achteraf

Ik moet mij xcuseren: geen noemenswaardig stukje vandaag. In ieder geval niet tot vanavond. Afgelopen nacht ging ik vrij snel na thuiskomst van ‘t concert naar bed (ong 1 uur vroeger dan ik gewoon ben; zoiets gebeurt me nooit). Ik sliep aan 1 stuk door (normaliter word ik ergens halverwege wakker, kan niet slapen, waarna ik maar een tijdje aan m’n teksten ga zitten pielen) & werd te laat wakker (ipv een ½ uur te vroeg).

Misschien dat ‘t komt door de grote indruk die het Nieuw Trombone Collectief in ‘t Concertgebouw op me maakte tijdens ‘t lunchconcert, ‘t opleuken van ‘t 1e homo-huwelijk waarbij ik aanwezig mocht zijn, door Dolly Bellefleur, ‘t starten van de avond door een fantastisch optreden van Chuck Prophet, & ‘t flabbergasted achtergelaten worden door Johnny Dowd.

Mijn handen hebben overuren gemaakt, in die zin dat ze nog nooit zoveel gedurende 1 dag gebruikt zijn voor ‘t slaan op elkaar. M’n oren hebben al die variaties van muzikaal verpozen doorstaan, maar hebben daarbij wel een zeer grote prestatie geleverd, een topsporter waardig. M’n gemoed werd alle kanten op geslingerd & heeft ‘t gelukkig, door jarenlange ervaring, overleefd.
& Ach, ik zal ‘t maar niet over de andere lichaamsdelen hebben, zoals daar zijn m’n voeten, m’n benen, m’n lever, m’n longen, m’n handen, m’n armen, m’n hoofd, m’n ontwateringskanaal; ‘t geheel aan funktionerende elementen maakten ‘t mogelijk bovenstaande evenementen voor mijn lichaam tot een genoegzaam gebeuren te smeden.

We proberen de div onderdelen van Zijperspace weer tot een geheel te maken.

i’ll be killed by his song

Ik heb nog ff overwogen om de laatste cd te gaan kopen, maar ik zag bijtijds dat ‘t al te laat daarvoor was; de winkels stonden op ‘t punt te gaan sluiten. Daarom snel nog ff ‘t biertje gedronken met de sales-manager van een amerikaanse brouwerij (‘I’ll see you tomorrow, I’ll bring a beer for you’), verteld dat ik plots naar Johnny Dowd ga, nog een biertje met Marlies & Hugh, omdat die ook nog eens kwamen aanwaaien & vervolgens thuis tijdens de maaltijd een cd van ‘m aangezet. Om in de stemming te komen. Niet om mee te zingen, want dat lukt me toch niet, hooguit meeneurieën (momenteel zingt-ie hier: ‘I’m gonna kill you with my song’, dat ga je niet meezingen, toch!).

& Ook al is de voorbereiding nog zo kort voor een optreden van de heer Dowd, ‘t kan niet kort genoeg zijn.

Des te onbezoldigder we de boel tegemoet zien in Zijperspace.

vermaning

Nee, Martijn. Zo moet je ‘t natuurlijk niet aanpakken.

Kijk, dat je de telefoon aanneemt in afwezigheid van Marco, vind ik niet erg. Dit in tegenstelling tot de bazin van Casa Molero. Zij kan vinden dat je dan ‘t antwoordapparaat z’n taak moet volvoeren & jij de jouwes, maar ik wil best wat langer wachten voor een kwaliteitsprodukt. Ik wil jou best de gelegenheid geven om de grenzen binnen ‘t bedrijf te verkennen. Ik hoor ‘t commentaar van de kenau daarop ook gaarne aan. Puur nieuwsgierigheid, maar daar gaat ‘t niet om. ‘t Gaat er om dat de klant zo snel mogelijk wordt geholpen & dat ik er toevallig niet mee kan zitten dat ‘t wat langer duurt, dankzij jouw bereidwilligheid alle aspekten van ‘t bedrijf in de vingers te krijgen.

‘t Is tenslotte m’n vrije woensdagmiddag, de dag dat ik de tijd van de wereld heb. Mocht ‘t niet zo zijn, dan merk je ‘t snel genoeg, Martijn. Ik ben vandaag volledig ontspannen, vooral ook omdat ik daarnet prachtige tonen heb mogen aanhoren, die mij tot volledige harmonie met m’n omgeving hebben gebracht. Daar moeten we van profiteren. & Zoals ik al zei: voor kwaliteit wil ik best geduld hebben. Dan treedt de rust als vanzelf in m’n lichaam.

Bovendien moet je collega nog een ietwat ingewerkt worden, daar moet ook tijd aan besteedt. ‘t Lijkt me heerlijk om in de toekomst door haar net zo adequaat geholpen te worden als door jou (op een enkel puntje na), met net zoveel kennis, met net zo’n ontspannen houding, beleefd & welgemanierd, zonder enige overdrijving. Daar mag best wel wat tijd ingestoken worden, zodat de kassa- & pin-handelingen zonder problemen vloeiend & korrekt verlopen, de artikelen op de juiste manier in zakjes & tasjes worden geplaatst & op een minzame manier gelachen wordt als de klant de zaak verlaat.

In zo’n zaak met precies de juiste olijven, die de juiste gradatie van stank van knoflook uit de mond veroorzaakt, met de juiste chorizootjes, lekker handzaam, lekker zacht, lekker pittig, met de juiste randartikelen die horen bij een winkel in spaanse artikelen; in zo’n zaak is ‘t een genot om een bepaalde mate van wachten in acht te houden.
Des te meer genoegen ‘t zal geven de goederen later uit te pakken.

& Daar komen we op jouw fout terecht, Martijn. Op ‘t aspekt die mij dwingen mijn achting voor jou enkele toonaarden naar beneden te schroeven. Je staat op een plek waar ik zeer veel waardering voor heb; je gedraagt je zoals ik ‘t verlang van een winkelbediende; je hebt de genoeg info in je hoofd zitten om elke leek, elke gevorderde wegwijs te maken in ‘t aanbod aan spaanse eetbare genoegens.

Maar je knoopt de plastic zakjes veel te strak dicht. Waardoor ‘t me 5 minuten heeft gekost eer ik de pittige knoflookolijven in m’n mond kon stoppen. Waarbij de plotse bevrijding van die heerlijkheden vettige vlekken deden veroorzaken op divers materiaal op & rond me.

Geduld is dan geen schone zaak in Zijperspace.

kneuzen

Ik kan de Turk niet uitstaan. Dat ligt aan z’n houding, z’n manier van praten, z’n woorden, de wijze waarop-ie snel binnenkomt & weer weggaat, maar waarschijnlijk ook ‘t feit dat-ie de nederlandse taal niet geheel machtig is. Hij irriteert door z’n blik & laat nooit iets van een lach zien. & ‘t Meest irritante aan ‘m is dat-ie me ‘baas’ noemt.
‘Ik neem altijd Grolsch. Vraag maar aan baas,’ zegt-ie dan tegen z’n pillenklantjes.

Van Alle word ik hypernerveus. Ik ben zelf al niet de meest kalme, maar Alle heeft die drukke eigenschappen in een veelvoud van 10. & Dat juist op de verkeerde momenten.
Alle is aanwezig, ook al houdt-ie z’n mond dicht, of probeert-ie zich op de achtergrond te houden. Ik weet dat-ie er is, voel ‘m ademhalen, voel dat-ie een vraag wil stellen terwijl ik met een klant bezig ben. Hij kan zich ergens in een hoekje wegdrukken, maar dan nog weet ik dat-ie meeluistert. Hij spreidt z’n aanwezigheid uit over de gehele ruimte.

‘Ah man, ik heb pijn,’ zegt de Turk, ‘ben van de roltrap gevallen.’
‘Oh.’
Niet meteen aandacht geven. Je geeft ‘m een vinger, enz.
‘Ik ga straks naar ziekenhuis. Man, doet pijn. Ik kan bijna niet ademen.’
‘Hoe komt dat dan?’
Plots kan ik belangstelling voor ‘m opbrengen.
‘Van bovenaf de roltrap bij station gevallen. Helemaal beneden.’
Hij maakt gebaren om de buitelingen die hij gemaakt heeft uit te beelden.
‘Dan moet je inderdaad naar ‘t ziekenhuis.’
‘Misschien is ‘t wel gebroken,’ zegt de Turk somber.
‘Als ‘t gebroken is, heb je minder pijn dan bij een kneusing. Waarschijnlijk is ‘t dus een kneusing.’
‘Ah man, ik heb al 3 dagen pijn.’
‘Je loopt er al 3 dagen mee?’ vraag ik verbaasd, ‘dan had je toch al veel eerder naar ‘t ziekenhuis moeten gaan?’

‘Je ziet me de komende weken niet, want ik ben in Drenthe,’ deelt Alle mee.
‘Oh, maar dat geeft niet, hoor.’
Wederom niet te enthousiast.
‘FF 2 weken de drukte uit. FF bewijzen dat ik zonder kan.’
‘Weg van de wereld? Ga je afkicken, of zo?’
‘Ja, ik moet weer ‘ns zonder. & Dat lukt niet in de stad, met altijd dezelfde omgeving. Altijd dezelfde mensen, ‘tzelfde circuitje waar ik in beland.’
‘Maar als je naar ‘t buitenland ging, lukte ‘t toch ook?’
De belangstelling groeit blijkbaar bij me.
‘Ja, maar dan kwam ik in ‘t begin van de winter terug. & Dan had ik weer niks te doen, dus viel ik weer terug in m’n oude omgeving. Nu heb ik een zomer voor de boeg. Dan kan ik in ieder geval gaan varen.’
‘2 Weken zonder lukt je dus in ieder geval wel,’ weet ik uit voorgaande keren.
‘Da’s geen moeite. Als ik maar wat te doen heb daarna. Ik doe ‘t echter niet voor anderen.’
‘Nee, van anderen moet je niks aantrekken. Je moet ‘t voor jezelf doen, toch?’

De Turk komt met een duffe kop terug.
‘Ben je nou nog naar ‘t ziekenhuis geweest?’
‘Ja.’
‘Ja,’ zegt z’n gezelschap, ‘ik heb een ziekenwagen voor ‘m geregeld. Hij is nu net terug.’
‘Wat had je?’
‘Kneus. Niet gebroken.’
‘Ja joh,’ zegt gezelschap opnieuw, ‘daardoor heeft-ie zoveel pijn. Bij een breuk was ‘t minder geweest.’
‘Betaal je voor allebei?’ vraag ik zakelijk.
‘Nee, betaal alleen voor mezelf,’ antwoordt de Turk.

& Opeens kan ik me niet meer voorstellen dat-ie iemand gevonden heeft die dat voor ‘m wilde regelen.

Er is een grens aan begrip in Zijperspace.

weer

Westmalle is gekleed in een blouse. Daaronder weliswaar een t-shirt, maar toch heel wat luchtiger dan de lange anorak die hij afgelopen winter droeg.
‘Voor jou is de zomer begonnen,’ constateer ik.
‘Voor mij is ‘t al een tijdje zomer.’
Hij lijkt ergens anders op te doelen. ‘t Is nu de kunst dat uit ‘m los te krijgen, zonder direkte vragen te stellen.
‘Niet voor iedereen.’
‘Wat bedoel je?’
‘Niet iedereen rijdt zomaar rond in slechts een blouse.’
‘Ah joh, mensen moeten zich niet aanstellen. De zon schijnt; ‘t is 20°; ‘t leven is goed.’
‘Je hebt gelijk. Maar ‘t lijkt de laatste tijd alsof ze ‘t weer niet meer juist kunnen voorspellen.’
”t Weer klopt wel, alleen de mensen niet.’

Maar klopt die zin in Zijperspace?

schuldgevoelens

Ik word wakker, stap uit bed & schud de comp & mezelf tot leven dmv wat muziek. Precies de goede keuze, want ‘t past bij de zon die m’n tuin vrolijk belicht. De deuren moeten open & de muziek hard, in zoverre de comp dat toelaat.
De cd van Spinvis behoort toch wel tot 1 van de mooiste van de laatste tijd, moet ik onderkennen. Waarom heb ik ‘m alleen maar op m’n comp staan? Terwijl de muziek m’n tuin overdondert & ik me in de ochtendlijke schijnsels voel wegzweven, begint een schuldgevoel zich diep van binnen te wroegen.

‘t Volgende nr doet zich weerklinken op ‘t moment dat ik de puinhopen afwas in de keuken probeer te overzien. Tussen die afwas in ligt ‘t aanrecht bezaait met insektenlijkjes.
Wordt ‘t niet ‘ns tijd dat er iemand opstaat met ‘t idee waarop de insekten niet eeuwig tegen de doorzichtige ramen opbotsen omdat ze daar hun weg naar buiten denken te vinden? Zodat de mens verlost kan worden van ‘t schuldgevoel de insekten gevangen te houden in een mensgeconstrueerde wereld.
Ik zie een mot liggen, die ik enkele avonden geleden nog verschrikt hoorde rondbrommen. Enkele kleine vliegjes liggen op de vensterbank, uitgedroogd, onderweg binnenkort niet meer aan een insektenlichaam te refereren. Aan de rand ervan hangen nog wat zielige vleugeltjes, waarvan inmiddels niet meer te herleiden valt wat de oorsprong van ‘t aanhangsel was.
Ik ben mede-schuldig aan dit slagveld van uitdroging, van hopeloos eindeloos een uitweg zoeken tot die dood van uitputting erop volgde.

Ik moest die cd van Spinvis maar ‘ns gaan kopen. Dan krijgt die man toch nog dat beetje geld waar-ie recht op heeft. Dat verdien je als je mooie cd’s maakt. & Ik koop gelijk m’n schuldgevoel af.
Plots beweegt de mot. Hij lijkt met 1 pootje vast te zitten onder een omgekeerd glas. Ik schrik een stap terug, bedenk intuïtief methodes om ‘m te vermoorden.

Zijperspace is opgebouwd uit inconsequenties.
(Voor ik vergeet: voor de bezitters van een snelle internetverbinding; dat heeft iedereen toch tegenwoordig?)

2e maal passeren

Als ik iets wil hebben, dan moet ‘t liefst zo snel mogelijk. Ik ben dezelfde middag nogmaals richting de Slegte getogen, om de 2 ontbrekende romans van Pavese aan te schaffen.

Er zitten echter van die regeltjes in m’n hoofd die mij ‘t hoofd dol maken. Zoals nooit je gezicht te snel opnieuw tonen aan een dame. Vooral niet als de 1e ontmoeting behoorlijk veel kopzorgen deed ontstaan. Dan kan je beter je best doen de plek van eerder treffen te ontwijken & te wachten op een toevallige rencontre. Dat zorgt voor enige ontspanning in de houding tov.
Terwijl tegelijkertijd de regel door m’n hoofd speelt dat je je nooit ergens druk over moet maken & je moet doen wat je hart je ingeeft.
Zo zijn er nog meer regels die mij immer parten spelen bij dergelijke gelegenheden, maar deze 2 geven aan ‘t gebeuren nog een enigszins overzichtelijke uitleg.

‘t Ging tenslotte om 2 boeken die ik graag wilde hebben. Dat was alles. Boeken van 1 van de beste auteurs van na WO II, om er maar wat xtra kracht achter te zetten & m’n motivatie wat nader te verklaren. Als de dame om de hoek studeerde, wat ik allang al wist, maar zij wist niet dat ik dat wist, zou dat betekenen dat ze letteren studeerde. Dat deed in ieder geval iedereen in ‘t Bungehuis in de tijd dat ik ff verderop in ‘t PC-Hoofthuis ‘tzelfde deed. & Als zij bij letteren zat, zou ze natuurlijk hebben gezien, vooral ook omdat ze in een boekwinkel werkte, dat ik slechts literatuur van een belangrijk schrijver meenam. Dan zou ze ook bemerken dat ik terugkwam voor de 2 mij ontbrekende delen.

Ik stoof de winkel in, totaal negerend dat zij er nog steeds stond te cassièren. Daarvoor wilde ik reeds de Kalverstraat op m’n fiets doorkruizen, maar werd daarbij belemmerd door een dikke haag schuifelend publiek.
‘Kan dat gepeupel nou in ieder geval op zondag de grote stad met rust laten & hun rustig leven voortzetten in de provincie,’ dacht ik sjachrijnig, dit vooral veroorzaakt door m’n concentratie voor ‘t streven naar m’n doel.
‘t Ging allemaal niet zo snel als ik wilde, vandaar dat ‘t binnenstuiven tot doel had de verloren tijd, ‘t afgeleid worden van m’n missie, goed te maken. Hup, rechtstreeks richting doel, richting boeken van Pavese die binnen enkele minuten mijn eigendom genoemd konden worden.

‘Ik zou wel andere xemplaren nemen,’ zei de kassa-dame, ‘want deze hier zijn slechts om in te kijken.’
‘t Staat er ook altijd dik met een sticker er op aangegeven: blijf met je fikken van deze boeken af, tenzij je ze alleen maar in de winkel zelf wilt betasten. Maar dan in andere woorden.
‘Maar je mag straks wel weer vooraan in de rij aansluiten.’

Opnieuw aan de beurt probeer ik uit te leggen hoe ik de winkel in kwam stormen om de boeken uit ‘t schap te halen. Dat ik ze perse moest hebben. & Hoe vaak ‘t me wel niet gebeurd was, juist met ‘t boek met sticker bij de kassa te staan & dat ik ‘t waarschijnlijk nooit leer.
God, wat verviel dat in hopeloos xcuserend gemompel, steeds slechter te verstaan. Tegen iemand die druk bezig was m’n boeken op te zoeken in de kassa-comp, te pogen de rij tot een enkeling te reduceren.

Ik heb vanaf dat moment ontzettend m’n mond gehouden, kon de ‘tot kijk’ nog maar net uit m’n mond peuteren.
Zij was reeds bezig ‘t zware boek van de volgende klant te verwerken.
Dat deed ze eigenlijk al op ‘t moment dat ik aan ‘t pinnen was.

Er zou een verbod op ‘t herhaald betreden van bepaalde plekken moeten zijn in Zijperspace.

trio

Merel is net zo min als haar lezers gek van de zigeunertrio’s, die regelmatig een zeer kortstondig optreden proberen te volvoeren in de smalle paden van de treinwagons.
Ik heb ‘t ook 1maal mogen meemaken in soortgelijke situatie. Doordat ‘t een mij opgelegde belevenis was, temidden van zeer veel mensen op een klein oppervlak, kon ‘t mij ook niet bekoren. Men heeft al zo weinig leefruimte op een moment dat men juist op weg is van ‘t openbare leven naar ‘t leven van zichzelf, de eigen woning. In dat overgangsgebied hoort men niet zo wreed in te breken.

Totaal anders ervaarde ik ‘t trio, dat voor m’n deur de buurt stond te amuseren. Letterlijk amuseren, want iedereen stond in z’n deuropening of op z’n balkon te genieten van hun spel, dat vrolijk de ruimte tussen de hoge muren van de woningen vulde.
In 1e instantie dacht ik dat ze een balkon toespeelden, een opdracht uitvoerden door een muzikale aubade aan een dame uit te voeren, omdat ze zich leken te richten op de mensen staande op hun balkons. De trompettist had zelfs een romantische bloem aan z’n instrument bevestigd, waardoor m’n indruk versterkt werd.

Ik kwam aanrijden, net terug van werk. De muziek kwam me tegemoet waaien terwijl ik m’n straat inreed. Waarom staan alle mensen daar buiten? dacht ik. Precies voor mijn deur. Of er tegenover. Of schuin erboven.
& Iedereen keek vrolijk. De moeder met kinderen staand naast hun fietsen, de man met z’n vrouw vooroverleunend aan de reling van hun balkon, m’n buurman die met een handje vol geld de deur uitliep. Iedereen keek verwonderd lachend naar ‘t trio.
De trompettist richtte zich al blazend naar de bovenbuurvrouw die een dichtgeknoopt zakje met geld had laten vallen, z’n gezicht vleiend zacht, met een ogenschijnlijk gemeende lach. De saxofonist pauzeerde ondertussen om ‘t zakje op te rapen.

Ik zette m’n fiets binnen, de deur wijdopen, gooide m’n jas uit, m’n pet af, bleef in de deuropening nog ff staan kijken. De straat was opeens een buurt. We leerden eindelijk elkaars glimlach kennen, de sprakeloosheid van elkaars gezicht aflezen.

Van een 30-tal meters kwam een groepje kleuters aangelopen, enkele hadden de handen ineengeslagen. Langzaam, stapje voor stapje. Nieuwsgierig naar wat voor bijzonders nog nooit vertoonds zich bij ons in de straat afspeelde. Ze bleven staan op 5 meter afstand.

& ‘t Trio speelde verder.
& Liep de straat in.
Ver weg, verzonk ‘t geluid tussen de woningen.
& Leek nog minutenlang in de hoofden van de bewoners door te spelen.

Er was een straat in Zijperspace die plots buurt mocht heten.

nadeel

Er zijn vele nadelen aan ‘s middags aangeschoten raken. 1 Ervan is dat je ‘s avonds nuchter moet worden. Tenminste, in bepaalde mate gebeurt dat als je na de drank-inname een avondmaaltijd nuttigt. Waardoor je vaak, ik in ieder geval wel zo vlak erna, in slaap valt.
Dan kan men opmerken: je kan dat eten toch uit ook tot vlak voor slapen gaan uitstellen.
Ik ga echter al naar huis op ‘t moment dat ik denk dat ‘t verstandig is (daar ben ik vreemd genoeg altijd nog toe in staat), zodat ik er de volgende dag niet al te veel aan herinnerd hoef te worden.

Als je in slaap valt, is ‘t over ‘t algemeen ook de bedoeling dat je weer wakker wordt. Dat moment van ontwaken valt na zo’n middagdronk bij mij over ‘t algemeen vroeg in de nacht, of zogezegd, laat op de avond. Waarna ‘t hoofd niet onmiddellijk bereid is de slaap voor de rest van de nacht te vatten. ‘t Wil 1st wat verpozing, denkt ‘t sjacherijnig, ontspanning, afleiding; geen aandacht voor ‘t bonkend gedeelte van ‘t hoofd, ‘t halfslapend hoofd.

Tot diep in de nacht wordt er dan aandacht besteed aan onzinnige dingen, waarvan ik de essentie de volgende dag alweer vergeten ben. Ik zit bijv uren achter de comp, te staren naar ‘t web, denk ik later. Ik raak geen boek aan, geen cd wordt er afgespeeld, de tv blijft uit, obsessief lijk ik m’n tijd door te brengen met iets wat de tijd doet vliegen.
Maar erger nog: waardoor ik de afspraken van eerder op de dag totaal kwijt raak.
Dat besef ik dan pas de volgende dag.
& Ik besef me bovendien dat iedereen de hele tijd dingen opschreef, gistermiddag. & Dat ik dat niet nodig vond, want dat zou ik wel onthouden.

Da’s een nadeel van alcoholgebruik in de middag in Zijperspace.

hoofdrol

Laat me nog 1maal dj zijn
de meester van de omgang
de weerschijn van een maan

de volle gloed, een ster heel klein,
maar de hoofdrol van elks verlang
naar later, naast ‘t zelf-bestaan.

de regelaar van ‘t geluid dat reist
dat zwierig zweeft & zalig stil
op momenten waar ‘t niets vereist
duidt op uiteindlijk aaklig kil.

Laat me nog 1maal dj zijn in Zijperspace.