. Gras om op te voetballen, hoewel: voetballen deden we nooit. Wijds & groots zoals bossen nooit meer zullen zijn. Soms, heel soms meisjes, ook al waren ze net iets jonger. Speurtochten die je zo lang mogelijk weg moesten houden. Nachten met 7 man in de tent, de loodzware canvas-tent. De HUDO, waarvan niemand de betekenis weet. Kuilen, metersdiepe kuilen, die niemand ooit meer zou ontdekken. Weg, weg van huis & daardoor nodig moeten poepen. & Ouders die daarom altijd wc-papier op zak hebben.

We gaan morgen de waarheid ontdekken in Zijperspace.

2e wind

Dan heb je ook nog die krachtige wind. De wind van toen, van hard ertegenop boksen, een zichzelf verschonende wind.
Die wind, die laat zich nu niet meer spreken, daarvoor ligt ‘t hier te ver weg van de oorsprong. Daarvoor ligt ‘t te ver landinwaarts.

Een wind van rechtopstaan ertegenin. Anders kom je niet vooruit. Een wind die van geen fluisteren weet, maar slechts bulderend streelt, langs armen & benen, middel & hoofd. Zodat je voelt dat je omhult bent door veilig. Veilig, want hij brengt je ook weer thuis. Alles spreekt vanzelf met zo’n wind, er is geen verduidelijking nodig, want eenvoudiger kan ‘t niet.
Een wind van golven, die je niet zullen overspoelen, maar wel de geur ervan met zich meedraagt. Van vreemde verhalen, reddingen & gedenkstenen. Een wind die je leert koesteren, waarderen, leert aanspreken & beantwoorden.
Een zachte ruis die schreeuwt om aandacht, & vraagt waarom hij in dit verlaten oord is neergezet. Die zich probeert te wreken, maar o zo teder z’n oor te luisteren legt. Een zachte ruis die kietelt, ‘t zand over je oren laat stromen, over je lendenen, je heup, je bovenbeen, je kuit, je voet, & je dan zegt dat je moet blijven.
Een smekend sterven op zomerdagen, die je achterlaat in eigen wateren, wateren die stromen, wateren waaraan je op zo’n dag juist tekort komt.
Een koelbloedig sterven op ‘t ijs, bij wakken & schotsen, & gierend zwieren laat toestaan, maar alleen vóór hem uit.

& Een wind die je uiteindelijk doet vluchten, voor ‘m uit, want zo heeft-ie je ‘t tenslotte geleerd. Een vlucht ondanks zijn aanwezigheid, een vlucht slechts voortgestuwd. Een vlucht die je vooroverblaast, laat voelen hoe hard de grond, hoe scherp ‘t fijne gruis. & Toch, toch, weg van daar.

Op ‘t laatst, als je ver weg bent, wil je slechts een neutrale wind, een lentebries, een tocht door kier.
Slechts af & toe herinner je je nog.
Weet je nog van lang gelee, toen & daar. Waar mensen rechtop stonden, vanwege. Waar ‘t ruisen bruisen was, waar alles waar, & niets iets.
Weet je nog, toen wind de dwingende gedachte was.
Weet je nog, van toen de wind.

& Zachtjes tikt de wind takjes tegen ‘t raam. Zachtjes drukt-ie je achterover, zachtjes strooit-ie zand in je ogen.

Zalig zacht stromen stralen waarachtige wind door Zijperspace.

wind

Weet u dat de wind hier heel anders is als tijdens de vakantie? Maakt niet uit waar ik zit in m’n tuin, ‘t waait hier gewoon anders. Hier bewegen de takken ook wel, net als daar, & neigen ze licht bij een grote aanval van dat wispelturig gegeven (afbreken heb ik hier nog niet meegemaakt), maar ‘t heeft toch een heel ander effekt.
Alles lijkt veel opener te staan, daar, tijdens de vakantie. Je ziet ook dat alles beweegt; beweegt op de ritme van de wind. De bladeren hebben er ook veel meer lol & zelfs takken lijken nog wel ‘ns te schuddebuiken. Zelfs een sombere storm brengt ze niet uit hun humeur.
& Alles is ook veel groter. & Langer. & Overdadig, zodat ‘t lijkt dat als ik een blaadje van een boom afruk, ik voel me dan evengoed schuldig zoals ‘t een gewezen padvinder betaamt, als ik zo’n blaadje afruk, dat ‘t dan lijkt of ‘t zich alweer heeft toegevoegd. Want zo oneindig is vakantie, van alles is er heel veel. Dus mocht je iets mee naar huis nemen, ga gerust je gang, lijkt ‘t te willen zeggen, maar wel 1st schuldig voelen, zoals ‘t een echte padvinder betaamt.

Ook de zon heeft z’n invloed. Hier heb ik bijv een pet nodig, anders leest ‘t niet prettig. & Ik baal als de zon verborgen is achter de wolken. Terwijl de vakantie mij ‘t gevoel geeft dat alles ‘tzelfde is. & Mocht dat niet zo zijn, dan heb ik altijd nog wel een trui in m’n rugzak.
Hier wil ik ook de boom verplaatsen voor een uur. & Baal ik ervan dat-ie toch nog bladeren heeft gekregen. Terwijl als ‘t straks warmer is, ik er dan weer heel anders over denk. Nee, dan moet die boom weer terug, op z’n oude plaats. & Waarom-ie zo weinig bladeren heeft, denk ik dan.
Daar ben ik gewoon zelf de sufferd, die zich laat wekken doordat de zon vrij spel heeft om ‘s ochtends vroeg een sauna te veroorzaken. Dan had ik de tent maar onder de juiste hoek onder een boom moeten zetten.

Ondanks dat ‘t hier anders waait, is ‘t toch wel een mooie wind. Deze wind houdt ook van mij; hij weet me gerust te stellen dat alles blijft, ook al lijkt ‘t dan een tijdje niet. & Ach, zegt-ie, dan zoek je straks die andere wind toch ff op. Dan weet je straks weer wat je aan me hebt.

& Dan kijk ik tevreden voor me uit, in Zijperspace.

rantsoen

Afgelopen woensdag was de paniek al toegeslagen: de deur van Berhout, m’n leverancier van alle ochtendlijke & middaglijke broodbeleggeneugten, zat dicht. Zonder mededeling aan mij vooraf was-ie blijkbaar op vakantie gegaan.
Dat komt er ook van als je slechts op woensdag boodschappen haalt, dacht ik, op zulke rustige momenten denkt die man nog niet aan z’n vakantie de volgende week.

Hevig teleurgesteld & volledig aan mezelf overgeleverd, alsof een junk die niet kon scoren, ben ik toen maar naar een 3e-rangsdealer getogen. Ik heb me filet americain ipv mousson de canard, russisch ei ipv kaastapenade, ham/prei-salade ipv ventricina & een blokje belgische kaas ipv portugese pikante worst aangeschaft. Niet te veel van dat al, wellicht dat Berkhout zaterdag wel open was.
Hevig teleurgesteld belegde ik m’n boterhammen met de div spullen die stuk voor stuk een fabriekssmaakje leken te hebben in vergelijking tot wat ik gewend ben.
Hevig teleurgesteld bestrooide ik enkele daarvan met nog wat xtra peper; de smaak van ‘t goedje zelf voldeed niet.
Hevig teleurgesteld heb ik alles opgegeten & me suf geflost vanwege de filet die geen afscheid van m’n tanden kon nemen.
Vanochtend had ik geen ontbijtvoorraad meer.

Zou ik van de week misschien te vroeg aan de deur zijn geweest, ging ‘t hoopvol door m’n hoofd. Gaat die man misschien pas na 9 uur open? Ik zou natuurlijk een kijkje kunnen nemen; ‘t zou zelfs kunnen zijn dat-ie slechts een paar dagen weg was.
Een wijs besluit: ik vond de deur open, de vitrines volgeladen met mijn favoriete variaties op ‘t ochtendmaal.
Ik besloot iets minder te nemen dan normaal, ik zou tenslotte woensdag alweer terugkomen. Tot ik een mededeling op 1 van de vitrines aantrof dat Berkhout ‘t z’n klanten durft aan te doen maar liefst 13 dagen op vakantie te gaan. Aanvang van z’n verblijf elders: zondag 2 Juni.
Mijn ontluistering van afgelopen dagen nog niet te boven, heb ik me 8 soorten paté aangeschaft, 2 tapenades & 3 salami’s & m’n vriezer volgeladen.

& Toch zijn we bang dat we deze hongerwinter niet doorkomen in Zijperspace.

bewegingen

Ik heb ‘t wel vaker waargenomen. ‘t Is blijkbaar een normale beweging, bedacht ik me voor een kort moment, toen ik ‘t gister weer ‘ns zag plaatsvinden. ‘t Heeft alleen geen doel. ‘t Is een beweging om de beweging, zonder enig nut, behalve dan ‘t tevreden stellen van mijn blik. Als men de verwondering ‘tevreden stellen’ mag noemen. & Dan nog is men er natuurlijk niet van bewust dat ik op ‘t moment van de beweging dat gevoel er bij heb. Men weet gewoonweg niet dat ik er getuige van ben.

‘t Ging ook erg onopvallend, zo totaal van niks bewust. Opeens was die hand daar & zette de beweging in gang. Terwijl de buren nog staande waren, een enkeling alweer kon gaan zitten, trok die hand een lijn, vol in beeld voor mijn ogen. ‘t Enige wat zich in mijn gedachten afspeelde was de vraag waarom ‘t plaatsvond, op dat onnozele moment, zonder dat er een gebaar aan vastzat, totaal onoverwogen.

‘t Kwam eigenlijk doordat er een man moest passeren. Hij wilde zichzelf ook een riant uitzicht op ‘t podium toebedelen, door op de voorste rij van ‘t balkon plaats te nemen. Liefst zoveel mogelijk in ‘t midden. Aangezien de meeste mensen automatisch aan de rand van de rij plaatsnemen, vormt zich zodoende wel ‘ns een obstakel van enkele mensen dik. Vooral als de persoon in kwestie pas enkele minuten voor aanvang die plaats in ‘t midden komt opeisen.

Omstebeurt stonden de mensen op, om zodoende ruimte te creëren, zodat de laatkomer kon passeren. Een noodzakelijk beleefdheidsgebaar waar men nou 1maal niet onderuit kan. ‘t Veroorzaakt een beetje ongemakkelijke situatie indien men er niet aan meewerkt.
Daar was ik overigens niet mee bezig op dat moment. Ik had op dat moment meer last van plaatsvervangende hoogtevrees. Dat gebeurt wel vaker, heb ik ook last van als ik op tv iemand langs ‘t randje van een hoge berg zie lopen. Ik durfde om diezelfde reden ook nooit te kijken naar die reklame van Brand bier. Waarbij een man op ‘t dak van een hoog flatgebouw met z’n schommel boven de diepte heen & weer zwaait. Ik krijg de hoogtevrees ipv de persoon die ‘t eigenlijk zou moeten hebben.

Die man loopt dus tussen de opgestane mensen & de rand van ‘t balkon van ‘t Concertgebouw in. Ik zie onmiddellijk de onmetelijke diepte die zich daar achter bevindt. & De mensen die beneden in die diepte op hun stoelen zitten te wachten. & Ik zie de man een onverwachte beweging maken & ‘t evenwicht verliezen. Waarop hij natuurlijk over de rand valt, de diepte in. Ik zie nog veel gruwelijker dingen hierop volgen, m’n fantasie schiet niets tekort, maar dat is allemaal niet relevant voor ‘tgeen ik probeer te duiden.
Ik word gedwongen te blijven kijken, uit angst, die plaatsvervangende angst, dat de man z’n evenwicht zal verliezen & ‘t allemaal zo loopt zoals mijn fantasie dat aangeeft. Waardoor ik de beweging zie plaatsvinden. Vlak voordat ‘t meisje gaat zitten.

Tuurlijk was ‘t aangenaam om naar de dame te kijken. Ik zal dat niet ontkennen. & Ook ‘t gedeelte waar de handeling plaatsvond zou zonder die beweging m’n blik wel getrokken hebben. Waarschijnlijk heeft dat ook een rol gespeeld in m’n verwondering over ‘t waarom van ‘t gebeuren.

Ze had geen jeuk, want dan gebruik je toch meer de toppen van je vingers & de nagels daarvan. Er zat ook geen kreukje in haar broek, netzomin (voorzoverre waarneembaar van de afstand waar ik zat) in haar ondergoed. ‘t Was ook zeker niet om te voelen of ze niet te dik was, want er zat echt niet overbodig veel vlees aldaar. Meer van: precies goed. Naar mijn maatstaven dan, maar toch.
Nee, ik heb ‘t allemaal door m’n hoofd laten gaan, alle motivaties waarom uit & te na afgegaan, beoordeeld, heroverwogen, van een andere oogpunt proberen te bekijken. Maar ik ben er nog steeds niet achter waarom ze haar hand aaiend over haar eigen billen moest laten gaan, vlak voordat ze weer op haar stoel ging zitten. Zachtjes, heel zachtjes, nog net aanrakend, zonder iets van wat ze aanraakte te bewegen, te verplaatsen.

Men moet maar ‘ns op gaan letten, zo op straat, deze lente & komende zomer, als de kleding dit soort zelfbetasten totaal zichtbaar maakt.

‘t Is nl een prachtig gezicht in Zijperspace.